KENNISTOETS HUIS VAN THORBECKE
DEELTOETS 2
INHOUD
3.1 De rijksoverheid (best. kaart van NL H5) .................................................................................................. 2
3.2 Provincies (best. kaart van NL H6) ........................................................................................................ 16
3.3 waterschap (best. kaart van NL H6) ....................................................................................................... 20
3.4 Gemeente (best. kaart van NL H7) ......................................................................................................... 22
4.1 Beleid en sturing (openbaar bestuur H2) ................................................................................................ 28
4.2 Publieke waarde (openbaar bestuur H2) ................................................................................................ 30
4.3 Wie stuurt op publieke waarde (openbaar bestuur H2) ...........................................................................33
4.4/4.5/4.6 relatie tussen beleid en de omgeving (openbaar bestuur H3) ...................................................... 37
1
,3.1 DE RIJKSOVERHEID ( B E S T. K A A R T VA N NL H 5 )
Bestaat uit:
- Landelijk bestuur
- Centrale overheid
‘Het geheel van ministeries’ (Breeman p.56)
Hoge Colleges van Staat
Adviescolleges
Ongeveer 200 uitvoeringsorganisaties
Agentschappen
ZBO’s
TAKEN VAN DE RIJKSOVERHEID
De Rijksoverheid maakt beleid, vaardigt wetten uit en ziet toe op naleving. Daarnaast bereidt het Rijk plannen
van de regering en het parlement voor. En voert het deze plannen uit.
- Klassieke taken
Rond 19e eeuw nachtwakers staat
Openbare orde en veiligheid, buitenlandse betrekkingen, landsverdediging en financiën
- Overige taken
Diverse vraagstukken
20e eeuw taken erbij gekomen, na bv crisissen.
Verzorgingsstaat
Volkshuisvesting, sociale zaken zoals werkgelegenheid enz.
Rond 1980 gezegd dat die te duur werd.
- Overheid moest meer geleid worden als een bedrijf → New Public Management
- Van verzorgingsstaat naar voorwaardenscheppende staat
- Minder overheidsbemoeienis
- Dus privatisering van taken, deregulering, decentralisering en verzelfstandiging van
overheidsdiensten in de vorm van agentschappen en ZBO’s.
In 1983 was wetsherziening, hierdoor naast de klassieke grondrechten ook de sociale
grondrechten in de grondwet.
Verschilt dus per tijdsperiode en veranderd door de tijd heen.
- Primaat ligt bij het Rijk
Lagere overheden zijn toch afhankelijk van het Rijk. Bv Financiën.
Tegenwoordig is beleid in sterke mate het resultaat van de inspanningen van verschillende overheidslagen en
van samenwerking tussen overheid en het bedrijfsleven.
- Wel hoop kritiek op, want dat decentraliseren werkt niet altijd even goed (bv bij Jeugdzorg).
2
,MINISTERIES
- Wordt ook wel gesproken van departement van algemeen bestuur.
Met algemeen bestuur wordt bedoeld dat ministeries aangelegenheden behartigen die Nederland in
zijn geheel aangaan.
- Geheel van ministeries wordt de rijksoverheid, de rijksdienst of het Rijk genoemd.
- Ministeries kunnen worden samengevoegd, opgeheven of er kunnen nieuwe ministeries komen.
Dit hoeft niet in de wetgeving worden vastgelegd.
Grondwet bepaalt namelijk dat ministeries worden ingesteld bij Koninklijk Besluit.
- Overkoepelende term is vaak Rijksdienst
Is misleidend, want suggereert een eenheid terwijl iedere minister een zelfstandigheid heeft t.a.v.
eigen beleidsterreinen. Hierdoor sterke bestuurlijke fragmentatie.
Veel mee bezig om die eenheid wel weer te krijgen.
Op een ministerie werken ambtenaren
- Houden zich bezig met voorbereiding van wetsvoorstellen, beleidsnota’s en antwoorden op Kamervragen.
- Maar ook onderzoek, advisering en overleg met andere ministeries, overheden en maatschappelijke
organisaties.
- Grootste ministerie is Ministerie van Financiën, gevolgd door Justitie en Veiligheid.
Met name door de Belastingdienst waar veel mensen werken
- Kleinste is algemene zaken
3
, 12 MINISTERIES (2022, RUTTE IV)
- Algemene Zaken (AZ)
- Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)
- Buitenlandse Zaken (BuZa)
- Defensie (Def)
- Economische Zaken & Klimaat (EZK)
- Financiën (Fin)
- Infrastructuur en Waterstaat (I&W)
- Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
- Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
- Justitie & Veiligheid (J&V)
- Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
- Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV)
1) Algemene Zaken (AZ)
Draagt zorg voor de eenheid van het algemene regeringsbeleid.
- Vooral om minister-president te ondersteunen
- Heel klein in omvang
- Hieronder vallen:
Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)
Voorlichting geven op het Koninklijk Huis en algemene regeringsbeleid
Dienst Publiek en Communicatie (DPC)
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
Belangrijk toezichtsorgaan.
2) Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)
Toe zien op het functioneren van de overheid, het democratische gehalte van het openbaar bestuur en op de
kwaliteit van de dienstverlening door de overheid. Daarnaast het onderhouden van de contacten met
Caribisch Nederland.
- Wordt als tweeling ministerie van Justitie en Veiligheid gezien, want openbare orde en veiligheid valt er
deels onder.
Zitten ook in hetzelfde gebouw
- Volkshuisvesting
- Steeds belangrijkere taak op gebied van organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk.
Algemene Bestuursdienst (ABD)
Management development bureau voor de top van het Rijk
Bestaat uit alle topmanagers
Handhaving van democratische rechtsorde
Een van de hoofddoelen
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)
Om die democratische rechtsorde te beschermen
Als dg (directoraat-generaal) verbonden aan het ministerie
Rijksvastgoedbedrijf
Onderhoud van vastgoed van de overheid (paleizen, musea, gevangenissen enzo)
Shared-service-organisaties (sso’s)
Verlenen diensten voor rijksoverheid als geheel
4