Openbaar bestuur: beleid, organisatie & politiek
5. Organisatie en Management in het openbaar bestuur
Om georganiseerde misdaad op te sporten en te vervolgen, is samenwerking tussen landen
noodzakelijk. Dit geldt zeker voor de lidstaten van de Europese Unie (EU). Helemaal toen
begin jaren 90 de interne grenscontroles zijn opgeheven. Tot het begin van de jaren 90 was
misdaadbestrijding in de EU vooral nationaal georganiseerd. Na lange onderhandelingen
tekende de EU-lidstaten in juli 1995 het Europol verdrag. Pas op 1 juli 1999 begon Europol
zijn werkzaamheden. Europol kan informatie uitwisselen over alle vormen van
grensoverschrijvende georganiseerde misdaad en de EU-lidstaten ondersteunen bij grote
internationale operaties. Dit is een voorbeeld van het gebruik van organisaties als
instrumenten van bestuur en beleid.
De machtsverhouding tussen individuen en organisaties is zelden gelijkwaardig. In het
algemeen beschikken organisaties over een sterkere positie dan individuen. Organisaties
kunnen vaak op meer en betere financiële, technische en administratieve ondersteuning
rekenen dan individuen. Organisaties kunnen in beginsel onbeperkt blijven leven. Het
openbaar bestuurd omvat vele organisaties, zoals gevangenissen, ambassades,
gemeentelijke diensten en politiekorpsen. Zonder organisaties is de samenleving niet te
sturen.
Organisatie van openbaar bestuur: de staatkundige opbouw met de constitutionele
monarchie, de parlementaire democratie, de gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Organisatie in het openbaar bestuur: afzonderlijke onderdelen met bepaalde taken en
functies zoals een reinigingsdienst, een regionale inspectie voor de volkshuisvesting of een
welzijninstelling. Een organisatie is te omschrijven als een samenwerkingsverband tussen
(groepen van) mensen dat wordt aangegaan om bepaalde doelen te bereiken.
Organisaties ontstaan niet vanzelf. Zij zijn het gevolg van het ordenend handelen door
mensen dat wij organiseren noemen.
Taakverdeling en coördinatie zijn de bestanddelen van wat wij hier de structuur van een
organisatie noemen. De organisatiestructuur is dus de omschrijven als de wijze waarop
taken in een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop het verrichten daarvan vervolgens
wordt gecoördineerd.
Taakverdeling zorgt voor de opsplitsing van werk in deelwerkzaamheden. Bij taakverdeling
gaat het zowel om de toewijzing van activiteiten aan individuele organisatieleden, als om de
verdeling van taken tussen eenheden in de organisatie.
Indeling van organisaties
Belangrijk voordeel Belangrijk nadeel
Doel- beginsel Doelbereiking en inhoudelijke Efficiencyoverwegingen raken op
afstemming staat voorop de achtergrond
Proces- beginsel Bereiken van schaalvoordelen Veronachtzaming van de inhoud;
en vergaande specialisatie proces wordt doel op zich
Clientèle- beginsel Ontstaan van een hechte band Verwevenheid gaat ten koste van
met cliënten de ongeorganiseerde belangen
Geografisch beginsel Fysieke (en gevoelsmatige) Fysieke (en gevoelsmatige)
nabijheid van het werkterrein afstand tot de centrale
organisatie.
Gelaagde organisatie: organisatie met veel hiërarchische niveaus
Platte organisatie: organisatie met weinig hiërarchische niveaus
In het openbaar bestuur is hiërarchie vanouds het dominante beginsel. Dit heeft onder meer
te maken met de zogeheten span of control.
,De term coördinatie wordt gebruikt ter aanduiding van de afstemming die nodig is nadat het
werk over verschillende afdelingen en niveaus is verdeeld. Richtlijnen en regels, toezicht en
leiding, opleiding en training zijn typisch voorbeelden van verticale coördinatie. Maar in
iedere organisatie zijn daarnaast ook horizontale voorzieningen die voor afstemming zorgen
zonder tussen komst van een hiërarchisch bovengeschikte.
Het begrip cultuur verwijst naar de gevestigde manieren van denken en doen in een
organisatie. Cultuur is een gelaagd begrip. Het verwijst zowel naar de wijze waarop mensen
in een organisatie zich gedragen, als naar de waarden en normen, ideeën en opvattingen,
sentimenten en emoties die aan dat gedrag ten grondslag liggen. Cultuur werkt door in de
structuur van een organisatie. Via socialisatie wordt cultuur overgedragen een nieuwkomers.
Ambtelijke versus bedrijfsmatige cultuur:
Ideaalbeeld Schrikbeeld
Ambtelijke Onbaatzuchtigheid, Regelzucht, detaillisme,
waardeoriëntatie onpartijdigheid, betrouwbaarheid, formalisme, traagheid,
loyaliteit, dienstbaarheid, hokjesgeest, risicomijding,
discretie, vertrouwen, ongevoeligheid, conservatisme
belangenloosheid, plichtsbesef
Bedrijfsmatige Zakelijkheid, resultaatgerichtheid, Persoonlijk winstbejag,
waardeoriëntatie slagvaardigheid, partijdigheid, vooringenomenheid,
ondernemingszin, moed, opportunisme, omkoopbaarheid,
risicozoekend en de bereidheid geritsel
verantwoordelijkheid te dragen
Door middel van het organogram is de formele structuur van een organisatie opgetekend.
Hierin staat wie er verantwoordelijk is voor welke taken. De taakverdeling en de hiërarchie
kan er in de praktijk heel anders uitzien dan op papier > informele structuur.
Evenals de structuur kent ook de cultuur van een organisatie zowel formele als informele
aspecten. Een informele cultuur ontwikkeld zich geleidelijk. Cultuur is minder grijpbaar dan
structuur. Tussen de formele en informele aspecten van een cultuur kan spanning bestaan.
Onderscheid tussen verschillende organisatievormen:
- bureaucratische
- professionele
- projectmatige
Bureaucratische organisatievorm
Bureaucratie: een organisatievorm waarvan de structuur zich kenmerkt door een
hiërarchische opbouw, een vergaande uitsplitsing van taken (specialisatie) en
rekrutering op basis van deskundigheid. Mensen laten zich sterk leiden door regels en
procedures, en niet door hun persoonlijke voorkeuren.
Wanneer de bureaucratisering van een organisatie tot in het extreme wordt
doorgevoerd, verwordt bureaucratie echter tot bureaucratisme: formalisme,
paperasserie en een bijna dwangmatige gelijke behandeling van ongelijke gevallen.
Verklaringen voor ontstaan bureaucratisme:
- Merton: goal displacement (doelverschuiving) > de middelen om de oorspronkelijke
gestelde doelen te bereiken krijgen in het hoofd van de bureaucraat de status van een doel
op zichzelf. Hij zal de regels naleven, ongeacht of dit nu wel of niet bijdraagt tot het bereiken
van de oorspronkelijk gestelde doelen.
- Crozier: doelbewuste tactiek > bureaucraten dekken zich in tegen kritiek en gebruiken
formele regels om hun eigen positie veilig te stellen.
,De voortdurende nadruk die is gelegd op de schaduwzijden, heeft ertoe geleid dat het begrip
bureaucratie nu doorgaans negatieve associaties bij ons oproept. Niettemin is de dreigende
verwording van de bureaucratie in onze samenleving door diverse tegenkrachten aan
banden gelegd door: stelsel van rechtsbescherming tegen de overheid, algemene
beginselen van behoorlijk bestuur aan de hand waarvan het optreden van de overheid kan
worden genormeerd en zo nodig gesanctioneerd. De mogelijkheden tot bureaucratische
beheersing voor de leiding worden minder zichtbaar door technologische vernieuwing maar
verdwijnen niet.
Professionele organisatievorm
Professionele organisaties verrichten relatief ingewikkeld werk dat gespecialiseerde kennis
en vaardigheden vereist. Zij worden bevolkt door professionals die een specialistische
opleiding hebben genoten en hun werk met een grote mate van zelfstandigheid vervullen:
advocaten, psychiaters, wetenschappelijk onderzoekers. Andere kenmerken: gedeelte
beroepsethiek (beroepsgebonden regels over welk handelen op een bepaald moment wel en
niet verantwoord is), langdurige scholing, intensieve training van mensen die er werkzaam
zijn, relatieve zelfstandigheid (omdat het werk te ingewikkeld is om door managers
gecontroleerd of door de staf gestandaardiseerd te worden). Net als bij de bureaucratische
organisatievorm is er ook sprake van een vergaande uitsplitsing van taken (specialisatie),
een hiërarchische opbouw en positiebekleding op basis van deskundigheid. Daarom wordt
de professionele organisatie wel eens aangeduid als professionele bureaucratie.
De keerzijde van de automie van de professional is dat het ook een vrijbrief kan zijn om niet
goed te presteren en om daarover geen verantwoording af te hoeven leggen. Managers zijn
nodig om professionals bij de uitoefening van hun vak van heldere kaders te voorzien. Een
ander probleem is dat de cliëntgerichtheid uit het ook wordt verloren en dat professionals in
de weerstand schieten bij vernieuwing van werkwijzen.
Twee organisatievormen:
Bureaucratische organisatie Professionele organisatie
Centralisatie: structuur die sterk is gericht op Decentralisatie: structuur die sterk is gericht
bureaucratische beheersing en controle op professionele autonomie en vrijheid
Cultuur waarin regels, richtlijnen en Cultuur waarin formele positie en hiërarchie
procedures belangrijk zijn niet zo belangrijk zijn
Coördinatie van standaardisatie van Coördinatie door standaardisatie van kennis
werkprocessen en vaardigheden
Gezag berustend op status, positie en Gezag berustend op prestaties en
hiërarchie: wie de baas is, mag het zeggen vaktechnische deskundigheid: wie het weet,
mag het zeggen.
Loyaliteit vaan de top Loyaliteit aan de professie
Projectmatige organisatievorm
Met een projectorganisatie beoogt men voor een in de tijd begrensde en scherp omschreven
taak, een structuur op maat te leveren. De vitale onderdelen van de projectorganisatie zijn de
projectteams of projectleden. Die werken onder leiding van een projectleider aan een
specifieke taak. Om de afstemming tussen de projectgroepen te waarborgen is er de
stuurgroep, die de leiding heeft over de diverse deelprojecten die in de projectorganisatie
worden uitgevoerd. Kenmerken: structuur is adhoc vastgesteld en flexibel, weinig
formalisatie en hiërarchie, deskundigheid & motivatie hoog, grote nadruk op informele
communicatielijnen, cultuur benadrukt betrokkenheid & toewijding. Problemen bij deze
organisatievorm: onzekerheid over wie er nu de baas is, medewerkers voelen zich een
buitenstaander in de eigen organisatie, bezorgdheid over wat er gaat gebeuren na afloop
van het project, als projecten langer duren neemt de druk van de staande organisatie toe, als
een project lang duurt gaan sommige projectorganisaties bureaucratiseringneigingen
vertonen.
, Management in organisaties
Managers dragen bij aan het functioneren van de organisatie door gericht invloed uit te
oefenen op het werkproces van de organisatie. Management wordt pas sinds ongeveer een
eeuw als aparte professie beschouwd, waarin men via opleiding en training een zekere
vaardigheid kan verkrijgen. Er zijn twee belangrijke benaderingen:
- management als technische beheersing
Frederick Winslow Taylor is grondlegger van scientific management school. Hij
ontwikkelde ideeën over een vergaande integratie van het menselijk handelen in het
mechanische productieproces. Deze beweging richtte zich op het verbeteren van
organisatie en management dmv verwetenschappelijking. Karakteristiek: begrippenpaar
staf en lijn + verfijndere beloningsstelsels. Kritiek op de scientific managementbeweging:
de aanpak die zij voorstel is overmatig rationalistisch, nadruk ligt op formulering van
universele regelmatigheden via stelselmatige waarneming, maar het wetenschappelijke
fundament ervan is niet bijzonder solide en de beweging negeert het belang van de
omgeving.
Henri Fayol is grondlegger van de beweging Science of Administration. Deze beweging
ontstond uit de behoefte aan richtlijnen om complexe organisaties zoals een fabriek in hun
geheel te leiden. Volgens hen kon management worden aangeleerd. Management is op te
vatten als vorm van procesbeheersing en bestaat uit vijf essentiële functies: plannen;
vooruitzien, organiseren; taken verdelen, leidinggeven, coördineren en controleren.
- management als sociale beheersing
Human Relationsbeweging: Uitgangspunt dat het management van een organisatie,
zonder zijn streven naar economische effectiviteit op te geven, ook moest zorgen voor
tevreden werknemers. Aandacht voor informele groepsprocessen en interpersoonlijke
relaties in de organisatie.
Het Revisionisme is ontstaan als een kritiek op de Human relationsbeweging. Het gaat
erom hoe en in welke mate het individu zijn creatieve drang tot zelfverwezenlijking dmv
zijn werk in een organisatie kan bevredigen. McGregor ontwikkelde theorie x (manager
die leiding geeft met nadruk op dwang, controle en straf) en theorie y (manager die ruimte
geeft voor participatie, inspraak en zeggenschap en hiervoor aanmoediging en beloning
gebruikt). Argyris: participatief management. Likert: linking-pinpricipe: in organisaties zijn
mensen nodig die de functie van verbindingsschakel vervullen t.o.v. de eersthogere
niveaus. Het revisionisme baseert zich vooral op het werk van Abraham Maslow en zijn
behoeftehiërarchie (fysiologische behoeften, veiligheid en zekerheid, affectie, zelfrespect
en zelfverwezenlijking).
Technische procesbeheersing Sociale procesbeheersing
Belangrijke scholen De Scientific Management School en De Human Relations School en het
de Science of Administration Revisionisme
Beeld van de Een stuk gereedschap dat goed Een sociaal verband, waarin
organisatie werkt, wanneer het maar correct mensen i.p.v. middelen van
ontworpen is en goed onderhouden doorslaggevende betekenis zijn.
wordt
Object van De formele aspecten: logische en Informele aspecten: sociale
beheersing weloverwogen regels werkomgeving en groepsprocessen
Beeld van Medewerkers maken rationeel- Medewerkers maken sociaal-
medewerkers economische afwegingen en moeten emotionele afwegingen en moeten
dan ook geprikkeld worden door ondersteund worden in hun behoefte
beloning te koppelen aan aan erkenning, sociale contacten en
productiviteit: loon naar werken waardering of hun streven naar
ontplooiing en de creatieve drang tot
zelfverwezenlijking.
Beeld van managers Wanneer belonen niet werkt, moeten Managers moeten ruimte geven aan
managers de nadruk leggen op participatie, inspraak en
dwang, controle en straf zeggenschap
Beeld van Een technische vaardigheid in Een intermenselijke vaardigheid
management POSDCORB-functies