Grondslagen van het Recht voor Sociale Wetenschappers
Het document bevat een samenvatting van het boek Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen,
van De Blois (11e druk) en de hoofdstukken van Familierecht. De volgende hoofdstukken zijn
opgenomen in de samenvatting:
Week 1
- Hoofdstuk 1: Recht
- Hoofdstuk 2: Indelingen in het recht
- Hoofdstuk 3: Rechtsbronnen
Week 2
- Hoofdstuk 4: De organisatie van de staat: wetgevende en bestuurlijke organisatie
- Hoofdstuk 6: Wetgeving
Week 3
- Hoofdstuk 5: De organisatie van de staat: rechterlijke organisatie
Week 4
- Hoofdstuk 20: Internationaal recht
- Hoofdstuk 21: Recht der internationale organisaties
Week 5:
- Hoofdstuk 9: Privaatrecht: vermogensrecht
- Hoofdstuk 11: Onrechtmatige daad
- Hoofdstuk 13: Burgerlijk Procesrecht
- Familierecht hoofdstuk 1 (achteraan document)
- Familierecht hoofdstuk 12 (achteraan document)
Week 6:
- Hoofdstuk 14: Strafrecht: algemeen
- Hoofdstuk 15: Strafrecht: de delictsomschrijving
- Hoofdstuk 16: Strafrecht: wederrechtelijkheid en schuld
- Hoofdstuk 17: Strafprocesrecht: algemeen
- Hoofdstuk 18: Voorbereidend onderzoek en eindonderzoek in strafzaken
- Hoofdstuk 19: Strafrechtelijke sancties
Week 7:
- Hoofdstuk 22: Internationale procedures inzake mensenrechten
,Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
Hoofdstuk 1: Recht
Rechtsregels
Ons gedrag wordt door het recht beïnvloed, meestal zonder dat we er ons van bewust zijn.
Dit doen we omdat we gewend zijn het zo te doen, niet omdat we ons volgens het recht
willen gedragen. Bovendien kennen we de rechtsregels die op ons gedrag betrekking hebben
nauwelijks.
Zolang alles volgens verwachting verloopt en er geen problemen opduiken, leidt het recht
een sluimerend bestaan. Wanneer er wel problemen opduiken, wordt de kans groter dat we
ons op het recht beroepen en onze ‘eigen rechten’ ter sprake brengen duidelijk maken dat
wij bepaalde claims hebben en dat de andere een bepaalde verantwoordelijkheid of
verplichting heeft. In het uiterste geval kan een meningsverschil aan de rechter worden
voorgelegd.
Het recht heeft in het dagelijks leven een aantal functies:
1. Rechtsregels verschaffen ons informatie: welke rechten/plichten hebben we zelf, en
welke rechten/plichten heeft de ander?
2. Rechtsregels vertellen ons hoe we ons behoren te gedragen en wat we mogen
verwachten van anderen
3. Rechtsregels sturen en bepalen ons leven
Rechtsregels en andere sociale regels
Rechtsregels zijn niet de enige regels in de samenleving: er zijn ook andere sociale regels die
het gedrag van mensen bepalen, zoals algemeen aanvaarde regels in het maatschappelijk
verkeer. Daarnaast zijn er groepsregels, morele regels en regels van beroepsethiek.
- Groepsregels bepalen hoe de leden van de groep zich hebben te gedragen: wat ze
wel en niet moeten doen om bij de groep te horen.
- Regels van moraal bevatten normen en waarden die betrekking hebben op
fundamentele levensvragen, zoals over abortus. De opvattingen vloeien voort uit een
bepaalde levensbeschouwing.
- De beroepsethiek geeft aan hoe een bepaald beroep op een juiste en zorgvuldige
wijze uitgevoerd moet worden, zoals het beroepsgeheim.
Rechtsregels en andere sociale regels staan niet altijd naast elkaar. Soms overlappen ze
elkaar: een rechtsregel verbiedt wat ook sociaal aanvaardbaar wordt gevonden (stelen).
Soms verwijst een rechtsregel zelfs naar sociale regels, zoals morele regels, en verbindt aan
die regel juridische gevolgen. Anderzijds zijn rechtsregels soms in strijd met sociale regels.
,Niet alleen wat onderwerp betreft kunnen rechtsregels en sociale regels overeenkomen.
Rechtsregels zijn evenmin de enige regels die de ‘overtreder’ aanpakken: andere sociale
regels doen dat ook sociale sancties.
Rechtssysteem
Juridische regels en instituten fungeren als een systeem dat de samenleving en het sociale
leven ordent en stuurt. Het rechtssysteem heeft daarbij verschillende functies:
1. Het scheppen van sociale orde: erop gericht dat in de samenleving bepaalde vaste
gedragspatronen optreden, waardoor men weet wat ze van elkaar kunnen
verwachten.
2. Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting: het rechtssysteem biedt
de gelegenheid om conflicten in de samenleving door een objectieve derde te laten
beslissen voorkomen dat mensen het recht in eigen handen nemen.
3. Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers: gaat er in
het rechtssysteem om dat individuen hun talenten kunnen ontwikkelen en hun
wensen kunnen realiseren eigen leven inrichten.
4. Het bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse
goederen in de samenleving.
5. Het kanaliseren van sociale verandering: veranderingen in de samenleving moeten
niet chaotisch plaatsvinden, maar juist geordend. Hierbij hebben leden van de
samenleving en hun vertegenwoordigers inspraak.
De overheid (de staat) heeft een belangrijke rol bij de verwezenlijking van de doelstellingen
van het rechtssysteem, waarvoor verschillende organen in het leven zijn geroepen met
verschillende functies. Het gaat hierbij om wetgeving, bestuur en inspraak.
- Wetgeving is het vaststellen van algemene regels.
- Bestuur houdt in dat de overheid overheidsorganen instelt die regels uitvoeren,
toepassen of op de naleving ervan toezien (handhaven van regels).
- Rechtspraak gaat via de rechter. De rechter is het orgaan dat oordeelt of de
overtreding van rechtsregels daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Dit oordeel vindt
plaats na onderzoek van de feiten en nadat bezien is of deze feiten volgens de wet
strafbaar zijn. Bovendien heeft het Openbaar Ministerie hieraan vooraf al een
vervolging ingezet. Individuen en organisaties kunnen hun onderlinge conflicten aan
de rechter voorleggen. Ook kunnen burgers bij de rechter opkomen tegen een
overheidsbesluit dat zij onjuist vinden.
, Soorten rechtsregels
Er zijn veel verschillende soorten rechtsregels, waaronder de gedragsnormen, sanctienormen
en bevoegdheidsverlenende normen.
- Gedragsnormen: rechtsregels kunnen een gedraging gebieden, verbieden of
toestaan. Dit noemen we gedragsnormen. Een voorbeeld is het verbieden van
joyriden. Vooral in het strafrecht vinden we normen die gebieden en verbieden: zulke
strafrechtelijke geboden en verboden zijn gekoppeld aan dwang of straf (strafsanctie).
- Sanctienormen: een sanctienorm is een regel die aangeeft wat degene die zich niet
aan een gedragsnorm houdt, te wachten staat. Dus: welke sanctie kan volgen op een
overtreding van de gedragsnorm. Deze zijn vaak aan elkaar gekoppeld, maar worden
soms ook afzonderlijk van elkaar geformuleerd. Bij sancties in het strafrecht gaat het
meestal om straf, in andere rechtsgebieden komen ook andere sancties voor (bijv.
bestuursdwang).
- Bevoegdheidsverlenende normen: bevoegdheidsverlenende normen geven
staatsorganen een bepaalde macht. Die macht (bevoegdheid) kan inhouden dat een
staatsorgaan rechten en plichten vaststelt of bepaalde handelingen verricht. Met
name bij bestuursorganen en bij de rechter is het essentieel dat bevoegdheden zo
helder mogelijk zijn vastgesteld.
Positiviteit, gelding en effectiviteit van recht
Positiviteit
Onder ‘positief recht’ wordt verstaan dat het recht in een bepaalde gemeenschap door
mensen vastgesteld of erkend is (op een eerder tijdstip). Met het kenmerk dat het door
mensen is vastgesteld, onderscheidt het zich van het ideale recht: het recht dat men wenst
en nastrevenswaardig vindt (verschilt per individu en per groep). Het positieve recht kan voor
iemand geheel of gedeeltelijk met het ideale recht samenvallen. Het begrip rechtvaardigheid
en het ideale recht fungeren als toetssteen van positief recht: ze bevatten de maatstaf voor
kritiek op het positieve recht. Positief recht dat te sterk afwijkt van het ideale recht, wordt als
onrechtvaardig ervaren: onrechtvaardig positief recht of een onrechtvaardige
positiefrechtelijke regel.
Overeenkomstig ideaal recht = rechtvaardig, overeenkomstig positief geldend recht =
rechtmatig
Gelding
Positieve rechtsregels hebben doorgaans gelding, oftewel zijn verbindend. Dit houdt in dat
een rechtsregel op een bepaalde plaats en tijd voor een bepaalde groep personen aanspraak
op gehoorzaamheid heeft. De rechtsregel legt rechten, plichten of bevoegdheden vast die in
het algemeen juridisch afdwingbaar zijn. Soms echter is een rechtsregel in strijd met een
andere rechtsregel en wordt hij door de rechter onverbindend verklaard.