1.1 Presentie: een werkdefinitie
Een praktijk waarin de zorggever met aandacht en toewijding ziet wat de ander nodig
heeft – van verlangens tot angsten – en begrijpt wat passend is in de situatie,
handelend met subtiliteit, vakmanschap, praktische wijsheid en liefdevolle trouw.
Een aantal kwaliteiten die je voor presentie nodig hebt zijn:
1. Gevoel voor subtiliteit (het komt aan op details en kleine dingen)
2. Vakmanschap (presentie komt dus niet in de plaats van je vak)
3. Praktische wijsheid (die maakt dat je in concrete situaties verstandige
beslissingen kunt nemen)
4. Liefdevolle trouw (het gaat om dat wat de ander deugd zal doen)
Kortom draait presentie om de radicale toe wending naar de ander.
1.2 Presentie gaat over goede zorg
Een goede zorgverlener is iemand die concreet tijd en aandacht voor je heeft, zich
op je betrekt en zich jouw lot aantrekt, die iets begrijpt van je leven en sores en die
het goede voor je wil.
Professionele zorg draait om het in stand houden van iets wat zonder die zorg zou
vergaan. Daarom is er zorg voor jongeren, gehandicapten, zieken, ouderen, mensen
met een verslaving of psychische aandoeningen, gevangenen, daklozen en gezinnen
met veel problemen.
Goede zorg is zorg die die dicht bij de leefwereld van mensen komt en daarbij blijft.
1.3 Taal
Presentie benadering spreekt bijv: van aansluiten, afstemmen, relationeel werken,
finaliseren en bekommernis.
1.4 Waar komt presentie vandaan?
Presentie is niet ‘achter een bureau’ bedacht, maar opgediept in de praktijk.
Presentie is niet de enige benadering die gaat over kwetsbaarheid, de menselijke
maat houden, werken van uit relaties en dergelijke.
1.5 Waar is presentie aan te herkennen?
Om te weten of het om presentie gaat, moet je kijken naar het geheel van een
professionele praktijk, hiermee bedoelen we het samenhangende geheel van 3
componenten:
- Een praktijk is allereerst gericht op degene die de zorg ontvangt. Het gaat
erom dat die persoon passende, zinvolle zorg krijgt waar hij baat bij heeft.
- Tegelijk is een professionele praktijk breder dan ‘ik en mijn cliënt’. Het gaat
ook over de naasten van die cliënt: gezin, familie, vrienden. Zij zijn op allerlei
manieren bij het leven en de zorg voor de cliënt betrokken en oefenen daar
invloed op uit.
, - Daarnaast gebeurt zorg geven in een bredere, organisatorische en politieke
context. Daarin zijn er bepaalde regels, gewoontes en uitgangspunten waar je
je als professional naar moet vragen.
1.5.2 Kenmerken van presentie
- Je werkt van uit relatie. Zonder het opbouwen van een betekenisvolle relatie
met de ander, kun je eigenlijk geen goede, passende zorg geven. We noemen
dit ‘relationeel werken’. Je probeert je dus in de ander te verdiepen door tijd
met elkaar door te brengen, wederzijdse dingen delen met elkaar en
vertrouwen opbouwen.
- Je kijkt zo open en onbevangen mogelijk naar de ander. Daarbij ben je heel
behoedzaam, zodat je niet vanuit je vak, opleiding, aannames of snelle
interpretaties denkt te weten hoe het zit. Je probeert modellen en diagnoses
even opzij te zetten en echt op een vrije, verwonderde ontdekkingstocht te
gaan, met de vraag: wie zijn deze mensen?
- Je sluit aan bij en stemt af op wat de ander aandraagt en wat hem of haar
bezig blijkt te houden. Wanneer je bijv. in een rommelige woning binnen komt,
ga je niet meteen de rommel opruimen omdat jij niet tegen de rommel kunt,
maar kijk en luister je eerst naar de ander: wat speelt hier voor haar, wat vindt
zij belangrijk?
- Je past je tempo aan dat van de ander aan. Je bent niet snel bezig met zsm
‘je ding doen’ of ‘de’ vraag boven water halen. Volg het tempo van je cliënt.
- Je werkt niet uitsluitend op routine. Je denkt niet van ‘zo doe ik het altijd!’ of
‘zo doen wij het hier’. Je geeft zorg op maat.
- Je bent niet ‘verkokerd’. Je bent niet alleen aanspreekbaar op 1 type vraag of
probleem. Je gaat soms ook buiten de grenzen van je eigen vakgebied, als
dat nodig is. Je zorgt dat er ruimte en aandacht is voor wat er speelt en dat
iemand er eventueel hulp bij krijgt.
- Je neemt geen afstand van het onverbeterlijke bij de ander. Het is
onvermijdelijk dat mensen soms domme dingen doen, maar dat wil niet
zeggen dat je daarom je handen van hen af moet trekken. Je zoekt de
redelijkheid van de ander op.
- Je verlaat de ander niet. Juist kwetsbare mensen zijn het meest gebaat bij
mensen die bij hen blijven, die trouw zijn. Ook als er niets op te lossen valt
, 2.1.1 Hoe weet ik wat ik moet doen?
Je kan zelf referentieel werken, dat wil zeggen dat dat jij bepaalt wat er gaat
gebeuren en hoe. Als je relationeel werkt, stem je jouw ideeën over wat je gaat doen
steeds af met de ander. Vanuit de relatie bepaal je samen wat er gaat gebeuren en
hoe je het gaat aanpakken. We noemen dat de instrumentele of functionele
betekenis van de relatie en spreken dan van ‘zorg vanuit de relatie’.
Relationeel werken wilt dus zeggen:
- Dat je je in je werk laat sturen door wat je leert binnen de relatie.
- Dat je je beseft dat het feit dat jij je aandachtig en belangstellend betrekt op de
ander, op zichzelf al zorg is die de ander goed doet.
2.1.2 Hoe kijk ik en hoe breed kijk ik?
Mensen zijn relationele wezens. Ze komen de zorg binnen met relaties, een
geschiedenis, sociale positie etc. ze hebben een eergevoel en verplichtingen en
loyaliteiten jegens anderen.
Je kijkt niet alleen naar je cliënt als individu, maar ook breder naar de manier naar de
manier waarop hij is ingebed in relaties en een sociale context.
2.1.3 Wat kan en mag ik doen?
Alle relaties die je zowel zakelijk als privé hebt neem je mee in hoe je relationeel
werkt. Je kunt niet onbeperkt met je cliënten meebuigen, maar moet voortdurend
bemiddelen tussen hen en de relaties waar je zelf in staat. Je bent op allerlei
manieren ingekaderd door verbanden die bepalen wat je wel en niet kan en mag
doen.
2.1.4 Waar zijn we op uit?
Mensen hebben zorg nodig omdat ze iets op eigen kracht niet kunnen. Zorg dient
ergens toe. Het is erop gericht dat mensen, met inbegrip van hun beperkingen,
ziekten en gebreken, een zo goed mogelijk leven kunnen leiden. Het doel van
relationeel werken is: zorg erop richten dat mensen relationeel en ingebed zijn en
blijven.
Kenmerken van relationeel werken:
- Zorg geven vanuit de relatie. Je laten sturen door wat je in de relatie leert.
- Zorg geven als relatie. Het in-relatie-zijn met de ander is al zorg.
- Zorg geven in relaties. Afstemmen op de ander in diens sociale positie en
netwerk van relaties.
- Zorg geven door relaties. Bemiddelen tussen cliëntbehoeften en professionele
kaders/beperkingen.
- Zorg geven met het oog op relaties. Uit zijn op een zo goed mogelijk leven
voor de ander.