Samenvatting Grammatica 2
Samengestelde zinnen en woordsoorten
Samengestelde zinnen
- Verschillende persoonsvormen
- Verschillende onderwerpen
- Voegwoord
Hoofdzin
- De persoonsvorm staat op de tweede plaats in de zin.
- Er is geen zinsdeel mogelijk tussen het onderwerp en de persoonsvorm.
Hij lacht als ik kijk. → Hij lacht als ik (morgen) kijk.
hoofdzin bijzin (‘dan’)
Bijzin
- Een bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
- Er is een zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm mogelijk.
- Afwijkende woordvolgorde: de persoonsvorm staat achteraan.
Nevenschikking
- Hoofdzin + hoofdzin
- Bijzin + bijzin
Nevenschikkende voegwoorden
- en, of → aaneenschakelend (ook ; en ,)
- maar, doch → tegenstellend
- want, dus → oorzakelijk
Onderschikking
- Hoofdzin + bijzin (fungeert als zinsdeel binnen de gehele zin; vervangbaar door één woord).
Onderschikkende voegwoorden
- dat, omdat, zodat, nadat, opdat
- of, daar, aangezien
- zoals, als, wanneer, indien
- terwijl, hoewel, ofschoon
Samentrekking
- Voorwaarden: * dezelfde functie (bijv. grammaticaal)
* dezelfde vorm (bijv. woordvorm)
* dezelfde betekenis
Ik blies de ballonnen op en Nora de kaarsjes uit.
Niet juist: ‘opblazen’ en ‘uitblazen’.
- Herleidbaar tot volledige zinnen
- Niet herleidbaar: ellips.
Samenvatting Grammatica 2 (samengestelde zinnen en woordsoorten) | Mark-Jan Zwart | 1
, Voegwoorden en bijwoorden
Hij gaat naar huis en hij is moe. en = voegwoord
Hij gaat naar huis, dus hij is moe. dus = voegwoord
Hij gaat naar huis, dus is hij moe. dus = bijwoord (want er treedt inversie op).
Eigenlijk staat er: … en (= voegwoord) dus is hij moe…
hoofdzin hoofdzin
Bijwoorden die in nevenschikkingen kunnen voorkomen
- Voorbeelden: bovendien, toch, ook, daarentegen, niettemin, immers, althans, dus → hierna
treedt inversie op.
- Mogelijk: voegwoord + bijwoord
Marianne ging weg, maar daarentegen is Johan hier.
Marianne ging weg en dus is Johan hier.
- Niet mogelijk: voegwoord + voegwoord
* Marianne ging weg en maar Frank.
* Marianne ging weg en dus Frank bleef.
Beknopte bijzin
- Er is geen voegwoord.
- Er is geen onderwerp.
- Er is geen persoonsvorm.
De beknopte bijzin is aan de volgende kenmerken te herkennen.
- Er staat een vorm van het werkwoord in die niet bij het werkwoordelijk gezegde past.
- Er staat ‘om’ of dit is toe te voegen.
- De beknopte bijzin is uit te bouwen.
Ze had zonder het te weten de goede keuze gemaakt.
beknopte bijzin
zonder dat zij het wist
Hij besluit haar te bellen.
beknopte bijzin
Zij weigert naar binnen te gaan.
beknopte bijzin
Balansschikking
- Balansschikking = bijzin.
- Kenmerken:
1. Voorafgegaan door een hoofdzin met een ontkenning (niet, nauwelijks etc.).
2. Altijd ingeleid door nevenschikkend ‘of’.
3. Volgorde van hoofdzin (ond. en pv. ondoordringbaar naast elkaar).
4. Niet altijd vervangbaar door één zinsdeel.
5. Nooit voorop te plaatsen.
Het duurde niet lang meer of de bus zette zich in beweging.
balansschikking → bijwoordelijke bijzin
Samenvatting Grammatica 2 (samengestelde zinnen en woordsoorten) | Mark-Jan Zwart | 2