Verkorte samenvatting literatuur Forensische Psychiatrie
Week 1: Introductie vak, psychische stoornissen, diagnostiek en behandeling
H1 Boek
Psychiatrische stoornis= stoornis in cognitieve/affectieve en/of conatieve functies, die gepaard gaan
met significante lijdensdruk of beperkingen in sociaal functioneren
- Cognitieve functies > bewustzijn, aandacht, oriëntatie, geheugen, realiteitsbesef, ziektebesef
(= besef van psychiatrische stoornis en aard en oorzaken hiervan + noodzaak professionele
hulp te aanvaarden), intelligentie, waarneming, denken en oordeelsvermogen
- Affectieve functies > stemming (grondtoon gevoelsleven) en affect (expressie van emotionele
reactie van betrokkene op externe gebeurtenissen en interne stimuli waarneembare
emoties)
- Conatieve functies > executieve functies, psychomotoriek, motivatie, gedrag
Anamnese= vragen naar psychiatrische klachten en mogelijke oorzaken (middelen, psychiatrische
voorgeschiedenis, psychiatrische familie, sociale, biografisch etc)
Diagnose
- Syndroomdiagnose = descriptieve diagnose= beschrijvend en geeft geen info over redenen
en mechanismen van ontstaan
- Structuurdiagnose= diagnostische formulering= beschrijven symptomen + ontstaan
syndroom
- Biopsychosociaal model
o Predisponderende factoren= maken iemand kwetsbaar
o Precipiterende factoren= lokken stoornis uit
o Onderhoudende factoren= onderhouden/versterken stoornis
Categoriale classificatie= kwalitatief onderscheid tussen gezondheid en ziekte
- Kritiek > te groot waarheidsgehalte toekennen aan indeling in ziektebeelden > reïtificatie
- Kritiek > stoornissen opgesplitst in veel verschillende categorieën > comobiditeit (betrokkene
kan meer dan 1 diagnose krijgen)
Dimensionele classificatie= ziekte uitsluitend kwantitatief afwijkende variant van gezondheid
Methodisch dualisme geintegreerde toepassing:
- Natuurwetenschappelijke methode & Geesteswetenschappelijke methode
Uiteenlopende diagnostishe conclusies onderzoekers
- Baseren bevindingen niet op zelfde info en observatie, kwaliteit contact betrokkene, verschil
interview (ander info) en verschillen interpretatie info
H2 Boek > behandelmethoden
Waarschijnlijkheidsdiagnose = past best bij klachten en uitkomsten
Differentiele diagnose = andere diagnoses die kunnen worden overwogen
- Nooit alle symptomen + vaak overlap met andere stoornissen
- Gevaar conformation bias
,Medicatie
- Antipsychotica > emotionele afvlakking
o Bijwerkingen: bewegingsstoornis, hormonale bijwerkingen, gewichtstoename en
suikerziekte, droge/veel speeksel, moeite plassen, obstipatie, duizelig, spierstijfheid
- Antidepressiva > via beïnvloeding serotonine en noradrenaline wordt actiever
o TCA’s > bijwerkingen: droge mond, moeilijk plassen, wazig zien
o SSRI’s > bijwerkingen: misselijk, hoofdpijn, spierpijn, diarree, gewichtstoename,
slapeloosheid, verstoring seksuele functies
- Stemmingsstabilisatoren > herhalende manische en/of depressieve episoden
o Lithium bijwerkingen: meer urine, gewichtstoename, verminderde werking
schildklier, acne bij jongeren
o Valproïnezuur bijwerkingen: sufheid, buikklachten, tremoren
- Kalmerings- en slaapmiddelen > bestrijden angstgevoelens
o Bijwerkingen: afhankelijkheid, verminderd alert, vermoeid, werking versterkt door
alcohol, spierverslappend effect, anterograde amnesie (geen herinneringen na
inname)
- Psychostimulantia > ADHD (rustiger, minder impulsief, betere concentratie)
o Bijwerkingen: moeite inslapen, depressieve gevoelens, afname eetlust
ECT > elektroshockbehandeling bv bij depressie wanneer geen reactie op medicatie
Psychotherapieën:
- Psychoanalytische psychotherapie
o Weer bewust worden van afgeweerde gevoelens> zelf sturing krijgen gevoelsleven >
psychische klachten afnemen
- CGT > gedrag dat is aangeleerd weer afleren > bewust worden van situaties waarin iemand
angstig wordt en oefenen om beter op situatie te reageren
o Disfunctionele denkgewoontes onderzocht en uitgedaagd
- Gezins-, relatie- en groepstherapie > hoe problematiek individuen zich kenbaar maakt in
onderlinge interactie
Psychosociale behandelmethoden
- Psychosociale interventies > dagbesteding belangrijk
o Rehabilitatie = gericht op verbeteren sociaal en maatschappelijk functioneren
- (functie) Assertive Community Treatment
o Assertive > hulpverleners actief en ongevraagd betrokkene benaderen
o Community > hulp in samenleving
o Ned > FACT-team
Functie/functionele > individuele hulp door enkel teamlid anders ACT
Week 2: Psychische stoornissen, diagnostiek en behandeling
H3 t/m 17 Boek
Neurocognitieve stoornissen= stoornis in kennende functies bewust van omgeving en zichzelf +
vermogen aandacht vast te houden + functie-oriëntatie (tijd/plaats/persoon)
- Cognitieve functies die gestoord kunnen zijn:
o Taalvermogen + geheugen
o Intellectuele functies: Oordeelsvermogen, Vermogen tot ziektebesef,
Abstractievermogen en Intelligentie
,Naam Kenmerken Behandeling
Delirium/delier Kern = gedaald bewustzijn Lichamelijke oorzaak opsporen +
Hyperactief delirium > sterke agitatie Wisselend verloop (overdag beter dan behandelen
en motorische onrust avond) Medicatie
Hypoactief delirium > apathisch en Ontstaan > geviolg lichamelijke
reageert niet op omgeving ziekte/geneesmiddelen
Dementiesyndroom Aantasting cognitieve functies Alzheimer
Alzheimer Geheugenstoornis + Medicatie om progressie
> Van recente naar oude - Afasie= onvermogen uitdrukken in ziektebeeld tegen te gaan >
herinneringen later gesproken/geschreven taal beperkt effect
persoonlijkheidsveranderingen - Apraxie= onvermogen doelgerichte
> Facadegedrag= besef achteruit handelingen uitvoeren
gaan functioneren en dit verbloemen - Agnosie= onvermogen voorwerpen
Vasculair herkennen
> uitval hersenfuncties door - Executieve functies= onvermogen
doorbloedingsstoornis plannen/organiseren/logisch nadenken
Frontotemporaal
> begint met gedragsverandering,m
later geheugenstoornissen
> Langzaam en progressief verloop
Huntington
> onwillekeurige bewegingen en
gedragsveranderingen > erfelijk
Amnetische stoornis > door bv Geheugenstoornis zonder aantasting andere Vitamine B1-injecties
neurologische aandoening of cognitieve functies Gestructureerd levenspatroon
middelengebruik Onvermogen nieuwe info leren aanleren
Korsakov= chronisch alcoholgebruik Confabulaties= verhalen die wisselen en
Wernicke-Korsakov= combi met betrokkene neemt aan dat het antwoord is
coördinatiestoornis en verwardheid op vraag
Traumatisch hersenletsel Letsel door oorzaak buiten lichaam > schade
Prefrontaal aan hersenen
> Cluster 1 > impulsief en agressief Verward + posttraumatische amnesie
> Cluster 2 > geen empathie en Overgevoeligheid licht/geluid/drukte +
minder oordeelsvermogen Concentratieprobleem
Psychotische stoornis= eigen waarnemingen/denkbeelden onvoldoende toetsen aan werkelijkheid >
vaak geleidelijk in begin nog twijfelen aan denkbeeld (realiteitstoetsing)
Psychotische symptomen:
- Hallucinatie= betrokkene overtuigd werkelijkheidskarakter waarneming, maar geen
corresponderende zintuigelijke stimulus
o Akoestisch/auditief= horen (vaak bevel)
o Visueel= zien
o Olfatorisch= ruiken
o Haptisch= voelen
o niet-psychotische hallucinatie/pseudohallucinatie= waarneming zonder
corresponderende zintuigelijke prikkel, maar niet overtuigd werkelijkheidskarakter
- Waan= overtuigd van denkbeeld en geen correctie ondanks voldoende bewijs onjuistheid
, o Paranoide, betrekking, beïnvloeding, somatisch, schuld, zonde, armoede,
wereldondergang
o waanachtig denkbeeld = niet volledig overtuigd juistheid
o Stemminscongruent of incongurent
- Verward denken= organisatie denken verregaand verstoord > ontbreken logische samenhang
o Incoherentie= helemaal niet meer te volgen
Naam Kenmerken Behandeling
Schizofrenie 2 of meer > igg 1 vd 1e 3: Verloop
Psychotische dimensie: hallucinaties en -Hallucinaties > Prodromale fase: nog geen
wanen -Wanen volledig psychotisch beeld met
Desorganisatiedimensie: verward + -Onsamenhangend spreken wanen en hallucinaties
desorganisatie motorische beweging -Ernstig chaotisch > Deffecttoestand: betrokkene
> katatonie: ongewone lichaamshouding -Katatoon gedrag reageert weinig op omgeving en
vasthouden -Negatieve symptomen minder gevoel wat in ander
> perseveratie: zinnen/thema’s herhalen omgaat
> tangentieel denken: antwoord geen
relatie vraag Psycho-educatie patiënt en
> neologismen: zelfbedachte woorden familie
> echolalie: laatste zin/woord ander Medicatie
herhalen Vermijden negatieve emoties
Negatieve symptomendimensie: (conflicten)
initiatiefverlies, anhedonie (niet genieten), Structuur bieden
vervlakking affect, spraakarmoede Ondersteunen sociaal
functioneren
Waanstoornis Erotomaan= ander is verliefd op hem Moeilijk > hardnekkig: geen
Gesystematiseerde waan (logische wijze Grootheid= bijzondere kennis/macht ziektebesef en behandeling
voor betrokkene samenhangend) en in of relatie met god/beroemdheid afwijzen
andere gedrag ongestoord Jaloers= seksuele partner is ontrouw Antipsychotica > beperkt effect en
Paranoide= bandelen/achtervolgen/ gedachten blijven bestaan
vergiftigd Nadruk op waangedachten die
Querulanten= onrecht aangedaan + negatief van invloed zijn op leven
zoeken naar genoegdoening betrokkene
Somatisch= lichamelijke aandoening
Betrekking= alle gebeurtenissen
hebben betrekking op hem
Beïnvloeding= denken/gedrag van
buitenaf bestuurd
Schuld, zonde, armoede,
wereldondergang= plichten verzaakt
en anderen onrecht aangedaan,
gestraft voor zonden, bezit niets meer,
wereld gaat ten onder
Schizoaffectieve stoornis Kortdurende psychotische stoornis Psychotische stoornis drugs
Naast symptomen schizofrenie ook Min 1 dag, max 3 mnd na stressvolle Symptomen verdwijnen nadat
stemmingsstoornissymptomen gebeurtenis drugs uitgewerkt is >
amfetamine/cocaine
Psychotische stoornis somatische
aandoening
Psychose door lichamelijke ziekten (bv