100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting psychologie: college's en boek €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting psychologie: college's en boek

1 beoordeling
 79 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting met alle belangrijke stof voor het vak psychologie. Hierin vind je de colleges geheel uitgewerkt en hierin verwerkt gemiste informatie uit het boek: Gray, P. O., & Bjorklund, D. F. (2018). Psychology (8th ed.). New York: Worth.

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • Nee
  • Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4.
  • 12 januari 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (28)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: salsabilaf1707 • 3 jaar geleden

avatar-seller
iris242
College 1, 29-10-2019. Hoofdstuk 1,2,3,8 -> Genetische en Evolutionaire basis van gedrag ; Leren
(conditionering):

Hoofdstuk 1:

Psychologie= de wetenschappelijke studie van de geest (mentale processen) en het gedrag van de
mens. Gedrag refereert hier naar observeerbare acties van een persoon of dier. En geest refereert
naar iemands perceptie, geheugen, dromen en andere subjectieve ervaringen.

Wetenschap refereert naar alle pogingen om een vraag te beantwoorden door het systematisch
collecteren van logica en data. Het doel is algemene uitspraken formuleren over psychische
processen. Belangrijk: objectief en controleerbaar bewijs.

Drie fundamentele ideeën voor psychologie:

1879 -> psychologie als een wetenschappelijk discipline.

1. Gedrag en mentale ervaringen hebben lichamelijke oorzaken die wetenschappelijk kunnen
worden bestudeerd.
2. De manier waarop mensen denken, gedragen en voelen is aangepast over de tijd door hun
ervaringen in hun omgeving.
3. De motor van het lichaam, dat gedrag en mentale processen produceert, is een product van
de evolutie door natuurlijke selectie.

Dualism: Mensen bestaan uit 2 instincten van 2 samengetrokken delen: een materieel lichaam en
immaterieel lichaam -> hier geloofden mensen in tot de 18 e eeuw doordat de kerk dit zei.

Een belangrijke stap was het vergroten van het begrijpen van reflexen in de 19 e eeuw. Het centrale
zenuwstelsel bestaat uit de brein, ruggengraad en perifere zenuwen. Reflexology: al het gedrag van
mensen gebeurd door reflexen.

Beschrijvend onderzoek: gedrag observeren, en beschrijven. Bekijkt natuurlijk gedrag.

Experimenteel onderzoek: gedrag beïnvloeden, kan oorzaak en gevolg onderscheiden.

Gedrag of gedachtes kunnen op verschillende manier geïnterpreteerd worden.

Uitleg waarvan de focus ligt op biologische processen:

- Neuraal -> Brein als oorzaak
o Behavioural neuroscience: verkent hoe het zenuwstelsel bepaald gedrag of ervaring
produceert.
- Fysiek -> interne chemische functies zoals hormonen als oorzaak.
o Biopsychology is de studie over wat voor invloed hormonen en drugs op het brein
hebben, en hoe dit gedrag en ervaring verandert.
- Genetisch -> genen als oorzaak
o Behavioural genetics zijn pogingen om psychische verschillen tussen individuen uit te
leggen door verschil in hun genen.
- Evolutionary -> natuurlijke selectie als oorzaak
o Evolutionary psychology legt menselijke karakters uit als product van evolutie door
natuurlijke selectie.

,Belangrijke perspectieven:

- Socio-cultureel: hoe kunnen we gedrag van mensen verklaren aan de hand van sociale
invloed om die persoon heen. Verklaard verschillen tussen culturen. Sociale normen: regels
voor ‘correct’ gedrag. Cultuur: gewoontes, overtuigingen en taal die gedeeld worden door
mensen in bepaalde locatie/tijd.
- Evolutionair: genetische, evolutionaire basis van gedrag: verklaart sociaal gedrag vanuit
fysieke en psychologische kenmerken die over de eeuwen zijn aangepast om kansen op
overleven en voortplanting te vergroten. Verklaard waarom bepaalde
gedragingen/gedachtes/ gevoelens zijn ingebouwd in de mens. Natuurlijke selectie: het
proces waarin belangrijke eigenschappen die helpen bij overleving doorgegeven worden aan
nageslacht. Vier elementen van natuurlijke selectie: 1, Overproductie. 2, Variatie. 3,
Erfelijkheid. 4, Selectie adh omgevingsfit. Twee bronnen van genetische variatie zijn: mixen
van ouderlijke genen en mutatie bij DNA replicatie.
- Sociaal leren: Gedrag van de mens verklaard door ervaringen jeugd. Wat heb je geleerd toen
je jong was. Belangrijk bij bewust leren: beloning en straf. Onbewust: klassiek conditioneren
> angst als je iemand tegenkomt die je heeft geslagen. Conditionering: een leerproces dat
nieuwe reflexen vormt. Reflex: eenvoudige, relatief automatische, S-R combinatie
gemedieerd door het zenuwstelsel. Stimulus (S) gebeurtenis in de omgeving. Response(R):
gedrag resulteert door stimulus. Evaluatief conditioneren: Verandering in de mate waarin
men een stimulus leuk vindt als gevolg van koppeling met positieve of negatieve stimulus ->
reclame. Bekrachtiger is een verandering in stimulus (bv. omgeving) als gevolg van een
operante reactie en verhoogt de frequentie van een bepaalde reactie.
- Sociaal cognitief: Het theoretische perspectief wat zich richt op mentale processen –
aandacht, interpreteren en het onthouden van sociale ervaring. invloed van cognities
(gedachtes, beliefs, alle vormen van geheugen) die ten grondslag liggen aan acties of
ervaringen.

John Locke: dacht dat menselijke kennis kwam door een form van ervaring, dit zorgt dat we ons
adaptief kunnen gedragen. Hij zag de hersenen van een kind als een krijtbord zijn waar je ervaringen
opschrijft om het bord te vullen. Hij zei ook dat gedachtes niet een product zijn van vrije wil maar
meer een reflectie van iemand zijn ervaringen in fysieke en sociale omgeving.

Charles Darwin: studeerde de functie van gedrag en dit leed hem naar zijn idee van natuurlijke
selectie. Hierin staat dat groepen die betere karakterstukken hebben die beter zijn aangepast op hun
omgeving een grotere kans hebben op overleven en reproductie. Darwin gaf een biologische grond
voor psychologie.

Hoofdstuk 2:

Een observatie is een objectieve uitspraak waarvan verschillende mensen zeggen dat het waar is. Een
theorie is een idee of een concept model dat observaties uitlegt en voorspellingen over nieuwe
observaties maakt die ontdekt kunnen worden. Elke voorspelling over nieuwe observaties die
gemaakt worden is gemaakt van een theorie genaamd hypothese.

Type onderzoek strategieën:

1. Onderzoek designs:

, a. Experimenten -> testen van een hypothese van verband tussen twee variabelen. de
onafhankelijke variabele is degene die effect gaat geven op de andere variabele en
de afhankelijke variabele is de variabele waar effect op gaat zijn.
b. Correlationele studie -> de onderzoeker manipuleert een variabele maar observeert
of meet twee of meer al bestaande afhankelijke variabelen om een relatie ertussen
te vinden. Correlatie= de sterkte en richting van een relatie tussen twee of meer
variabelen. r geeft aan hoe sterk de correlatie is. Hoe verder bij 0 vandaan hoe
sterker de correlatie.
c. Beschrijvende studie -> doel om het gedrag van een individu te beschrijven zonder
op zoek te gaan naar een relatie tussen de verschillende variabelen.
2. Onderzoek setting:
a. ‘field’-> dagelijks leven setting zodat de onderzoeker geen controle heeft over de
proefpersonen.
b. Laboratorium -> de proefpersonen worden gebracht naar een ruimte waar de
onderzoeken controle heeft over alle variabelen, dit kan het gedrag veranderen dat
bestudeert wordt.
3. Data-verzamel methodes
a. Self-report -> procedures waarin mensen gevraagd worden om hun eigen gedrag of
mentale status op een manier te beschrijven/ cijfer te geven.
i. Bijvoorbeeld introspectie: de persoonlijke observaties van iemands
gedachtes, percepties en gevoelens.
b. Observatie -> alle procedures waarin een onderzoeker gedrag en interesses
observeert en opneemt in plaats van geloven wat iemand over zichzelf zegt.

Binnen-proefpersonen design Experimenteel design waarin proefpersonen alle condities van de
onafhankelijke variabele ondergaan Voorbeeld: zowel plaatjes met veel als met weinig contrast.
Tussen-proefpersonen design Experimenteel design waarin aparte groepen proefpersonen de
verschillende condities van de onafhankelijke variabele ondergaan Voorbeeld: elke deelnemer ziet
maar 1 soort contrast.

Hoofdstuk 3:

Evolutie: lange termijn proces waardoor je verschil in generaties krijgt. Soorten veranderen
gedurende de tijd.

Genen hebben alleen invloed op gedrag door interactie met de omgeving.
Environment: elk aspect van een individu en zijn of haar omgeving behalve de genen.
Genotype: set genen van een individu. Fenotype: uiterlijk van iemand.

Zygote: als een sperma en ei cel samen komen.

Overerven van gedragskenmerken:

- Categorical: karaktereigenschappen die verschillen in de ene en andere groep.
- Continuous: de maatregelen vallen niet in twee verschillende groepen.
- Normal distribution: de meeste scores vallen in het midden van het bereik en de frequentie
neemt af naar de twee uitersten.
- Polygenetic characteristics: effect op karakters door verschillende genen.
- Selective breeding: versterken of verslappen van een karaktertrek (trait) over generaties.

Artificial selection: refereert naar door mensen gecontroleerd fokken.

, Natural selection: natuurlijke selectieve voortplanting dat obstakels moet doorstaan om te overleven
en reproduceren.
Functionalism: een benadering van psychologie die zich richt op het nut van een onderdeel gedrag
van het individu erin betrekken.

Distal explenations van gedrag (als in ‘van een afstand’) de rol dat specifiek gedrag speelt in
overleving en reproductie.
Proximate explanation ( als in ‘nabijheid’) bezorgd om mechanismen die zorgen voor gedrag.
The kin section theory: gedrag dat het tegenover gesteld is van egoïsme (altruïsme). Je wil graag
andere helpen.
The Reciprocity theory: Geeft een overzicht over hoe altruïsme kan ontstaan -> het creëren van
wederkerigheid.


Hoofdstuk 8:

Klassiek conditioneren: leerproces (conditionering) waarbij twee gebeurtenissen, die herhaaldelijk
vlak na elkaar gebeuren, aan elkaar worden gekoppeld. Steeds als er eten komt wordt er op de bel
gedrukt. Wanneer de hond de bel hoort wordt het deel van de brein geactiveerd dat bij eten hoort
dus gaat de hond kwijlen.

Operante conditionering of instrumenteel leren is het leerproces waarbij een respons in een
bepaalde context gevolgd wordt door een bekrachtiger (Engels: reinforcer) of bestraffer (Engels:
punisher). Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de kans vergroot dat dezelfde respons in de
toekomst weer zal optreden. Een bestraffer is daarentegen elke gebeurtenis die de kans verkleint dat
de respons weer zal optreden. Positieve straf: door het stimulus zal de reactie vaker optreden.
Negatieve straf zorgt ervoor dat de reactie niet nog een keer zal optreden. Negatief en positief gaat
echt om het resultaat: verdwijnt het of komt het juist.




Imprinting: het leerproces waarbij vroege sociale interacties een grote rol spelen bij de ontwikkeling
van het gedrag. Beroemd voorbeeld: Jonge ganzen die uit het ei komen, accepteren het eerste
bewegende 'ding' in hun omgeving als 'moedergans'. Een lange stok met daaraan een doek werd zo
geaccepteerd en de ganzen liepen achter iedereen aan die deze stok vast had.

College 2, 1-11-2019. Hoofdstuk 6 -> Ruiken, voelen, pijn, horen en psychofysica:

5 zintuigen: horen, ruiken, proeven, voelen en zien.

Sensorische adaptatie: de tastreceptoren in de huid worden moe van het vuren, en geven de
informatie na een tijdje niet meer door. (gewenning)
Sensatie: een stimulus activeert een receptor.
Perceptie: organisatie van sensorische informatie in de brein en tot een betekenisvolle ervaring
brengen.
Overzicht sensorisch proces:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iris242. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  5x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd