De student kan uitleggen welke functies het recht heeft in de samenleving;
Het recht heeft twee belangrijke functies:
1. Ordening van het menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels.
2. Handhaving van die regels door geschilbeslechting.
Uit het positief recht kunnen twee soorten recht worden gesplitst:
1. Materieel recht: regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen in hun onderling verkeer.
2. Formeel recht: regels over de wijze van de procedure van een juridische zaak.
In het staatsrecht wordt er geen onderscheidt gemaakt tussen materiele regels en
formele regels.
De student kan beschrijven wat het begrip ‘staat’ inhoudt, aan de hand van de kenmerken
van een staat;
De kenmerken van een staat zijn:
1. Een grondgebied, waarvan de grenzen in een verdrag met buurlanden zijn
vastgelegd en worden erkend.
2. Een gemeenschap/bevolking om over te regeren
3. Gezag (of soevereine macht); het hoogste gezag van de staat is gericht op het
scheppen en handhaven van orde en recht. Het gezag is het zeggenschap dat door
anderen legitiem wordt geaccepteerd.
De student kan de verschillen tussen de gecentraliseerde eenheidsstaat,
gedecentraliseerde eenheidsstaat, federatie en confederatie beschrijven;
Gecentraliseerde eenheidsstaat: in een gecentraliseerde eenheidsstaat berust alle
overheidsgezag bij de landelijke overheid. Die maken de wetten en bedenken die wetten.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: de overheidsmacht wordt verdeeld onder een centrale
overheid en lagere overheid (gemeentes). De centrale overheid geeft een deel van de
overheidsmacht aan de lagere overheid.
Federatie (bondsstaat): de staat is verdeeld in zelfstandige deelgebieden die samenwerken
in groter overheidsverband. Deelstaten hebben aantal statelijke kenmerken van een staat.
Confederatie (staatsbond): deze is niet modern. Het is een voorloper van de federatie en is
een aantal soevereine staten die op een basis van een (internationaal) verdrag
samenwerken. Er is geen centrale overheid en ze werken op basis van een verdrag.
De student kan beschrijven hoe het Koninkrijk der Nederlanden is georganiseerd.
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een statenbond, maar wordt nu als
een gedecentraliseerde eenheidsstaat omschreven. Echter, Nederland vormt samen met
een aantal Caribische eilanden weer deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, dat weer
als een federaal samenwerkingsverband kan worden beschouwd.
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954), heeft dit bevestigd. Het Statuut kan
worden als de federale constitutie (grondwet). De constitutie stelt de federale ambten, de
Koninkrijksorganen, in en legt de bevoegdheidsverdeling vast tussen Koninkrijksorganen en
de landen in het Koninkrijk. Toch zijn deze bevoegdheden redelijk beperkt, ze houden zich
namelijk bezig met buitenlandse betrekkingen, verdediging en nationaliteit.
De student kan uitleggen wat de begrippen ‘directe’ en ‘indirecte democratie’ inhouden;
, In een directe democratie worden beslissingen rechtstreeks door de burgers genomen. In
Nederland is dat niet het geval.
In Nederland spreken wij van een indirecte democratie; de beslissingen worden tot stand
gebracht door de Grondwet en de organen die door de bevolking zijn gekozen, zoals de
Tweede Kamer, provinciale staten en de gemeenteraad. Er is sprake van
vertegenwoordiging; de leden van die organen vertegenwoordigen het volk.
Om indirecte democratie in de praktijk tot stand te brengen, moet er sprake zijn van
burgerlijk kiesrecht. Het kiesrecht kan weer worden verdeeld in twee kiesrechten:
1. Actief kiesrecht; het recht om leden van de vertegenwoordigende organen te kiezen.
2. Passief kiesrecht; het recht om in zo’n orgaan te worden gekozen.
De student kan uitleggen wat het verschil is tussen het meerderheidsstelsel met
kiesdistricten en het stelsel van evenredige vertegenwoordiging;
Evenredige kiesstelsel: alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbaar
aantal zetels en tellen allemaal dus even zwaar mee.
De Staten-Generaal vertegenwoordigt het gehele Nederlandse volk en bestaat uit de
Eerste en Tweede Kamer (het parlement). De leden van de Tweede Kamer worden om de
vier jaar rechtstreeks door het volk gekozen, tenzij ze eerder worden uitgeschreven.
De Eerste Kamer worden ook om de vier jaar gekozen (tenzij eerder wordt uitgeschreven)
door middel van de Provinciale Staten, door middel van ‘getrapte verkiezingen’. Niet
rechtstreeks door het volk, de Provinciale Staten echter wel.
Het meerderheidsstelsel met kiesdistricten is het kiesstelsel waarbij per district één zetel
voor het parlement beschikbaar is, waardoor de kandidaat met de meeste stemmen wordt
afgevaardigd in het parlement.
De student kan uitleggen wat een rechtsstaat is aan de hand van de beginselen van de
rechtsstaat;
Legaliteitsbeginsel: de overheid mag slechts optreden van algemene regels die op democratische
wijze tot stand zijn gekomen. Mag pas handelen/ingrijpen als het in de wet staat.
Machtenscheiding: de macht van de overheid is verdeeld over verschillende organen van de
overheid. → trias politica
→ doel trias politica: misbruik van overheidsmacht tegengaan door spreiding.
Onafhankelijke rechtspraak: een onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming tegen
overheidsoptreden dat willekeurig is of een andere manier in strijd is met het recht.
Grondrechten: burgers hebben fundamentele rechten/ vrijheden die de overheid moet eerbiedigen.
Samengevat: de overheid is verplicht zich te houden aan haar eigen rechtsregels. Dit is het
beginsel van de rechtsstaat en een kenmerk van een democratie.
De student kan uitleggen hoe het parlementaire stelsel in Nederland vorm heeft gekregen:
In Nederland is er een parlementair stelsel dat inhoudt dat de volksvertegenwoordiging het
laatste woord heeft over de vraag of regering of de een minister aan het bewind kan blijven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melikeerba. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.