100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting orthopedagogiek: Theorieën en modellen (boek, klapper/reader, artikelen, college's) €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting orthopedagogiek: Theorieën en modellen (boek, klapper/reader, artikelen, college's)

8 beoordelingen
 778 keer bekeken  63 keer verkocht

Dit is een zeer complete samenvatting van alle stof voor het vak Orthopedagogiek: Theorieën en modellen (Leiden, 2019). In de samenvatting staat alle stof uit de reader, het boek: psychodiagnostiek (het onderzoeksproces in de praktijk), verplichte artikelen en uit de college's. De stof wordt aange...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • Ja
  • 18 maart 2019
  • 39
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (22)

8  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: susanwentinck • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: dunyaherrenberg3 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: astriddeklerk • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: soleil2 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: giraffe2001 • 3 jaar geleden

Fijne en duidelijke samenvatting in het Nederlands. Alle stof komt aan bod.

review-writer-avatar

Door: ddoesborg • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: yasminaach97 • 4 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
lisannelugtmeijer
Samenvatting Orthopedagogiek:
Theorieën en modellen
(Leiden, 2019)
Boodschap voor lezer:

Soms overlapt de literatuur (bv. reader en boek). De informatie wordt dan slecht 1 keer beschreven
waar dit het eerste voorkomt. Verder wordt de beschreven literatuur aangevuld met informatie uit
de colleges (Paul Vedder, 2019).

Literatuur college 1

Reader h1: Reader "Clinical Child and Adolescent Studies: Concepts,
Theories, and Challenges" (2018)

Als orthopedagoog clinicus (vanaf nu prof-ed genoemd) werk je met cliënten eraan om hun
gezondheid te optimaliseren. De cliënten zijn kinderen ( of oudere personen) met
‘gezondheidsproblemen’ of personen die werken met deze kinderen zoals leerkrachten. gezondheid
is een mentale, lichamelijke en sociale staat van compleet welzijn zonder ziektes of tekortkomingen
in mentale, lichamelijke en sociale gebieden. De definitie van gezondheid kan verschillen per cultuur.
De prof-ed moet dus ook rekening houden met culturen, de tradities hiervan en
consensus/overeenstemming van mensen over bepaalde ideeën . tradities zijn regels die ontwikkeld
zijn in het verleden en nu nog van toepassing zijn bij die cultuur. Consensus heeft te maken met
regels en overeenstemming die ontstaan zijn in het nu (bv. regels over social media waren tot kort
geleden niet bestaand omdat social media ook nog niet bestaand was). Er zijn 3 strategieën op het
gebied van de omgang met consensus door de prof-ed:
- Gebruik van directe invloed van de gemeenschap door de gemeenschap erbij te betrekken.
- Rekening houden met de wetgeving en de gewoontes op het gebied van gezondheid (wat
wordt er door de gemeenschap als gezond gezien?)
- Consensus vanuit de wetenschap gebruiken (bv. De classificaties van wat abnormaal is uit de
DSM).
- Ook de guidelines van experts in de gemeenschap op een bepaald gebied kunnen gebruikt
worden

Prof-eds bieden dus hulp aan hun cliënten en deze hulp gaat verder dan alleen de middelen
gebruiken die bestaan. Wellicht moeten er nieuwe behandelmethodes of instrumenten worden
ontwikkeld om een bepaalde groep cliënten te helpen. Dit valt ook onder de plicht van de prof-ed.
Ook belangrijk voor de prof-ed is dat relatie met de cliënt. Deze relatie moet passen bij de behoeftes
van de cliënt. Op deze manier is de clinicus-cliënt relatie ook een tool om het welzijn van de cliënt te
verbeteren.

Hoewel je als prof-ed de cliënt wilt helpen, kan dit ook fout gaan. De zogeheten iatrogene effecten
(de in de volgende alinea genoemde effecten zijn allemaal verschillende iatrogene effecten) treden
dan op. Dit zijn ongewilde effecten veroorzaakt pedagogisch of klinisch handelen (bv. Door een
interventie). Deze iatrogene effecten maken het beroep van prof-ed risicovol. Soms kunnen deze
effecten kunnen voorkomen worden door te werken met protocollen ( systemen met regels en

,procedures die gevolgd te worden in de specifieke situatie waarbij zij van toepassing zijn). Verder is
van belang om te werken met evidence based methodes.

Cliënten die naar een prof-ed gaan, krijgen als er sprake is van een probleem vaak een label (bv.
Autisme of adhd). Labels leiden het diagnose proces en zijn vaak ook de uitkomst van dit proces. Ook
zorgen labels ervoor dat bepaalde behandeling, faciliteiten en tools mogelijk zijn en kunnen ervoor
zorgen dat deze kosten vergoed worden. Hoewel een label dus positief gezien kan worden, kan het
ook zorgen voor iatrogene effecten. Een kind kan bijvoorbeeld ernstig gepest worden vanwege het
label met alle nadelige gevolgen daarvan. Als de iatrogene effecten worden veroorzaak door de
reactie van anderen (het pesten als gevolg van het label) dan noem je het reactieve pathogene
effecten. Andere negatieve effecten voor het kind zijn: faciliterende pathogene effecten. Deze
hebben een directe relatie met verkeerde, niet valide of niet effectieve diagnoses en behandelingen.
Zo kan een verkeerde diagnose zorgen voor een ongeschikte interventie die negatieve invloed heeft
op het kind. Er zijn ook effecten die het resultaat zijn van klinische interventies, namelijk:
besmettelijke effecten (contagion effects) en beperkingen van leermogelijkheden (restriction of
learning oppertunities). Bij besmettelijke effecten gaat het erom dat wanneer kinderen met
internaliserende of externaliserende problemen samen in een behandelgroep zitten, ze elkaars
gedrag kunnen versterken. Voorbeelden hiervan worden genoemd in de literatuur behorend tot dit
college: Dishion, T. J., McCord, J., & Poulin, F. (1999). Beperkingen van de leermogelijkheden vindt
plaats wanneer er door het handelen van de prof-ed een kind niet meedoet aan activiteiten die
belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind, zoals school. Deze beperkingen kunnen komen
doordat een kind vanwege behandeling niet naar school hoeft, wacht op toelating op een bepaalde
school of behandeling, geen goed ontwikkelingsplan heeft op de school en daardoor nodige
activiteiten mist enzv.

Een belangrijke eigenschap voor prof-eds is het nemen van verantwoordelijkheid, ook wanneer
verkeerd gehandeld is. Al eerder werd de term ‘protocollen’ genoemd. Ondanks dat het werken met
protocollen moet zorgen voor stabiliteit, continuïteiten goede kwaliteit, kunnen fouten niet aan deze
protocollen worden toegeschreven. Een goede prof-ed is op de hoogte van de protocollen, maar
neemt ook verantwoordelijkheid over wat hij/zij doet en blijft flexibel.

Als orthopedagoog werk je met kinderen die volgens de wet afhankelijk zijn van hun ouders en dus
maak je gebruik/communiceer je met gedelegeerde autoriteit. Toch moet de prof-ed rekening
houden met de zelfbeschikking (recht over jezelf te beslissen) van de cliënt. Zeker bij meervoudige
problemen kan dit uitdagingen opleveren. De prof-ed moet signalen van de cliënt (bv. huilen,
geluiden, schreeuwen) opvatten als betekenisvolle communicatie. Hiervoor is empathie, geduld en
kennis nodig.

Anticiperen op goedkeuring is het ‘rechtvaardig’ gebruik maken door ouders of prof-eds van dwang
en verplichtingen omdat dit uiteindelijk zou moeten zorgen voor voordelen bij de persoon (voor wie
de dwang of verplichtingen gelden) of de gemeenschap (vb. jonge mannen die moeten kiezen tussen
dienen in het leger of nog 10 jaar naar school gaan). Hierbij wordt het zelfbeschikkingsrecht
ondermijnt. Door ouders wordt geanticipeerde goedkeuring regelmatig gebruikt. Voor prof-eds is dit
risicovol. Hoewel deze anticipatie ervan uitgaat dat kinderen uiteindelijk zelfstandige competente
mensen worden, kan het ook gebeuren dat er niet aan deze verwachtingen voldaan wordt door het
kind en dat de anticipatie daardoor niet juist is.

,Artikel: Van der Veer, R. (1985). Vygotskij: Russisch psycholoog van
groot formaat. Psychologie, 7, 21-24

Het nurture vs nature (aanleg vs omgeving) debat in het kort:

- Rationalisme en het nativisme stellen dat de kern van alle mentale processen ligt in de
genen. Als de omgeving optimaal is, rijpen deze processen tot volwassen vorm. Ouders
moeten er daarom voor zorgen dat de omgeving optimaal is maar hebben verder weinig
invloed.
- Empiristen stellen dat mentale processen bepaald worden door de omgeving. Deze
omgeving bestaat uit de volwassenen rondom het kind. Het kind is een onbeschreven blad
(tabula rasa).
- Beide ideeën zijn zeer oud en extreem. Gebleken is dat zowel de omgeving als de aanleg een
rol spelen in de ontwikkelingen van een kind. Resultaten van tweelingonderzoeken zijn voor
deze conclusie belangrijk geweest.

In het nurture vs nature debat, neemt Vygotskij een originele en verdedigbare positie in, namelijk:
het kind schept zijn eigen omgeving. Elk kind reageert namelijk anders op een bepaalde situatie en
de situatie kan ook veranderen door het kind (bv. het kind leert praten). Vygotskij stelt dat de
ontwikkeling van het kind niet alleen aanleg of omgeving is, maar een samenwerking van beide (het
kind en de volwassen in de omgeving).

Verder was Vygotskij tegen het gebruikt van de traditionele intelligentie test (die in zijn tijd erg
populair was). Hij noemde de testen atheoretisch. Hiermee bedoelde hij dat zulke testen gemaakt
werden zonder dat men precies wist wat intelligentie was en waarom de testitems precies gebruikt
werden. Ook vond hij dat de uitslagen op intelligentietesten vooral resulteerden in tekortkomingen
van kinderen als deze vergeleken werden met de norm (bv. de norm is een IQ van 100). Vygotskij
pleitte voor een meer kwalitatieve benadering waarbij wordt gekeken naar wat het kind wel kan.

Wat wilde Vygotskij met deze standpunten bereiken? Een andere aanpak! Hij wilde dat er in plaats
van het schatten van de bijdrage van omgeving en aanleg, gekeken zou worden naar hoe de aanleg-
en omgevingsfactoren van een kind in elkaar zitten bij bepaalde mentale processen. Hierbij
onderscheidde hij 2 soorten processen: Hogere psychische processen (= actief tot stand gekomen
door de menselijke beschaving met behulp van taal) en lagere psychische processen (=passieve
processen die een baby al heeft zoals reflexen, waarnemen en onthouden). Het kind maakt gebruik
van hogere psychische processen wanneer het de taal vaardig wordt. Hierdoor kan hij/zij de wereld
gaan begrijpen met behulp van semantische netwerken. Wanneer de taal een volwassener niveau
bereikt, zullen ook de waarnemingen van het kind hierop aangepast worden. Zo kan wordt taal
gebruikt om geheugen te vergroten (denk maar aan ezelsbruggetjes enzv). Het natuurlijke geheugen
(een passief proces) wordt dan naar een hoger psychisch proces gebracht met behulp van taal.

Hoe kinderen taal zich eigen maken, beïnvloed hun mentale functioneren. Het heeft dus een
belangrijke rol bij mentale processen. Zo noemt hij de functie van taal emanciperend: het kind is niet
meer afhankelijk van zijn/haar omgevingsindrukken maar is een actief en handelend wezen dat zijn
of haar omgeving kan structureren. Taal is een product van cultuur stelt Vygotskij en daarom kunnen
zijn ideeën geschaard worden bij de omgevingsaanhangers in het debat. Hoewel het kind dus vanuit
zijn of haar aanleg de lagere psychische processen meekrijgt, ontstaan de hogere psychische
processen vanuit de omgeving wanneer het kind taal gaat beheersen volgens Vygotskij.

, Artikel: Dishion, T. J., McCord, J., & Poulin, F. (1999). When
interventions harm: Peer groups and problem behavior. American
Psychologist, 54, 755-764.

Het artikel stelt dat jongeren die clusteren in groepjes (peer aggregation) onder bepaalde
omstandigheden onopzettelijk probleemgedrag versterken. Er wordt hierbij gekeken naar jongeren
die al een hoger risico op probleem gedrag hebben.

Bij een eerdere studie waarbij jongens deelnamen aan een 25 min. durende groepsdiscussie over
probleem oplossen, werd het begrip Deviancy training vastgesteld. Dit is het proces waarbij de peers
positief reageren op deviant/ regel overtredend gedrag of ideeën tijdens de discussies. Ze belonen
als het ware elkaars deviante gedrag. Met behulp van deviancy training kan probleemgedrag in de
toekomst voorspeld worden. Geobserveerde deviancy training bij een jongen tijdens de discussies
zorgde in de toekomst voor:

- Grotere kans op het gebruik van tabak, alcohol en wiet
- Meer door zichzelf gerapporteerde (self-reported) delinquent gedrag
- Meer door zichzelf en door de politie gerapporteerd gewelddadig gedrag
- (een andere studie concludeerde ook dat deviancy training gerelateerd is aan moeilijkheden
met aanpassingen/jezelf aanpassen als volwassene)

Dat dit deviante gedrag voorspeld kan worden aan de hand van de discussie kan komen doordat
antisociale jongeren voor de camera graag willen ‘pronken’ met hun slechte gedrag of doordat
deviant (afwijkend) taalgebruik een middel is voor jongeren om zich van vriendschappen of sociale
status te voorzien.

Bij een interventie voor jongeren met een verhoogd risico op probleemgedrag, waren er 2
focuspunten: de opvoedvaardigheden van de ouders verbeteren en het stimuleren van prosociale
doelen en zelfregulatie bij de jongeren zelf. Er was een conditie die alleen de ouderfocus had, een
conditie die alleen de jongerenfocus had (hierbij werd gebruik gemaakt van groepssessies met
peers), een conditie die beide focussen had en een controle conditie. De resultaten van de studie:

- Positieve korte termijn effecten bij de opvoedvaardigheden van de ouders en prosociale
doelen en zelfregulatie bij de jongeren. Bij groep met ouder- en jongerenfocus
- Minder negatieve familie-interacties (geobserveerd door onderzoekers). Bij beide (aparte)
focusgroepen.
- Ouders rapporteerde minder spanning en conflict in het gezin. Bij beide (aparte)
focusgroepen.
- Op lange termijn negatieve effecten, meer middelengebruik bij de jongerenfocusgroep.
- Op lange termijn ook meer probleemgedrag door de leerkracht gerapporteerd bij
jongerenfocusgroep.
- De hypothese: Jongerenfocus gecombineerd met ouderfocus zorgt voor minder
middelenmisbruik en delinquentie, bleek niet te kloppen.

Een andere interventie waarbij gebruik werd gemaakt van matched pairs, probeerde met een
behandeling aan huis, ongeveer 2x per maand probleem gedrag van jongens te voorkomen. De
jongens werden in gelijke paren gematched waarbij 1 van hen behandeling ontving. Na de
behandeling werden de paren vergeleken. Dit onderzoek leverde opvallende resultaten op:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisannelugtmeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  63x  verkocht
  • (8)
In winkelwagen
Toegevoegd