Samenvatting Dynamiek van besturen – Belangrijk
Inhoud
Hoofdstuk 1 - De wereld van het openbaar bestuur ......................................................................................... 2
Hoofdstuk 2 – Beleid en Sturing ........................................................................................................................ 5
Hoofdstuk 3 – De beleidsomgeving ................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 4 – Beleidsprocessen ..................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 8 – de politieke omgeving van het openbaar bestuur.................................................................... 12
Hoofdstuk 9 – Politiek-ambtelijke verhoudingen ............................................................................................. 15
Hoofdstuk 10 – Politiek, bestuur en media ...................................................................................................... 19
1
,Hoofdstuk 1 - De wereld van het openbaar bestuur
Paragraaf 1.4: Wat is openbaar bestuur?
Het Openbaar bestuur: Het geheel van organisaties en activiteiten dat primair is gericht op de besturing
van de maatschappij.
• Internationaal: regeringsleiders EU-lidstaten, Frontex (Europese uitvoeringsorganisatie)
• Nationaal: staatsecretaris, gemeenten (voor/tegen)
Partijen hebben verschillende belangen onderwerpen doorkruisen elkaar.
Bestuur globaal gesproken 3 betekenissen:
1. De activiteiten van het besturen
2. Specifieke groep personen, samen besturen (bv. Vereniging).
3. Geheel personen, organisaties, instellingen, activiteiten en procedures van besturing in brede zin.
Overheid heeft monopolie op geweld → enkel zij kan met harde hand afdwingen
In hoeverre een organisatie een publieke organisatie is, wordt afgemeten aan de mate waarin er sprake is
van publiek eigenaarschap, publieke bekostiging en politieke controle over de organisatie.
Organisaties kunnen ingedeeld worden in de staat, het middenveld en de markt.
• De staat is er om het algemeen belang te dienen.
• De markt om producten en diensten op commerciële grond te leveren,
• Het middenveld richt zich op doelstellingen die niet op winst maken gericht zijn, maar ook niet binnen
de sfeer van de overheid vallen.
Overheidsorganisaties bestaan uit een politieke leiding en ambtenaren. De politieke leiding van de
overheid omvat gezagsdragers die voor hun functioneren direct of indirect verantwoording schuldig zijn aan
democratisch gekozen vertegenwoordigende organen.
Ambtenaren zijn benoemde functionarissen die ondergeschikt zijn aan de politiek leiding. Zij dienen de
politieke leiding bij te staan en uitvoering te geven aan politieke beslissingen.
Maatschappelijk middenveld: een veld van organisaties dat zich tussen de overheid aan de ene kant en
de bedrijven aan de andere kant bevindt. Het bestaat uit organisaties die qua rechtsvorm private
organisaties zijn, maar toch betrokken zijn bij het openbaar bestuur.
Binnen het maatschappelijk middenveld is er een tweedeling:
• Een type middenveldorganisaties vervult een bepaalde maatschappelijke functie zoals
ziekenhuizen en schoolbesturen. Dit zijn private organisaties met een publieke taak. Waren eerst
particuliere organisatie maar later in samenspraak met de overheid, de overheid voorzien bv
financiële middelen (woningcorporatie).
• Tweede type organisaties die een bepaald belangen of doel nastreven, zoals vakbonden,
werkgeverorganisaties, milieuorganisaties. Dit zijn private organisaties zonder winstoogmerk.
Proberen beleid te beïnvloeden.
Kernaanpak: belangrijkste verschil tussen publieke en niet-publieke organisaties is de rechtstatelijke vorm:
wel of geen publiekrechtelijke grondslag. Wallece Sayre: Publieke en private organisaties zijn in alle
onbelangrijke opzichten gelijk.
Publiekheid: (publicnes) mate waarin een organisatie tot de publieke sector behoort, afgemeten aan de
dimensies. Barry Bozeman; geen puur publieke of private organisatie, altijd publiek karakter door wet- en
regelgeving.
• Eigenaarschap, van wie is de organisaties?
• Bekostiging, wie bekostigd de organisatie?
• Politieke controle, de mate waarin de politieke controle plaatsvindt.
2
, Paragraaf 1.5: Openbaar bestuur op verschillende niveaus
Verticale en horizontale dimensie
• Verticale dimensie geeft aan dat het openbaar bestuur op meerdere niveaus van omvattendheid
gestalte kan krijgen. (EU, nationaal, provinciaal, gemeentelijk)
• De horizontale dimensie geeft aan dat het openbaar bestuur niet alleen uit de overheid zelf bestaat,
maar ook uit tal van maatschappelijke organisaties. (Staat, middenveld en markt)
• Beide dimensies samen is Multi-leven governance: besturen vindt plaats op meerdere
schaalniveaus (Multi-level), en gebeurt zowel door overheden als andere partijen (daarom niet
government maar governance).
Huis van Thorbecke: aanduiding voor de organisatie van het Nederlands binnenlands bestuur zoals die in
de negentiende eeuw vorm kreeg. Een huis met die woonlagen; het Rijk, de provincie en de gemeenten.
Door groei van EU, etage erbij -> EU-etage.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: een staatsvorm waarin de landelijke overheid dominant is via
wetgeving en toezicht, maar waarin overige territoriale eenheden zelfstandige bevoegdheden hebben.
(Nederland)
Decentralisatie: de overheveling van taken en verantwoordelijkheden van de centrale overheid naar een
bestuursorgaan op een lager territoriaal niveau.
Globalisering: proces waarbij landen op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied steeds meer met
elkaar verbonden worden.
Horizontale dimensie: De overheid doet het niet alleen, De overheid (government) heeft vaak een formeel
mandaat, maar voor sturing (governance) is dat niet genoeg: er zijn veel maatschappelijke partijen nodig!
Paragraaf 1.6: Openbaar bestuur als good governance
We beoordelen de kwaliteit van het openbaar bestuur met verschillende zogenoemde waarden van goed
bestuur (democratie, rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid, en integriteit). In praktijk blijken
deze waarden soms strijdig met elkaar te zijn: het is dus lastig om in alle gevallen maximaal te voldoen aan
al deze waarden.
Good governance; model waarmee vs haar overheid beoordeelt.
Democratie: Responsief bestuur
Democratie: gaat uit van volkssoevereiniteit. Volgens dat beginsel regeren politici, bestuurders en
overheidsorganen in naam van het volk. Politici en gekozen bestuurders ontlenen hun macht, via
verkiezingen, aan de burgers.
Democratisch bestuur: bestuur dat zijn legitieme macht ontleent aan de wil van de burgers.
Rechtmatigheid: bestuur gebonden aan het recht
Rechtmatigheid: een waarde van goed bestuur waarbij men handelt in overeenstemming met de geldende
regels en besluiten.
Wet biedt burgers bescherming grenzen voor doen en laten van de overheid
In de bestuurlijke praktijk doen zich spanningen voor rond het rechtmatigheidsvereiste; juridisering
1. Rechtsbescherming tegen de overheid is sterk uitgebreid. (Verschillende instanties voor de burger)
2. De juridische eisen van het openbaar bestuur zijn hoger. (AWB)
3. Rechters zijn minder terughoudend om de overheid aan te pakken. (Juridisering, meer formele
regels)
3