Samenvatting De bestuurlijke kaart van Nederland
Hoofdstuk 1: De bestuurlijke kaart van Nederland
Het openbaar bestuur laat zich niet makkelijk definiëren want er kunnen verschillende
uitgangspunten kunnen worden gebruikt.
Juridisch: alle organisaties met publieke bevoegdheden en de publiekrechtelijke vorm van
organisatie hebben (hierbij zijn problemen: stichtingen en naamloze vennootschappen zouden er dus
niet bij houden)
Economisch: openbare organisaties verkrijgen hun inkomsten uit belastingen, private organisaties
door goederen en diensten op de markt te verkopen (hierbij zijn problemen: universiteiten worden
uit belastingen gefinancierd maar hebben een privaatrechtelijke staatsvorm)
Enkele kenmerken van het Nederlands openbaar bestuur:
Constitutionele monarchie
Rechtsstaat
Scheiding der machten
Scheiding van kerk en staat
Parlementair stelsel
Ministeriële verantwoordelijkheid
Vertrouwensregel
Dualistisch stelsel
Bevolking kiest geen bestuurders
Evenredige vertegenwoordiging
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Geen constitutioneel hof
Geen juryrechtspraak
Omvangrijk functioneel bestuur
Hoofdstuk 2: De Nederlandse staat
Vier kenmerken van een staat:
1. Territorium
2. Bevolking
3. Gezaghebbende overheid
4. Erkenning door andere staten
Staat der Nederlanden is de juridische term voor de Nederlandse overheid het is een
rechtspersoon (= staat is bevoegd om net als een individu rechtshandelingen te verrichten).
Nederland is een constitutionele monarchie sinds de Grondwet van 1815 onder Willem l het
koningschap is verankerd in een constitutie. Constitutie = het geheel van elementaire geschreven en
ongeschreven regels met betrekking tot de organisatie van een staat.
Sleutelbegrippen in de nieuwe grondwet van 1848 (Thorbecke)
Parlementair stelsel twee principes:
o Ministeriële verantwoordelijkheid (ministers zijn verantwoordelijk voor het
koningshuis en het ambtelijk apparaat)
o Vertrouwensregel (meerderheid van de Tweede Kamer moet vertrouwen hebben in
het kabinet)
, Rechtsstaat staat is onderworpen aan de regels van het recht. Geen eenduidige definitie,
in ieder geval de volgende kenmerken:
o Legaliteitsbeginsel (al het overheidshandelen dient gebaseerd te zijn op wetten)
o Trias politica (legislatieve, executieve en jurisdictieve macht zijn onafhankelijk van
elkaar en controleren elkaars functioneren)
o Vrije en geheime verkiezingen
o Grondrechten
o Onafhankelijke media
Gedecentraliseerde eenheidsstaat komt tot uitdrukking in de volgende begrippen:
o Autonomie (gemeenten en provincies hebben eigen bevoegdheden met betrkkeing
tot de taken op hun grondgebied) zo kunnen de APV’S per gemeente verschillen
en is er rechtspluralisme in Nederland
o Medebewind (gemeenten en provincies moeten regels opstellen in opdracht van een
hogere regeling)
o Toezicht (nationale overheid kan alle besluiten vernietigen wanneer die in strijd zijn
met de wet of het algemeen belang)
Huis van Thorbecke
Waarom is samenwerking tussen de drie bestuurslagen noodzakelijk?
1. Het is doelmatiger en rechtvaardiger om een duidelijke taakverdeling te hebben (bv. bij
defensiebeleid en fiscaal beleid)
2. Lagere bestuurslagen weten beter wat er op lokaal niveau speelt
3. Problemen waarmee overheden te maken hebben beperken zich niet tot hun eigen
grondgebied, afstemming en coördinatie is nodig
Algemeen bestuur (= territoriaal bestuur) de bestuurslagen hebben een open huishouding op hun
eigen grondgebied (rijk, provincies en gemeenten)
Functioneel bestuur = bestuursorganen die een gesloten huishouding hebben (beperkt, wettelijk
vastgelegd takenpakket)
Hoofdstuk 3: De politiek-bestuurlijke instituties
Regering/ de Kroon koning + ministers
Functie van de koning is steeds meer symbolisch geworden. In 2012 heeft de koning ook zijn
invloedrijke rol bij kabinetsformaties verloren, de Tweede Kamer benoemt sindsdien zelf de
(in)formateur. Na de formatie komt het nieuwe kabinet bijeen om een regeerakkoord te schrijven,
wanneer deze goedgekeurd wordt door de Tweede Kamer worden de ministers benoemd door de
koning.
Ministers zijn verantwoordelijk voor zowel de koning als voor het ambtelijk apparaat.
Er kunnen ministers zonder portefeuille zijn (zij hebben meer coördinerende taken en geen eigen
ministerie).
Minister-president is voorzitter van de ministerraad, hij is niet de baas.
Staatssecretarissen maken geen deel uit van de ministerraad maar mogen wel bij de
vergaderingen aanwezig zijn.
Soorten wet- en regelgeving in Nederland:
, Wetten
AMVB’s en beschikkingen (besluiten van de regering) deze mogen geen stafrechtelijke
bepalingen hebben)
Ministeriële regelingen bindend besluit van een individuele minister dat een algemeen
verbindende werking heeft
Staten Generaal Eerste Kamer + Tweede Kamer
Evenredige vertegenwoordiging van het Nederlandse volk (Tweede Kamer wordt rechtstreeks
gekozen, de Eerste Kamer via de Provinciale Staten die weer rechtstreeks worden gekozen). Formeel
is er geen kiesdrempel, maar lijsten die minder stemmen hebben gehaald dan de kiesdeler komen
niet in aanmerking voor restzetels.
Leden stemmen zonder last (= recht van Kamerleden op de voortdurende uitoefening van hun
mandaat) betekent dat Kamerleden niet tussentijds van hun zetel kunnen worden afgehaald bij
meningsverschillen.
Parlementaire onschendbaarheid; Kamerleden kunnen niet gerechtelijk worden vervolgd wegens
uitspraken die zij in de Kamer hebben gedaan.
Tweede Kamer taken: wetgeving en controle
- Recht van initiatief (= Kamerleden kunnen zelf wetsvoorstellen indienen)
- Recht van amendement (= Kamerleden kunnen wetsvoorstellen van anderen wijzigen)
- Recht van interpellatie (= Kamerleden kunnen een discussie aangaan met bewindslieden over een
onderwerp dat niet op de agenda staat)
- Moties indienen
- Recht van enquête (= Kamerleden hebben de bevoegdheid om getuigen en deskundigen te
verhoren, zij moeten verplicht meewerken) Nieuwe mini-variant: de parlementaire ondervraging
- Budgetrecht (= Kamerleden moeten begrotingen van diverse departementen goedkeuren)
Eerste kamer taken: wetgeving en controle (verschillen met Tweede Kamer: heeft geen recht van
initiatief, recht van amendement en mondelinge vragenrecht)
Novelles indienen (= wetsvoorstel dreigen te verwerpen en een wijziging voorstellen)
Geregeld worden er vraagtekens gezet bij het bestaansrecht van de Eerste Kamer, ze doen dubbel
werk en de verkiezing zou niet democratisch zijn)
Overige Hoge Colleges van Staat en vaste colleges van advies
Hoge Colleges van Staat = Raad van State + Algemene Rekenkamer + Nationale ombudsman + Staten-
Generaal
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manonwillemsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.