Educational Psychology
Hoofdstuk 3 De zelf-, sociale en morele ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
De veranderingen in de lichamelijke ontwikkeling van kinderen in de kleuterklas, het basisonderwijs
en het voortgezet onderwijs: tijdens de voorschoolse jaren is er een snelle ontwikkeling van de grove
en fijne motoriek van kinderen. De fysieke ontwikkeling gaat door gedurende de basisschooljaren,
met meisjes vaak voor op jongens in grootte. Met de puberteit komt de puberteit en emotionele
worstelingen om alle gerelateerde veranderingen het hoofd te bieden.
Wat zijn enkele van de gevolgen van vroege en late rijping voor jongens en meisjes ?: vrouwen rijpen
ongeveer 2 jaar voor op mannen. Vroegrijpe jongens hebben meer kans op een hoge sociale status;
ze zijn meestal populair en leiders. Maar ze hebben ook de neiging om meer delinquent gedrag te
vertonen - dit geldt voor blanke, Afro-Amerikaanse en Mexicaanse Amerikaanse jongens. Vroege
rijping is over het algemeen niet gunstig voor meisjes.
Wat is de rol van rust en lichamelijke activiteit in de ontwikkeling ?: spelen ondersteunt de
ontwikkeling van de hersenen, taal en sociale ontwikkeling. Kinderen laten spanningen los, leren
problemen oplossen, zich aanpassen aan nieuwe situaties, samenwerken en onderhandelen. De
toename van obesitas bij kinderen hangt samen met inactiviteit en meer tijd besteed aan tv kijken en
het spelen van passieve games zoals video- en internetgames.
Wat zijn enkele tekenen van eetstoornissen ?: anorexia studenten kunnen bleek lijken, broze nagels
hebben en fijne donkere haren ontwikkelen over hun hele lichaam. Ze zijn gemakkelijk gekoeld
omdat ze zo weinig vet hebben om hun lichaam te isoleren. De mensen zijn vaak depressief, onzeker,
humeurig en eenzaam. Meisjes kunnen stoppen met hun menstruatie.
Bronfenbrenner: de sociale context voor ontwikkeling
Bronfenbrenner's bio ecologisch ontwikkelingsmodel: het model van Bronfenbrenner houdt rekening
met zowel de biologische aspecten die intern zijn voor het individu als de genestelde sociale en
culturele contexten die de ontwikkeling vormen. Elke persoon ontwikkelt zich binnen een
microsysteem (directe relaties en activiteiten) in een mesosysteem (relaties tussen microsystemen),
ingebed in een exosysteem (grotere sociale instellingen zoals communities); deze maken allemaal
deel uit van het macrosysteem (cultuur). Bovendien vindt alle ontwikkeling plaats in en wordt
beïnvloed door de tijdsperiode - het chronosysteem.
Wat zijn enkele aspecten van het gezin die van invloed zijn op studenten op school ?: studenten
hebben waarschijnlijk verschillende opvoedingsstijlen meegemaakt en deze stijlen kunnen hun
sociale aanpassing beïnvloeden. Althans in Europese Amerikaanse, middenklasse gezinnen, zijn
kinderen van autoritaire ouders waarschijnlijk eerder gelukkig met zichzelf en hebben ze een goede
relatie met anderen, terwijl kinderen van autoritaire ouders zich eerder schuldig of depressief
voelen, en kinderen van tolerante ouders mogelijk problemen met interactie met leeftijdgenoten.
Maar culturen verschillen ook in opvoedingsstijlen. Onderzoek wijst uit dat ouderschap met meer
controle gekoppeld is aan betere cijfers voor Aziatische en Afro-Amerikaanse studenten.
Welke invloed heeft echtscheiding op studenten ?: tijdens de scheiding zelf kan het conflict
toenemen naarmate eigendoms- en voogdijrechten worden bepaald. Na de scheiding moet de ouder
in hechtenis mogelijk naar een minder duur huis verhuizen, voor het eerst naar zijn werk gaan of
langere uren werken. Voor het kind kan dit betekenen dat hij belangrijke vriendschappen achterlaat
juist wanneer ondersteuning het meest nodig is, slechts één ouder hebben die minder tijd heeft dan
ooit om bij hen te zijn, of zich aanpassen aan nieuwe familiestructuren wanneer ouders hertrouwen.
,Waarom zijn peerrelaties belangrijk ?: peerrelaties spelen een belangrijke rol in een gezonde
persoonlijke en sociale ontwikkeling. Sterk bewijs toont aan dat volwassenen goede vrienden hadden
omdat kinderen een hoger zelfbeeld hebben en meer in staat zijn om intieme relaties te
onderhouden dan volwassenen die eenzame jeugd hadden. Volwassenen die als kind zijn afgewezen,
hebben meestal meer problemen, zoals schooluitval of het plegen van misdaden.
Wat zijn peerculturen ?: Groepen studenten ontwikkelen hun eigen normen voor uiterlijk en sociaal
gedrag. Groep loyaliteit kan leiden tot afwijzing voor sommige studenten, waardoor ze overstuur en
ongelukkig worden.
Wat zijn de verschillende soorten agressie ?: Peer agressie kan instrumenteel zijn (bedoeld om een
object of privilege te krijgen), of vijandig (bedoeld om schade toe te brengen). Vijandige agressie kan
openlijke bedreigingen of fysieke aanvallen zijn, of relationele agressie, die bedreigende of
schadelijke sociale relaties met zich meebrengt. Jongens gebruiken vaker openlijke agressie en
meisjes gebruiken vaker relationele agressie. Tegenwoordig bieden de vele applicaties en sites voor
sociale media andere mogelijkheden voor relationele agressie.
Welke invloed hebben altijd aanwezige media op agressie en empathie ?: de wereld en de media
bieden veel negatieve modellen van gedrag. Na verloop van tijd internaliseren kinderen de morele
regels en principes van de gezagsdragers die hen hebben geleid. Als kinderen redenen krijgen - met
name redenen die de effecten van acties op anderen benadrukken - kunnen ze begrijpen wanneer ze
worden gecorrigeerd en hebben ze meer kans om morele principes te internaliseren. Sommige
scholen hebben programma's goedgekeurd om de capaciteit van studenten om voor anderen te
zorgen te vergroten.
Hoe kunnen academische en persoonlijke zorg van leraren invloed hebben op studenten ?: studenten
waarderen zorg van leraren. Zorg kan worden uitgedrukt als ondersteuning voor academisch leren en
als zorg voor persoonlijke problemen. Voor studenten die hoger presteren en een hogere
sociaaleconomische status hebben, kan academische zorg belangrijker zijn, maar voor studenten die
vervreemd zijn van school, kan persoonlijke zorg belangrijker zijn.
Wat zijn enkele tekenen van kindermishandeling ?: tekenen van misbruik of verwaarlozing zijn onder
meer onverklaarbare blauwe plekken, brandwonden, beten of andere verwondingen, vermoeidheid,
depressie, frequente afwezigheid, slechte hygiëne, ongepaste kleding, problemen met
leeftijdsgenoten en vele anderen. Leraren moeten vermoedelijke gevallen van kindermishandeling
melden en kunnen studenten helpen ook om te gaan met andere risico's.
Identiteit en zelfconcept
Wat zijn Erikson's fasen van psychosociale ontwikkeling ?: Erikson's nadruk op de relatie tussen de
samenleving en het individu is een psychosociale ontwikkelingstheorie - een theorie die persoonlijke
ontwikkeling (psycho) verbindt met de sociale omgeving (sociaal). Erikson geloofde dat mensen door
acht levensfasen gaan, die elk een centrale crisis met zich meebrengen. Adequate oplossing van elke
crisis leidt tot een grotere persoonlijke en sociale competentie en een sterkere basis voor het
oplossen van toekomstige crises. In de eerste twee fasen moet een baby een gevoel van vertrouwen
boven wantrouwen ontwikkelen en een gevoel van autonomie over schaamte en twijfel. In de vroege
kinderjaren ligt de focus van de derde fase op het ontwikkelen van initiatief en het vermijden van
schuldgevoelens. In de basisschooljaren van het kind omvat de vierde fase het bereiken van een
gevoel van industrie en het vermijden van gevoelens van minderwaardigheid. In de vijfde fase,
identiteit versus rolverwarring, proberen adolescenten bewust hun identiteit te verstevigen. Volgens
Marcia kunnen deze inspanningen leiden tot identiteitsdiffusie, uitsluiting, moratorium of prestatie.
Erikson's drie stadia van volwassenheid omvatten strijd om intimiteit, genderactiviteit en integriteit
te bereiken.
, Beschrijf de vorming van etnische en raciale identiteiten: etnische en raciale minderheidsstudenten
worden geconfronteerd met de uitdaging om een identiteit te vormen terwijl ze in twee werelden
leven - de waarden, overtuigingen en gedragingen van hun groep en die van de grotere cultuur. De
meeste verklaringen voor identiteitsontwikkeling beschrijven stadia die zich verplaatsen van het zich
niet bewust zijn van verschillen tussen minderheidsgroepen en meerderheidsculturen, naar
verschillende manieren om over de verschillen te onderhandelen en uiteindelijk naar een integratie
van culturen.
Hoe verandert zelfconcept naarmate kinderen zich ontwikkelen? Zelfconcept (definitie van zelf)
wordt steeds complexer, gedifferentieerder en abstracter naarmate we ouder worden. Zelfconcept
ontwikkelt zich door constante zelfreflectie, sociale interactie en ervaringen in en buiten school.
Studenten ontwikkelen een zelfconcept door zichzelf te vergelijken met persoonlijke (interne)
normen en sociale (externe) normen. Hoog zelfbeeld is gerelateerd aan een betere totale
schoolervaring, zowel academisch als sociaal. Geslacht en etnische stereotypen zijn ook belangrijke
factoren.
Onderscheid tussen zelfconcept en zelfrespect: zowel zelfconcept als zelfrespect zijn overtuigingen
over het zelf. Zelfconcept is onze poging om een schee te bouwen die onze indrukken, gevoelens en
houdingen over onszelf organiseert. Maar dit model is niet permanent. Zelfpercepties variëren van
situatie tot situatie en van de ene fase van ons leven tot de andere. Eigenwaarde is een evaluatie van
je eigenwaarde. Als mensen hun waarde positief beoordelen, zeggen we dat ze een hoog zelfbeeld
hebben. Zelfconcepten en zelfrespect worden vaak door elkaar gebruikt, hoewel ze verschillende
betekenissen hebben. Zelfconcept is een cognitieve structuur en zelfrespect is een affectieve
evaluatie.
Zijn er verschillen in zelfconcepten voor meisjes en jongens? Van vorm 1 tot en met 12, neemt het
geloof in competenties af voor zowel jongens als meisjes in wiskunde, taalkunst en sport. Op de
middelbare school hebben jongens en meisjes ongeveer dezelfde competentie in wiskunde, meisjes
zijn hoger in taalkunsten en jongens zijn hoger in sport. In termen van algemeen gevoel van
eigenwaarde daalt zowel het jongens- als het meisjesaantal in de overgang naar de middelste school,
maar het zelfrespect van jongens stijgt op de middelbare school terwijl het zelfrespect van meisjes
laag blijft.
Anderen begrijpen en morele ontwikkeling
Wat is een theorie van de geest, en waarom is het belangrijk ?: een theorie van de geest is een begrip
dat andere mensen ook mensen zijn, met hun eigen geest, gedachten, gevoelens, overtuigingen,
verlangens en percepties. Kinderen hebben een theorie nodig om het gedrag van anderen te
begrijpen. Terwijl kinderen een theorie van de geest ontwikkelen, kunnen ze ook begrijpen dat
andere mensen hun eigen intenties hebben.
Hoe veranderen vaardigheden om perspectief te nemen naarmate studenten ouder worden ?: een
begrip van intenties ontwikkelt zich naarmate kinderen ouder worden, maar agressieve studenten
hebben vaak moeite om de intenties van anderen te begrijpen. Sociaal perspectief neemt ook mee
naarmate we volwassen worden. Jonge kinderen geloven dat iedereen dezelfde gedachten en
gevoelens heeft als zij. Later leren ze dat anderen afzonderlijke gevoelens en perspectieven hebben.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de preconventionele, conventionele en
postconventionele niveaus van morele redenering ?: Kohlbergs theorie van morele ontwikkeling
omvat drie niveaus: (1) een preconventioneel niveau, waar oordelen zijn gebaseerd op eigenbelang;
(2) een conventioneel niveau, waarbij oordelen gebaseerd zijn op traditionele gezinswaarden en
sociale verwachtingen; en (3) een postconventioneel niveau, waar oordelen gebaseerd zijn op meer
abstracte en persoonlijke ethische principes. Critici suggereren dat Kohlbergs mening geen rekening
