Universiteit Leiden – Den Haag
Geschiedenis van het Openbaar Bestuur
Collegedictaten 2019/2020
LEC-1 – 05-09-2019
Inhoud college
1. Over het vak
2. Wat is bestuursgeschiedenis?
3. Waarom is dat nuttig en wat kan je ermee?
4. Thema 1: staatscommissies en een geschiedenis van advies aan de
Nederlandse regering.
2. Wat is bestuursgeschiedenis?
Jos Raadschelders: De studie van:
structuren en processen in,
en ideeën over
de overheid
in het verleden
en de daadwerkelijke
en gewenste plaats
van publieke functionarissen daarin
Het gaat dus over alle instituties en actoren die zich bezig houden met
het dienen van publieke belangen, publieke waarde toebedelen, en het
besturen vd publieke ruimte.
Door de eeuwen is er veel veranderd, al bleef het doel vaak hetzelfde (van
schutterij naar politie).
OB is historisch gegroeid: veranderingen op grensvalk
Publiek-privaat
Politiek-bestaat
Staat-samenleving
Het bestuur verschuift over deze factoren (schutterij = privaat, politie =
publiek).
GOB heeft aandacht voor alles wat op een bepaald moment al dan niet als
‘overheid’ werd ervaren of een ‘publieke dienst’ verleende.
En dat verandert voortdurend!
Soms werden publieke dingen door private personen gedaan (schilderij
lakenkoopman die uitkeringen gaf aan armen).
1
,Civic duty = maatschappelijke plicht, burgerschap.
Het langzaam ontstaan van een gemeenschap:
Participatie omwille van gemeenschappelijk belang
Eerst gemeenschap en dan individu
Publieke sfeer is al het sociale leven.
Veel gebeurt privaat naar steeds publieker
Geen onderscheid politiek-bestuur…
Staat en samenleving nauw verweven.
Wat behoort dus tot object van GOB:
Empirisch fenomenen
o Structuur (organisatie bijv. het parlement) welke org. zijn
er en waarom?
o Functioneren (processen bijv. wetgeving)
o Functionarissen (mensen bijv. gemeentesecretaris)
Normatieve fenomenen
o Ideeën (wat kan of moet bijv. representatie)
o Verwachtingen (wat wil men bijv. eerlijk bestuur)
o Taakverdeling (wie moet wat doen bijv. overheid/burger)
3. Waarom is dat nuttig, en wat kun je ermee?
Zin en onzin van GOB:
Onzin: alles was vroeger veel anders dan nu, gs is irrelevant voor
het heden. Geschiedenis is een last, een belasting voor mensen
(bijv. WO2 voor DU).
Geschiedenis is gevaarlijk, kan misbruikt worden, voor eigen
voordeel gebruiken.
Zin: Het kan leuk zijn, savoir pour savoir;
Heden is (deels) gevormd door en in het verleden;
Het toont verandering en continuïteit.
Het toont uniciteit en vergelijkbaarheid;
Het toont toevallige, irrationele en fundamentele zaken.
De mogelijkheden van geschiedenis:
De objectieve feiten liggen er maar hun selectie en interpretatie zijn
subjectief.
Onthoofding Lodewijk XVI: Hij is door het gepeupel vermoord / burger
Capet is door de beul terechtgesteld. Groot verschil!
Mogelijkheden geschiedenis:
1. Universele feiten. Altijd en overal geldig…
2
, 2. Wetmatigheden (lawlike generalizations): niet overal/op elke
locatie, wel vaak als bepaalde zaken zich voordoen…
3. Toevalligheden: niet overal, niet altijd…
Losse rij feiten of fasen, patronen, mechanismen?
Het doel is betekenisvolle relaties aantonen.
Charles Tilly: drie ringen (Rusland/Pruisen/Scandinavië,
Frankrijk/Engeland, Venetië/Lage Landen). Voorbeeld van kijken naar
geschiedenis.
Het bed van Procrustes:
Geschiedenis (slachtoffer op bed) niet vervalsen / reduceren (hoofd
erafhakken zodat het past op het bed) tot het model (het bed) door
het zo te bewerken dat het met model overeenkomt!
Geschiedenis door middel van model wel beter begrijpen!
Geschiedenis wordt vaak gebruikt voor vragen van nu
1. Over het vak
1. Ontstaan, groei en verandering van NL OB
2. Bestuursgeschiedenis als vakgebied
3. Bestuurshistorische thema’s
4. Heden en toekokmst beter begrijpen.
4. Thema 1: Staatscommissies en de geschiedenis van advies aan
de Nederlandse regering
Wat zijn staatscommissies eigenlijk?
Waarom is dit een belangrijk onderwerp?
Waarom verdient dit een historische blik?
Allerlei historische vragen voor de bestuurskundige!
De WGR-opdracht: jullie gaan meedoen aan lopend onderzoek.
Wat zijn staatscommissies?
“Een groep mensen, overwegend van buiten het ambtelijk apparaat met
als opdracht een bijdrage te leveren aan aanpak van kwesties, door
onderzoek te verrichten, advies uit te brengen, te bemiddelen, uitvoering
te stimuleren.”
Permanent / tijdelijk / eenmalig.
Nog specifieker (voor staatscommissies):
Gaat vaak om ‘zware’ taken
Zijn vaak tijdelijk
3