H2: Hallucinaties: psychopathologie en de neurale basis van
misperceptie
H3: Wanen: over de oorsprong van opmerkelijke opvattingen
H4: Kijken door een zwarte bril: emotionele informatieverwerking
bij depressie
H5: een cognitieve bias: de basis van angst?
H6: Sociaal disfunctioneren: Theory of Mind en emotieperceptie
H7: Conversie: een stoornis in de cognitieve aansturing
H8: Neurocognitieve verklaringen voor formele denkstoornissen
H9: Ziekte-inzicht: prefrontale cortex en metacognitie
H10: Confabulaties: wat er mis kan gaan bij het oproepen van
herinneringen
H11: Agressie als emotionele disregulatie of doelgericht gedrag
1
H12: Abulie, apathie en avolitie: stoornissen van de wil?
, H1 WAT IS COGNITIEVE
NEUROPSYCHIATRIE?
1.2 de humorenleer
De humorenleer is afkomstig van de oude Grieken en bekend geworden door
het werk van Galenus. Uitgangspunt is dat gezondheid een kwestie is van
evenwicht tussen een aantal ‘oerkwaliteiten’: vochtig-droog, warm-koud. Deze
primaire kwaliteiten hangen samen met de vier aristotelische oerelementen:
aarde, lucht, water en vuur. In de hippocratische traditie inden we i.p.v. deze
elementen de lichaamssappen:
- Bloed: warm en vochtig
- Zwarte gal: koud en droog
- Gele gal: droog en warm
- Flegma (slijm): vochtig en koud
Deze sappen moeten in de goede harmonie aanwezig zijn. Wanneer een element
te zeer overheerst, slaat de toestand van gezondheid om in ziekte.
De verdeling van de sappen resulteren in verschillende persoonlijkheidstypen:
- Sanguinische: warm en vochtig
- Melancholische: zwarte gal
- Flegmatische: vochtig en koud
Galenus ging ervan uit dat de eigenschappen van de ziel corresponderen met de
humorale samenstelling van het lichaam. Hij gebruikte de cellen- of ventrikelleer
als verklaring voor de werking van de geest. Er worden hierbij drie cellen
onderscheiden:
- Cel 1: waarneming
- Cel 2: beoordeelt het ‘beeld’ en relateert het aan opgeslagen kennis,
associatielegging.
- Cel 3: langetermijngeheugen
1.3 bezetenheid en hekserij
Vanaf 200 na Christus tot in de tweede helft van de 18 e eeuw is er sprake van
bezetenheid en hekserij. Een boze geest of de duivel zou bezit hebben genomen
van het slachtoffer. Die zou daardoor krampen of stuiptrekkingen vertonen,
ondraaglijke pijnen lijden en godslastering uitslaan. De kerk speelde in dit proces
een belangrijke rol. Johan Sprenger en Heinrich Kraemer spanden zich in voor de
heksenjacht (1486). Johannes Wier beoogde dat geestelijke stoornissen als
ziekten moeten worden beschouwd. Hij was de eerste arts die zich speciaal
toelegde op mentale ziekten (16e eeuw).
1.4 start van de moderne psychiatrie
Vanaf 1800 kwamen er veranderingen. Psychiatrische patiënten werden in
toenemende mate verzorgd in gasthuizen en dolhuizen. Dit waren min of meer
eigenstandige leefgemeenschappen. Verzorgers richtten zich op het in leven
houden van de mensen. Artsen kwamen nauwelijks. Zij waren ervan overtuigd
dat er geen behandeling mogelijk was voor gedragsstoornissen.
1.4.1 de franse school
Philippe Pinel (1745-1826) wordt algemeen beschouwd als de persoon die een
nieuwe richting is ingeslagen. Hij was belast met de medische leiding van een
hospitaal vol met zwakzinnigen, ongeneeslijk zieken en krankzinnigen. Patiënten
2
, zaten in hokken opgesloten of met boeien aan de muren geketend. Pinel
betoogde dat de krankzinnigen geen criminelen waren maar zieken.
Hij begon hun ziektegeschiedenissen op te tekenen. Hij geloofde dat een goede
behandeling ervoor zou zorgen dat het gedrag van de patiënten weer zou
normaliseren. Hiermee introduceerde hij de institution morale: moral treatment;
tegenwoordig psychotherapie.
Hij gaf een classificatie van ziektebeelden die aansloot bij het klassieke schema
van Galenus:
• Manie: bizar gedrag, overdreven vrolijkheid, depressiviteit.
• Melancholie: gedachten concentreren zich op één ding. Obsessieve ideeën
en illusies komen vaak voor.
• Dementie: verstoring van het denkproces; meestal het gevolg van
seksuele uitspattingen.
• Idiotie: alle intellectuele functies zijn aangetast; deze aandoening kwam
toen zeer veel voor en ging gepaard met afwijkende vormen van de
schedel.
1.4.2 psychiker
Het wetenschappelijk debat over de kern van de psychiatrische stoornissen werd
veel indringender gevoerd in Duitsland. Zij besteedden aandacht aan de
psychiatrie. In andere West-Europese landen werden patiënten alleen behandeld
voor hun lichamelijke klachten. Ze werden ‘opgeborgen’ in gestichten.
Psychiker: groep psychiaters die op het belang van individuele (slechte)
ervaringen wezen bij patiënten.
Johann Heinroth (1773-1843) was de belangrijkste exponent van deze groep. Een
mentale ziekte was in zijn opinie zuiver een aandoening van de ziek; het ging om
een inperking van vrijheid, een straf van God opgelegd aan de zondaar.
1.4.3 somatiker
Johan Christian Reil (1759-1813) geldt als pionier van de biologische psychiatrie.
Hij was zeer expliciet in het ontkennen van een materialistisch uitgangspunt en
hing het vitalisme aan, een toen populaire opvatting dat er een ‘levenskracht’
was, naast de natuurkundige krachten zoals zwaartekracht en elektriciteit. Hij
wordt beschouwd als de vader van de psychotherapie.
Navolgers van Reil worden ook tot de Somatiker gerekend. Uitgangspunt van
Somatiker: de ziel zelf kan nooit aangedaan worden en elke stoornis zou
veroorzaakt moeten zijn door lichamelijk disfunctioneren. Zij waren dus geen
materialisten in die zin dat zij het bestaan van de ziel of de geest ontkenden.
1.5 de eerste biologische psychiatrie
1.5.1 Wilhelm Griesinger
De discussie tussen de Psychiker en de Somatiker werd definitief in het voordeel
van de laatsten beslecht door Wilhelm Griesinger (1817-1868). Hij geloofde dat
er psychologische oorzaken zouden kunnen zijn voor het afwijkende gedrag. Een
verstoorde werking van hersenzenuwen kan leiden tot afwijkende indrukken of
waarnemingen, en kan zo verkeerde gedachten en gevoelens oproepen.
Griesinger pleitte er evenwel voor om toch meer belang te hechten aan fysieke
oorzaken. Hij zei dat er geen verschillende soorten psychiatrische patiënten
waren; afhankelijk van welk deel van het brein aangetast is, zullen er
verschillende symptomen optreden.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marieke93. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.