100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Gedetailleerde samenvatting Di-Klop: ALLE opgegeven literatuur €8,29   In winkelwagen

Samenvatting

Gedetailleerde samenvatting Di-Klop: ALLE opgegeven literatuur

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze gedetailleerde samenvatting bevat alle verplichte literatuur voor het tentamen van Di-Klop. Namelijk: de verplichte hoofdstukken uit de Bruyn et al. (2003), de verplichte hoofdstukken uit Tak et al. (2014), de verplichte hoofdstukken uit Verschueren & Koomen (2016) en de opgegeven artikelen. ...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 78  pagina's

  • Nee
  • H2 par 4, h6 par 3.1 t/m 3.2, h6 par 1 t/m 2 + par 3.3 t/m 3.4, h7 par 1 t/m par 7.13, h5, h9, h10,
  • 10 september 2024
  • 78
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
mar268
Samenvatting literatuur DI-KLOP



Week 1

De Bruyn H8 verklaringsanalyse: formuleren en toetsen van
diagnostische verklaringen

Verklaringsanalyse; 1. Formuleren van hypothesen 2. Toetsen ervan

8.1

Doel diagnosestelling is het opstellen en toetsen van wetenschappelijke,
alternatieve verklaringen voor het onderkende probleem.

Nut alternatieve en aanvullende diagnostische verklaringen;
1. Bij de huidige stand van de wetenschap geen theoretische of empirische
grond is voor het in verband brengen van probleemgedrag met slechts
een soort condities
2. Het is van belang voor de uitwerking van een eventuele interventie en
voor de keuze uit alternatieve mogelijkheden
3. Vormt het bewust gericht zijn op alternatieve verklaringen een
bescherming tegen fouten.

8.2.1 voorlopig diagnostisch denkschema

Is een eerste conceptueel schema dat de diagnosticus opstelt op basis van de
informatie uit de voorgaande stappen en door een koppeling te maken met
beschikbare kennis; empirisch als klinisch

Case formulation; over de beweringen over de condities die tot dit
probleem van de client hebben geleid of het instandhoudt

8.2.2 conditie

Conditie= is een variabele die vervolgens het wetenschappelijke
kennisbestand verantwoordelijk is voor het in gang zetten of houden van een
probleem

Oftewel; factoren, risicofactoren, oorzaken…

8.2.3 wetenschappelijk verklarende hypothese

Is een bewering over de veronderstelde causale samenhang tussen 2 of meer
condities.

Wanneer verschijnselen met elkaar samenhangen, is er lang niet altijd sprake
van een oorzaak-gevolgrelatie.

, Stoornis S
+ -
+ A B
Conditie C - C D

A priori kans = A + C / A +B + C +D

P (S +/C +) > P (S +)
- Moet groter zijn dan de apriori kans

8.2.4 diagnostische onderzoekshypothese

= een toetsbare bewering over een conditie die verondersteld wordt een
verklaring te zijn voor het onderkende probleem

8.2.5 Diagnostische toetsprocedure: onderzoeksmiddelen en toetsingscriteria

In de toetsprocedure worden de condities uit de verklarende
onderzoekshypothese geoperationaliserd door de keuze van middelen en
criteria
- Condities zijn bv. Feitelijke gebeurtenissen of psychologische constructen

Onderzoeksmiddelen; vragenlijsten, tests, toetsen, projectieve technieken,
observatiemethoden, interviewtechnieken, anamnestische gespreksvoering
en dossieranalyse.

Toetsingscriteria geven aan welke maatstaven bij de gekozen middelen
worden gebruikt om te beslissen of de onderzoekshypothese kan worden
aangenomen.


8.2.6 zekerheid en waarschijnlijkheid

Wetenschappelijk verklarende hypothesen zijn niet deterministisch maar
probabilistisch.

Zekerheid en waarschijnlijkheid spelen niet alleen een rol bij het opstellen en
formuleren van diagnostische hypothesen, maar ook bij de evaluatie van
onderzoeksuitkomsten; de onderzoeksuitkomsten voldoen immers wel of niet
aan de toetsingscriteria. Toch is er eerder sprake van een beperkte zekerheid
of waarschijnlijkheid.

Elk onderzoeksmiddel is slechts met een bepaalde mate van
waarschijnlijkheid in staat om een conditie valide te meten.

Maar; elke psychologische variabele heeft zelf een mate van instabiliteit die
invloed uitoefent op de onderzoeksuitkomst – bv. Faalangst kan op het ene
moment sterker zijn dan op het andere moment.


8.2.7 integratief beeld: verklarende diagnose

, Het diagnostisch onderzoek resulteert meestal in het aannemen van
meerdere diagnostische hypothesen. Diagnosticus concludeert dan welke
condities het meest in aanmerking komen als verantwoordelijk voor het
ontstaan of in stand blijven van het probleem.
Een integratief beeld is nodig voor een volledige verklaring over hoe die
verschillende condities zich binnen de persoon tot elkaar verhouden.

Uit het integratief beeld ontstaat de uiteindelijk gestelde verklarende
diagnose

8.3 voorwaarden
- Beschikken over metakennis over de keuze van onderzoeksmiddelen en
hun toepassing
- Kunnen omgaan met eigen lacunes

8.3.1 methodologische voorwaarden aan het handelen van de diagnosticus

‘onderkennende diagnose’
Hoe de verklaringen getoetst en geformuleerd moeten worden hangt af van;
1. Bewaken van de geldigheid en volledigheid van wetenschappelijke kennis
in het voorlopig diagnostisch denkschema
a. Verband leggen met condities door 1. Van probleem naar conditie
(op basis van DSM) of 2. Van conditie naar probleem (op basis van
theorieën)
2. Kunnen hanteren van de causale structuur van het voorlopig diagnostisch
denkschema
a. Voorlopig denkschema is conceptueel
b. Kunnen ook meerdere condities zijn of naast elkaar bestaan of
beïnvloeden.
3. Kunnen toepassen van de structuur van een logische redenering in
verklarende hypothesen
a. Verklarende hypothese:
i. 1 of meer problemen
ii. 1 of meer condities
iii. Aard van dat verband
b. Wet + conditie -> conclusie
4. Kunnen formuleren van een toetsbare diagnostische onderzoekshypothese
a. Een verklarende onderzoekshypothese moet voldoen aan;
5. Correct uitvoeren van de daadwerkelijke toetsing
a. Als het antwoord bevestigend is (verificatie), kan de diagnostische
verklaring aangenomen worden.
b. Verificatie; men acht de hypothese waarschijnlijker naarmate
meer voorspellingen uitkomen.
c. Falsificatie; neemt de hypothese aan als er geen resultaten tegen
de voorspelling pleiten.
6. Tegengaan van fouten
7. Op een juiste wijze evalueren

8.3.2 het kunnen hanteren van de psychometrische voorwaarden die aan
onderzoeksmiddelen worden gesteld

Objectiviteit; afhankelijk van de mate waarin de wijze van afnemen en
scoren gestandaardiseerd is

, Validiteit; meten wat het moet meten

Betrouwbaarheid; nauwkeurigheid waarmee het gemeten wordt. Kan best
een verkeerd begrip meten, dus niet valide zijn.

Normen; kenmerken van een individu op basis van normen vergelijken met
de normpopulatie

8.3.3 professionele voorwaarden

1. Beschikken over contactuele vaardigheden in het omgaan met cliënten
2. Kunnen lezen van wetenschappelijk onderzoek en beoordelen van
wetenschappelijke kennis
3. Beschikken over metakennis over de keuze van onderzoeksmiddelen en
hun toepassing
a. Kennis over statistiek en psychometrie
4. Kunnen omgaan met eigen lacunes


8.4 werkwijze

8.4.1 het formuleren van diagnostische verklaringen

Stap 1: activeren van algemeen theoretische kennis
 Omdat geen van de gevalideerde theorieën op voorhand uitgesloten kan
worden, zal de diagnosticus dienen na te gaan welke van de theoretische
oriëntaties een bijdrage zouden kunnen leveren aan de verklaring van het
onderkennende probleem.
 Verschillende indelingen in theorieën mogelijk; naar gedragsinhouden of
naar verklarende oriëntatie

Stap 2: opsporen van (wetenschappelijk geldige) relaties tussen probleem en
condities
 Met wetenschappelijke literatuur
 Van probleem naar conditie of visa versa
 Bij probleem naar conditie is de probleem classificatie uit de
probleemanalyse het startpunt
o Sluit aan bij diagnostische cyclus; onderkennende probleem en
benoemde probleem.
 Bij conditie naar probleem moet een beroep worden gedaan op de
beschikbare kennis over verklarende condities en theorieën.
o Nadeel; kan slechts 1 verklarende conditie telkens worden
onderzocht, en het aantal verklarende condities is onuitputtelijk
o Voordeel; kan op andere problemen duiden van de client

Stap 3: ordenen van de relaties tussen probleem en condities in een voorlopig
diagnostisch denkschema en prioritering
 Prioritering;
o Zoek naar verklarende condities die ontleend zijn aan;
experimentele kennis, longitudinale kennis die causaal
geïnterpreteerd kan worden, correlationele kennis of systematische
praktijkkennis

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mar268. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73216 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,29
  • (0)
  Kopen