Samenvatting inkoop en contractmanagement. Ideaal ter voorbereiding op het tentamen. Opgenomen in de samenvatting zijn de boeken: Inkoop, werken vanuit een ketenperspectief en Contractmanagement in de praktijk.
Heeft u ervaring met inkopers of een inkoopafdeling?
Hoe wordt er tegen de inkoopafdeling in uw organisatie aangekeken
Welke rol heeft uw organisatie in de totale keten?
Hoe ziet het leveranciers- en klantennetwerk van uw organisatie er uit?
In hoeverre spelen de trends (zie download) in uw organisaties een rol?
Onderwerpen en leerdoelen blok 1
De volgende onderwerpen staan centraal in dit blok:
Positie van inkoop in de keten
Toegevoegde waarde van inkoop
DuPont-model
Realisatie van inkoopresultaat
Ontwikkelingen en trends in inkoop
Het inkopen van diensten
De leerdoelen van het blok zijn gekoppeld aan de algemene leerdoelen en onderwerpen die
centraal staan in deze module. De getallen tussen haakjes bij elk blokleerdoel verwijzen naar
het nummer van het algemene leerdoel.
Na dit blok kunt u:
1. uitleggen wanneer inkoop in een organisatie belangrijk is; (1)
2. aan de hand van het DuPont-model uitleggen wat het effect van inkoopbesparingen op de
winst is; (1)
3. uitleggen wat inkooptrends (zoals globalisering) in uw eigen organisatie betekenen. (2)
Inkoop is gestructureerd en beleidsmatig.
Definitie van inkoop: Alles waar een externe factuur tegenover staat.
Inkoop kun je op 3 manieren opvatten:
- De aanschaf zelf
- De functie
- Als afdeling
Inkoper: Degene die in de organisatie de inkopen doet
Inkoopafdeling: Afdeling binnen een organisatie welk is aangewezen om de inkopen te verrichten
Inkoper draagt bij aan de strategie en winstgevendheid. Beste concurrentiepositie. Niet enkel om
zo goedkoop mogelijk te zijn.
Inkoop richt zich niet alleen op het primaire proces maar ook op het ondersteunende proces
Keten: een opvolging van schakels (bedrijven) van oer producent tot consument.
,Een inkoper moet zich de vraag stellen welke strategische, taxctische en operationele dimensie bij
deze aanschaf een rol speelt.
Strategisch: het vertalen van de bedrijfsstrategie naar inkoopstrategie
Tactisch: het beheersen van een bestand leveranciers
Operationeel: het inkopen zelf
Bedrijfsstrategie: bepaling van keuze uit alternatieve hoofdlijnen
Organisatiestrategie: Missie van het de organisatie. Waar wil het naartoe in de toekomst.
Inkoopstrategie: Waar moet de inkoop aan voldoen. Welke potentiële strategische
inkoopbeslissingen moeten er genomen worden op basis van bijvoorbeeld. Waarde, risico en kosten.
Voorbeelden potentiele strategische inkoopbeslissingen:
Aspect Potentiele strategische beslissing Te verwachten effect posi of nega
Waarde Inkopen i.p.v. zelf maken minder financiële middelen nodig
Risico Marktontwikkelingen screenen Onderzoekskosten nemen toe
Interne leverancier: Leverancier waar al vaker zaken mee is gedaan of waar zaken mee gedaan
moeten worden.
Externe leverancier: Nieuwe leverancier of leverancier die toevallig benaderd wordt. Deze willen je
vaak binnen krijgen als klant en klantgerichtheid staat hier vaak voorop.
Waardeketen van porter: instrument waarmee een bedrijf de meerwaarde kan vast stellen van een
afdeling binnen een afdeling of geheel. Wanneer de bijdrage van een afdeling of eenheid aan de
omzet en winst nihil blijkt te zijn, kan het bedrijf in principe deze schakel uit de keten verwijderen
zonder dat dit veel het bedrijfsresultaat beïnvloed.
1. Zoveel mogelijk winst maken op een korte termijn
2. Behoud van het bedrijf op een langere termijn
Logistieke keten: Ook wel supply chain. Route die een product tussen oerproducent en
eindconsument met elkaar verbindt.
Meerwaarde: Inkoop moet streven naar meerwaarde voor de eigen organisatie. Dit kan direct dan
wel indirect.
Indirect: leverancier levert goederen via een of meer tussenstappen.
Direct: Leverancier levert direct aan de inkopende organisatie.
Inkoopkanaal: De weg waarlangs een organisatie producten of diensten verwerft.
Distributiekanaal: Laatste weg die een product aflegt van producent naar consument.
Kanalen waarvan een inkoper gebruikt maakt hangt af van:
- De strategie. Welke bedrijven kan ik meenemen in de keten etc.
- De beschikbaarheid. Doet een leverancier aan directe verkoop of verkoopt hij alleen via
groothandel
- De wettelijke beperkingen. Voor bijvoorbeeld medicijnen, deze moeten eerst door een
controle van een apotheker.
- Ketenmacht. Inkopen via bij 1 bedrijf zet deze in een machtspositie.
- Specifieke deelmarkt. Bijvoorbeeld een ziekenhuis wat inkoop bij een van de drie
gespecialiseerde groothandels die Nederland telt.
Strategisch inkoopplan: Bij het maken van het inkoopplan moet er rekening gehouden worden met
de bedrijfsstrategie.
Tactisch inkoopplan: Hierin zet men de activiteiten en plannen voor de middellange termijn uit.
Bevat o.a. sourcingbeleid en de manier waarop de grondvorm en processen van de inkoop worden
opgezet.
Operationeel inkoopplan: welke producten of diensten men in een bepaalde periode moet kopen.
Strategische driehoek: Dit helpt de inkoper om keuzes te maken ten aanzien van.
1. Afnemers
2. Concurrenten
3. Leveranciers
Vijfkrachtenmodel van porter:
Dit model helpt om de concurrentiepositie te bepalen. Interne en externe aspecten spelen hierbij
een rol. Interne aspecten zijn technische en de economische middelen. Externe factoren kunnen een
bedreiging of stimulans zijn.
, 1. Macht van de afnemers. Zijn er veel afnemers of enkele
2. Toetreed en uittreed barrières. Is het moeilijk om een nieuwe markt te betreden of af te
stoten.
3. Substituten. Hoe langer een product op de markt is en hoe langer dus de levenscyclus is.
4. Macht van de leveranciers
5. Rivaliteit op de markt (concurrenten)
Perfect fit of porter: Alles draait om de mate waarin positionering van een organisatie past op de
door haar gekozen markt.
1. Kostenleiderschap (goedkoopste van de markt willen zijn)
2. Diffirentiatiestrategie (organisatie probeert zich te onderscheiden van alle andere
organisaties in de markt.
3. Focusstrategie (gericht inspelen op de belangens van een bepaalde doelgroep)
Inkoopaandeel: Relatie tussen bedrag en omzat. Dit kan het beste uitgedrukt worden door inkoop
als percentage van de omzet te nemen.
Inkoopkosten: Alle kosten die een inkoopfunctie met zich meebrengt. Voorbeeld:
Personeelskosten van inkoopafdeling
Inkoopsoftware
Leveranciersbeheer
Beursbezoek
Inkoopmarktonderzoek
Offertekosten
Du pont model: Hiermee kun je berekenen wat de opbrengst is geweest van elke euro die die
geinvesteerd is in de onderneming. Ook wel ROI genoemd.
ROI: Returns Of Investment ROI= winst/omzet x Omzet/totaalvermogen
http://www.house-of-control.nl/du-pont-analyse-winstgevendheidsanalyse.html
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Dasahr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.