Delegatie: (een deel van) de bevoegdheid (door attributie) wordt overgedragen aan
een ander overheidsorgaan.
Subdelegatie: de gedelegeerde bevoegdheid wordt nog een keer
gedelegeerd, alleen toegestaan als de delegerende wet de term ‘bij of
krachtens’ gebruikt.
Een rechter verklaart een wet onverbindend als hij constateert dat hij door een onbevoegd
orgaan is gemaakt.
6 Rechtspraak
6.2 De rechterlijke macht
Rechterlijke macht:
Rechters (staande magistratuur): passen de wet toe. Er geldt een onafhankelijkheid
van de rechter ten opzichte van de regering en de Staten-Generaal.
Leden van het OM (zittende magistratuur): vervolgen verdachten en leggen de door
de rechter opgelegde straffen ten uitvoer.
Rechters worden voor het leven benoemd en kunnen alleen door de Hoge Raad geschorst of
ontslagen worden. Hun rechtspositie moet bij wet geregeld worden (bijv. salaris).
6.3 Kenmerken van de Nederlandse rechtspraak
Met uitzondering van enkele gevallen vindt een terechtzitting in het openbaar plaats. De
rechterlijke uitspraak wordt altijd in het openbaar gedaan.
Motivatieplicht: de rechter moet zijn vonnis beargumenteren.
Hoger beroep: de zaak wordt opnieuw behandeld door een hoger college of de Hoge Raad.
Hoor en wederhoor: een rechter wijst doorgaans geen vonnis voordat alle betrokken partijen
in de gelegenheid zijn gesteld hun visie op de zaak te geven.
6.4 De rechterlijke organisatie
De organisatie van de rechterlijke macht en de rechtspraak is grotendeels geregeld in de Wet
op de rechterlijke organisatie en de Wet op de rechterlijke indeling. Er zijn 11 rechtbanken, 4
gerechtshoven en 1 Hoge Raad.
Rechtbank: in het bestuursrecht, strafrecht en burgerlijk recht de eerste toegang tot de
rechtspraak.
Bestuurskamer: kunnen burgers en bedrijven terecht die het niet eens zijn met een
besluit van een bestuursorgaan, nadat ze eerst zelf bezwaar hebben gemaakt.
Strafkamer: behandelt strafzaken tegen verdachten.
Civiele kamer: behandelt zaken uit het burgerlijk recht, inclusief de familiekamer.
Kamer voor kantonzaken: behandelt de relatief kleine strafzaken en civiele zaken.
Kantonrechters doen vorderingen tot €25.000 en alle vorderingen (ongeacht hun
hoogte) uit arbeid, huur, pacht, consumentenkoop en consumentenkrediet.
Gerechtshof: fungeert als hogerberoepsorgaan voor civiele en strafrechtelijke uitspraken van
de rechtbanken en behandelt in de belastingkamer uitspraken in het belastingrecht.
Hoge Raad: beoordeelt de uitspraak in hoger beroep in strafzaken, civiele zaken en
belastingzaken. Hij beperkt zich tot juridische kwesties en laat de feiten van de zaak rusten.
Na cassatie doet hij een nieuwe uitspraak of verwijst door naar een gerechtshof.
Raad voor de rechtspraak: de schakel tussen de minister van Justitie en de gerechten,
bemoeit zich niet met de inhoud, maar met de organisatie.