, 1. Wat zijn de drie hoofdtheorieën over motivatie die Kluijtmans bespreekt, en
hoe verschillen deze van elkaar?
Antwoord: Kluijtmans bespreekt drie hoofdtheorieën: de behoeftehiërarchietheorie van
Maslow, de tweefactorentheorie van Herzberg en de zelfbeschikkingstheorie van Deci en
Ryan. Maslow's theorie richt zich op hiërarchische behoeften, Herzberg op de scheiding
tussen motivatoren en hygiënefactoren, en de zelfbeschikkingstheorie legt de nadruk op
autonomie, competentie en verbondenheid als kernfactoren voor motivatie.
2. Hoe kan het ‘Resource Based View’ model worden toegepast op HRM-
strategieën binnen een organisatie?
Antwoord: Het Resource Based View model stelt dat organisaties concurrentievoordeel
behalen door unieke en moeilijk te kopiëren middelen. In HRM betekent dit dat personeel, als
strategisch middel, moet worden ontwikkeld en behouden om hun unieke kennis en
vaardigheden maximaal in te zetten voor een concurrentievoordeel.
3. Wat is het belang van ‘strategische fit’ in HRM en welke risico’s zijn er bij het
ontbreken hiervan?
Antwoord: Strategische fit betekent dat HR-beleid en praktijken aansluiten bij de
strategische doelen van de organisatie. Het ontbreken ervan kan leiden tot ineffectieve inzet
van medewerkers, hogere kosten, lagere motivatie en verlies aan concurrentievoordeel.