Geschiedenis H6 Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
6.1 Strijd, onafhankelijkheid en grote mogendheid
6.1.1 Door eendracht worden kleine zaken groot
Noordelijke lage landen: eerst vorst afzetten en geen nieuwe landsheer. Vanuit
middeleeuwen nog gewestelijke zelfstandigheid, burgers voelen verbonden met
gewest. De vraag van republiek: zelfstandige gewesten of centralisatie?
Van afzetting Filips 2 1581 tot einde republiek 1795 is Unie van Utrecht officiële
document voor staatsbestel met enkele, niet uitgevoerde, centralisatie maatregelen.
De Republiek is een statenbond.
Gewestelijke staten hebben wetgevende en uitvoerende taak, ze vergaderen
weinig. De gedeputeerde staten bereiden vergaderingen voor, beheren domeinen en
voeren besluiten uit. De stadhouder heeft bevoegdheden op gebied van rechtspraak
en benoemingen in stadsbesturen en is opperbevelhebber van leger/vloot van het
gewest (later republiek). Frederik Hendrik geeft het vorstelijke allures. De
raadpensionaris onderhoudt contact met buitenlandse gezanten en is voorzitter van
Staten van Holland. In de Staten generaal zitten afgevaardigden van gewesten met
lastbrieven. Gewestelijk belang voorop. Holland draagt meeste bij aan kosten,
Drenthe maar weinig → geen afgevaardigden. Generaliteitslanden hebben niks.
6.1.2 Eindelijk onafhankelijk
In 1600 moet stadhouder Maurits de Duinkerker kapers uitschakelen. Hij krijgt geen
steun en het lukt niet (Nieuwpoort). Hereniging zuidelijke en noordelijke landen is niet
haalbaar. Spanje en Staten generaal gaan om de tafel voor vrede maar er zijn
onaanvaardbare punten (niet varen indië en godsdienstvrijheid). In 1609 gaat
twaalfjarige bestand in. Spanje erkent ahw de republiek nu. Deze jaren hebben veel
interne twisten sterk bepaald door strijd tussen Maurits en Oldenbarnevelt. In 1619
onthoofding Oldenbarnevelt en Hugo de groot in slot Loevestein.
Na 12-jarig bestand eerst defensief en na inneming Breda (1625) door spanje
gaat Frederik over op offensief. Frederik wint (geldnood), zeker na Piet Heins inname
zilvervloot 1628. Frederik wordt de Stedendwinger. De Staten willen vrede en in 1646
begint Republiek met onderhandelingen. In 1648 Vrede van Münster en republiek
zelfstandig, grens door de frontlijn en schelde afgesloten. Na overlijden van Willem 2
is er Eerste stadhouderloze tijdperk (1650-1672).
6.1.3 Grote speler op Europese politieke toneel
Republiek naast Engeland en Frankrijk (Lodewijk XIV) belangrijke rol. De
Mogendheden sluiten steeds, snel gebroken, evewichtsverdragen met aan leiding
Johan de Witt. Op zee komen 2 handelsoorlogen (Engelse) met in de 2e door Michiel
de Ruyter een afgedwongen vrede in 1667.
In 1672 (Rampjaar) ineens oorlog (Frankrijk aan kop, engeland en duitse
bisschoppen). Willem 3 wordt stadhouder (sterke leiding) en Johan de Witt, gezien
als hoofdschuldige, wordt vermoord. In 1674 einde oorlog behalve met Frankrijk
(1678). Via Huwelijk met Mary Stuart kan Willem 3 zich bemoeien met troonopvolging
van Engeland. In 1688 privé actie en 1689 Willem en Mary op Engelse troon. Nu
Frankrijk rustiger doen. In 1702 plots einde door val van paard.
6.2 Een spin in een wereld handelsweb
6.2.1 Handel in Europa
In 1585 einde machtspositie Antwerpen door afsluiting Schelde. Nieuwe centrum van
wereldhandel is Amsterdam. Hier niet alleen opslag maar ook vrachtvaarders naar
,Europa. Hollandse kooplieden beheersen de handelsroutes en amsterdam wordt de
stapelmarkt met in 1611 een handelsbeurs. De zaanstreek is centrum scheepsbouw.
Oostzeehandel is het belangrijkste (graan/ hout/ pelzen/ ijzer/ vlas/ hennep).
De tol is in de eerste helft vd 17e eeuw 70% Nederlands aandeel. Ook de handel met
Engeland (laken) en Frankrijk (wijn/ zout/ granen) is belangrijk. Engelse koning wilde
gesloten zee voor Nederlanders. Vrachtvaarders ook naar Spanje en Portugal
(indische waren). Als Portugal onze spaanse vlag, dan Nederland andere vlag en
toestemming nodig. Vanaf 1590 door Gibraltar naar Italië en Levant (angorawol/
tapijten) via de Straatvaart. De terugreis is gezamenlijk door de zeerovers in Algiers.
Amsterdam fungeert als spin in het web. Er komen steeds meer inwoners en er
onstaat de grachtengordel door 3 keer uitbreiden. Hierdoor ook grote voedselvraag
en daarom veel inpolderingen/ droogmakerijen. Ook veen afgegraven voor turf.
6.2.2 Handel met de Oost
Specerijen zijn geliefd voor koken en als medicijn. Na de goede reis van De Houtman
via Kaap Goede Hoop, varen in 1598 22 schepen naar Indië. In 1602, om risico te
delen, VOC met als doel handel drijven en geen kolonies. Het krijgt monopolie op
een gebied en veel bevoegdheden om zelf te handelen. Het bestuur bestaat uit 17
leden, Heren XVII en er zijn 6 kamers voor uitrusting. Kapitaal komt door aandelen.
Op Java is het handelskantoor Jakarta, onder leiding van Jan Pietersz Coen,
uitgegroeid tot nieuwe residentie Batavia.
De route is meer zuidelijk en daarna in Noordelijke richting naar Indië. Veel
zijn bij australische kust gesneuveld. Anthonie van Diemen stuurt Abel Tasman in
jaren 40 op onderzoek uit daar. Hij ontdekt Nieuw-Holland en Tasmanië en Nieuw-
Zeeland. Het is er echter dor en onvruchtbaar en geen zicht op handel. Aziatisch
gebied is interessant. Op (nu) Sri Lanka en bij Japanse kunst krijgt VOC
handelskantoren. Nu niet alleen kruidnagel en nootmuskaat maar ook kaneel, zijde,
porselein en thee. In 1652 door Jan van Riebeeck een verversingsstation op Kaap
de Goede Hoop.
6.3.3 Handel in de West
Westen is monopolie gebied voor Spanje (verdrag Tordesillas) en Portugal. Hier zijn
arbeidskrachten nodig en er ontstaat slavenhandel. Willem Usselincx heeft plannen
om in het westen actief te worden. In 1621, herstart oorlog Spanje, wordt WIC
opgericht bestuurd door Heren XIX. Ook hier monopolie in afgeperkt gebied en
vergelijkbare bevoegdheden.
Handel is hier bijna hetzelfde als Kaapvaart tot vrede van Münster. In 1628 kaping
spaanse vloot door Piet Hein. Dan WIC in strijd met Portugal. Door steunpunten op
Afrikaanse kunst deelname aan slavenhandel. De Antillen zijn een steunpunt voor de
WIC-vloot. In 1634 Curaçao veroverd met fort Amsterdam en Willemstad. Andere
eilanden ook in bezit WIC met bestuur in Nieuw-Nederland aan de Hudson Rivier.
Abraham Crijnssen verovert Suriname voor Republiek in ruil voor Nieuw-Nederland
(1667). Sindsdien meer bemoeienis met slavenhandel en suikerteelt.
6.3 een gouden eeuw
Er is ook culturele bloei (gouden eeuw). Een belangrijke rol hebben de regenten-
kooplieden (stadsbestuurders). Na 1650 wordt dit een gesloten groep bestuurders:
oligarchie. Kunstenaars krijgen hun opdrachten van de regenten. In de schilderkunst
blijven bijbelse/ historische thema’s in trek maar portretten/ schuttersstukken/
landschappen/ stillevens maken opkomst. Rembrandt (Nachtwacht en
, Staalmeesters), Frans Hals (dagelijkse leven), Jan Steen (huishoudelijk) en Jan
Vermeer (het straatje van //) zijn wereldberoemd. Familie Blaeu komt met Atlas
Major.
Architectuur komt door opdrachten van stadsbesturen. Jacob van Campen nieuw
stadhuis op de Dam (1648-1655). Henrick de Keijzer enkele nieuwe kerken in A’dam
en graftombe Willem van Oranje. In Literatuur Joost van den Vondel prins onder
dichters met Gijsbrecht van Amstel. Jacob Cats naast Statenbijbel meest gelezen.
Onderwijs per gewest geregeld (eigen onderwijs reglementen). Schoolmeesters
moeten lid zijn Nederduits hervormde kerk. Wel laag salaris. Latijnse school toegang
tot uni en veel nieuwe universiteiten.
Ook veel wetenschappers met baanbrekend werk → wetenschappelijke revolutie.
Hugo de Groot begin volkenrecht en Spinoza voor vrijheid van meningsuiting. Veel
discussie over god door empirisme en rationalisme. Christiaan Huygens onderzocht
heelal en ontdekte ringen Saturnus en andere praktische uitvindingen.
Er is 1 kerk officieel (Nederduits Hervormde) maar ook ruimte voor
verdraagzaamheid (Tolerantie). Rooms-Katholieken in schuilkerken en gevluchte
joden in eigen synagogen. Aan de verboden hekserij wordt getornd (pijnbanken
verboden en eerlijk wegen).
Descartes: ‘welk ander land zou men ter wereld kunnen kiezen, waar men een zo
volledige vrijheid genieten kan?
Geschiedenis H7 tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
7.1 Verdeeldheid in Republiek
Na dood Willem 3 2e stadhouderloze tijdperk (1702-1747). Regenten: Ware vrijheid,
want eigen gang gaan. Na 30 jaar testament opgelost: Friese Nassaus bezittingen in
de nederland en titel Prins van Oranje, Pruisen ook maar buiten. Republiek vaak
betrokken bij oorlogen in Spanje en Oostenrijk (zuidelijke Nederlanden). Dit zwakt de
positie door spanningen tussen ambities en financiële mogelijkheid. De regenten-
besturen zijn steeds meer oligarchies (kleine groep) en staan niet open voor nieuwe
binnenkomers. Ze doen steeds meer aan witwassen en hoeven niks anders te doen.
Ze krijgen een Franse levensstijl (pruiken en buitenhuizen).
De regenten in de oligarchie kunnen problemen echter niet oplossen. Nadat
Franse legers Staats-Vlaanderen binnenvallen (1747), wordt Willem IV (de Prins)
stadhouder van alle gewesten, en wordt het erfelijk. Toch gaat gebied verloren en in
1748 (Vrede Aken) krijgen ze het terug. Verwachtingen binnenlands: beperken macht
regenten en herziening belastingssysteem. Willem pakt wel zijn benoemers functie
terug maar hij pakt niet echt oligarchie aan. Over belasting nog wel woede en in 1748
rellen: Pachtersoproer. Vanaf dan ambtenaren voor inning. Hij lijkt steeds meer een
vorst te worden tot hij in 1751 overleed. Willem V treed in 1766 in als opvolger. Hij
heeft besluiteloosheid en dat helpt niet tegen tegenstanders.
Dit zijn de Patriotten. Zij willen democratie met invloed van volk op de
samenstelling van regering. Deze discussie in kranten/ koffiehuizen/ pamfletten en
toont verlichtingsgeest. In 1781 anoniem (Joan Derk vd Capellen tot den Pol)
geschrift Aan het volk van Nederland. Stadhouder oorspronkelijke positie (dienaar
staten) zonder kunnen benoemen. Stadhouder wordt alleen hoofd van uitvoerende
macht en er moet een ‘volksregering bij representatie’ zijn. Dit denken beïnvloed
door ‘amerikaanse’ en franse revoluties. Patriotten steeds meer aanhang en
voortduring met ongeregeldheden. Ze richten vrijkorpsen op met programmatische