100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting inleiding ondernemingsrecht deel B €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting inleiding ondernemingsrecht deel B

1 beoordeling
 189 keer bekeken  14 keer verkocht

EIGEN CIJFER: 8,7. Samenvatting van het vak Inleiding ondernemingsrecht van het eerste leerjaar op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Hoofdstukken 3 t/m 6 en 8/9. Boek: Ondernemingsrecht en faillissementsrecht, ISBN van boek: 9379.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Nee
  • H 3-6, h8-9
  • 11 maart 2019
  • 16
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (32)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: marahluttge1 • 5 jaar geleden

avatar-seller
thararutgers
Inleiding ondernemingsrecht deel B
Hoofdstuk 3 – Algemene vraagstukken rond rechtspersonen
3.6 Besluitvorming
De wil van een rechtspersoon komt tot uiting in besluiten die de organen van de
rechtspersoon nemen.
3.6.1 Stemming
Aan het besluit van een rechtspersoon gaat soms een stemming vooraf. Een stem is geldig
of nietig (art. 2:13 lid 1 BW). Een stem is nietig in de gevallen waarin een eenzijdige
rechtshandeling nietig is, bijvoorbeeld wanneer het in strijd is met de goede zeden of de
openbare orde (art 3:40 BW), of wanneer het in strijd is met een dwingende wetsbepaling
(art. 3:40 lid 2 BW). Een stem die uitgebracht is door een onbekwame is altijd nietig, tenzij
het gaat om een lid van een vereniging, voor zover de statuten zich daartegen niet verzetten
(art. 2:13 lid 2 BW).
Het gevolg van de strikte indeling in geldige en nietige stemmen is dat eenmaal uitgebrachte
stemmen niet vernietigd kunnen worden op grond van dwaling, bedreiging, bedrog of
misbruik van omstandigheden.
Tenzij de statuten anders bepalen is het in de vergadering uitgesproken oordeel van de
voorzitter over de uitslag van een stemming beslissend (art. 2:13 lid 3 BW). Hetzelfde geldt
voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover wordt gestemd over een niet schriftelijk
vastgelegd voorstel. Als onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de
juistheid daarvan wordt betwist, vindt er een nieuwe stemming plaats op verzoek van de
meerderheid van de vergadering of op verzoek van een stemgerechtigde aanwezige indien
tijdens de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk is gestemd. Door deze
nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming (art. 2:13 lid
4 BW).
3.6.2 Nietige en vernietigbare besluiten
Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon kan nietig of vernietigbaar zijn. Artikel
2:14 BW gaat over nietige besluiten en artikel 2:15 BW gaat over vernietigbare besluiten.
Een besluit is nietig wanneer het in strijd is met de wet of de statuten, tenzij uit de wet iets
anders voortvloeit.
Een besluit is in drie gevallen vernietigbaar:
1. Wanneer het in strijd is met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen
van besluiten regelen;
2. Wanneer het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW
worden geëist;
3. Wanneer het in strijd is met een reglement.
Een nietig besluit heeft geen rechtsgevolgen. In een procedure moet de rechter een nietig
besluit ambtshalve negeren.
Een besluit dat vernietigbaar is, heeft gewoon rechtsgevolg tot aan het moment dat het is
vernietigd. Artikel 2:15 lid 3 BW bepaalt dat vernietiging alleen kan geschieden door een
uitspraak van de rechter. Een vordering tot vernietiging kan worden ingesteld door iemand
die een redelijk belang heeft bij de naleving van de verplichting die niet is nagekomen en
door de rechtspersoon zelf. De bevoegdheid om een vordering tot vernietiging in te stellen
vervalt een jaar nadat aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, of de
belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd (art. 2:15 lid 5
BW).

,Wanneer de rechter een besluit heeft vernietigd, is het – na de vernietiging – nietig. Deze
nietigheid werkt terug in de tijd tot het tijdstip waarop het besluit was genomen.
3.6.3 Gevallen van nietigheid
Een besluit is ook nietig als het in strijd is met de goede zeden of de openbare orde (art. 3:40
lid 1 BW). Een besluit is bovendien nietig, indien de wet dat met zoveel woorden verklaart.
Een besluit dat in strijd is met de bevoegdheidsverdeling tussen de organen van de
rechtspersoon, is eveneens nietig.
Op grond van artikel 2:14 lid 2 BW is ook een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks
het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling
van of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen.
Een besluit dat is genomen in strijd met de eis van een versterkte meerderheid of in strijd
met een quorumeis, is nietig. Van een versterkte meerderheid is sprake wanneer een besluit
wordt genomen met een meerderheid van bijvoorbeeld twee derde van de uitgebrachte
stemmen. Van een quorumeis is sprake wanneer een besluit slechts kan worden genomen
wanneer een minimumaantal stemgerechtigden aanwezig is.
3.6.4 Gevallen van vernietigbaarheid
Een besluit is vernietigbaar als het is genomen in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen
die het tot stand komen van besluiten regelen. Het gaat in deze wettelijke of statutaire
bepalingen dus niet om:
 Een door de wet of de statuten voorgeschreven, voorafgaande handeling van of
mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, of
 De eis van een versterkte meerderheid of een quorumeis. In die gevallen is het
besluit immers nietig.
Ook een besluit dat in strijd is met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW is
vernietigbaar.
Ten slotte is ook een besluit dat in strijd is met een reglement vernietigbaar.
3.7 Vertegenwoordiging
Rechtspersonen nemen aan het rechtsverkeer deel door middel van handelingen van hun
vertegenwoordigers. Dit kan een andere rechtspersoon zijn, maar uiteindelijk is het menselijk
werk. In de meeste gevallen worden rechtspersonen vertegenwoordigd door werknemers en
bijzondere vertegenwoordigers, ook wel procuratiehouders genoemd. De verhouding tussen
hen en de rechtspersoon wordt beheerst door het arbeidsrecht en het recht over volmacht
(art. 3:60 BW), lastgeving (art. 7:400 BW) en zaakwaarneming (art. 6:201 BW).
Vertegenwoordiging wordt hier opgevat als het vermogen om de rechtspersoon juridisch te
binden aan een derde. Denk aan het sluiten van overeenkomsten of het instellen van
vorderingen.
Hoofdstuk 4 – Soorten kapitaalvennootschappen
4.1 Kapitaalvennootschappen
Nv’s en bv’s zijn kapitaalvennootschappen met rechtspersoonlijkheid. De wetgever verdeeld
deze vennootschappen onder in gewone vennootschappen, eenpersoonsvennootschappen
en grote of structuurvennootschappen.
Nv’s en bv’s zijn rechtspersonen met in aandelen verdeeld kapitaal. De aandelen worden
gehouden door aandeelhouders. Aandeelhouders vormen gezamenlijk de algemene
vergadering.

, 4.1.1 Dualistisch of monistisch bestuurssysteem
De algemene vergadering en het bestuur zijn de twee voorgeschreven organen van
kapitaalvennootschappen. De vennootschap kan er zelf voor kiezen een toezichthoudend
orgaan (raad van commissarissen) in te stellen.
Wanneer er wordt gekozen om een raad van commissarissen in te stellen, dan worden de
wettelijke bepalingen over taken en bevoegdheden van de raad van commissarissen en zijn
leden van toepassing. Het bestuur en de raad van commissarissen hebben beide eigen
taken en bevoegdheden en worden geacht nevengeschikt te zijn. Er is dan sprake van een
dualistisch bestuurssysteem of een ‘two tier board’ model. Dit model heeft als voordeel dat
de scheiding tussen uitvoering en toezicht duidelijk is, vooral voor externen. Daarnaast is er
sprake van een grotere onafhankelijkheid ten opzichte van bestuurders.
De wet geeft een nv of bv ook de mogelijkheid om te kiezen voor een monistisch
bestuurssysteem of ‘one tier board’ model (art. 2:129a en 239a BW). In dit systeem vervalt
de functie van commissaris en worden de desbetreffende taken vervuld door personen die
bestuursverantwoordelijkheid dragen. De bestuurstaken worden verdeeld over zowel
uitvoerende als niet-uitvoerende bestuurders. Uitvoerende bestuurders zijn bestuurders die
zich in het bijzonder bezighouden met de dagelijkse leiding van de vennootschap en de
daarmee verbonden onderneming. Niet-uitvoerende bestuurders hebben als hoofdtaak het
algemeen besturen, er zijn aan hen geen specifieke uitvoerende taken opgedragen. Zij zijn
lid van het bestuur en als zodanig in ieder geval verantwoordelijk voor de algemene gang
van zaken.
Artikel 2:129a en 239a BW bepalen dat de niet-uitvoerende bestuurders natuurlijke personen
moeten zijn. Ook een commissaris kan alleen een natuurlijk persoon zijn volgens artikel
2:140 en 250 lid 1 BW. Rechtspersonen kunnen wel tot uitvoerend bestuur worden
benoemd.
Voordelen van een monistisch bestuur zijn:
- Bestuurders krijgen eerder en meer informatie dan commissarissen;
- Bestuurders zijn meer betrokken bij de gang van zaken binnen de vennootschap dan
de commissarissen;
- Een monistisch bestuur kan slagvaardiger opereren.
4.1.2 Verschillen commissaris en niet-uitvoerend bestuurder
Tussen de positie van een commissaris en een niet-uitvoerend bestuurder bestaan de
volgende verschillen:
- Commissarissen hebben niet alleen een toezichthoudende taak, maar ook een
adviserende taak (Art. 2:140 en 250 lid 2 BW); een niet-uitvoerende bestuurder is
verantwoordelijk voor het algemene beleid (art. 2:9, 2:129a en 239a BW);
- Een commissaris heeft in beginsel geen vertegenwoordigingsbevoegdheid en een
niet-uitvoerende bestuurder wel, tenzij de statuten anders bepalen;
- een commissaris hoeft slechts de jaarrekening mede te tekenen (art. 2:101 lid 2 en
210 lid 2 BW), terwijl een niet-uitvoerende bestuurder mede verantwoordelijk is voor
het opstellen van de jaarrekening (art. 2:101 lid 1 en 210 lid 1 BW);
- een commissaris is hoofdelijk aansprakelijk voor een misleidende jaarrekening (art.
2:150 en 260 BW); een niet-uitvoerende bestuurder is niet alleen hoofdelijk
aansprakelijk voor een misleidende jaarrekening, maar ook voor tussentijdse cijfers
en het jaarverslag (zie art. 2:10 BW);
- een niet-uitvoerende bestuurder moet om zich vrij te pleiten van aansprakelijkheid
aantonen dat hij maatregelen heeft genomen om de gevolgen van onbehoorlijk
bestuur af te wenden. Voor een commissaris geldt dat hij dit moet doen om de
gevolgen van onbehoorlijk toezicht af te wenden (art. 2:150 en 260 BW).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper thararutgers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  14x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd