Week 1 – Bestuursrecht
Stof: Hoofdstuk 5 – afdeling 1
- Arrest: Ikon
- Arrest: Raamprostitutie Spijkerkwartier
- Arrest: Puntenrijbewijs
- Arrest: Dakterras Amsterdam
- Arrest: Uitwerking Evenredigheidsbeginsel
Onderdeel 1: Inleiding
Bestuursrecht is onderdeel van het publiekrecht
Essentieel = algemene wet bestuursrecht
De trias politica
- Wetgevende macht: stelt avv’s vast
- Bestuurlijke macht: voert de avv’s uit
- Rechtsprekende macht: doet aan geschilbeslechting
Bestuur in klassieke zin
Taak bestuur = Uitvoeren van avv’s in concrete gevallen
bv: de examencommissie:
- Dit is een bestuursorgaan die bevoegdheden uitvoert in de WHW
(Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek).
- Zij kunnen studenten uitsluiten van tentamens als zij fraude hebben
gepleegd.
bv:Het college van Burgemeesters en Wethouders:
- Bestuursorgaan die bevoegdheden uitvoert van de Omgevingswet.
- Dus het uitvoeren van algemene regels in concrete gevallen,
bijvoorbeeld een omgevingsvergunning.
Actoren: zijn de bestuursorganen, zoals college van B&W en
examencommissie
- De bevoegdheid is exclusief en dus publiekrechtelijk
exclusief = het eenzijdig ingrijpen in de rechtspositie van de
burger.
- Product = Awb besluit.
Bestuur omvat tegenwoordig meer
Privaatrechtelijk handelen: De 2 soorten handeling die een
bestuursorgaan kan verrichten.
1
, - (1) Feitelijke handelingen: handelingen met rechtsgevolg, zonder
de wil van bestuur. VB: het openbreken van een straat door de
gemeente om riool aan te leggen.
o Onrechtmatige overheidsdaad: komt vaak voort uit nalaten.
VB: het nalaten van het opvallen van gaten in een fietspad,
waarna een fietser hierin rijdt en valt en een heup breekt. De
gemeente is dan aansprakelijk.
o Rechtmatige overheidsdaad: door het doen, maar mogelijk
schade als gevolg, wat niemand wil.
VB: de gemeente kan goede redenen hebben om een
bepaald plein aan te pakken en mooi te maken. Dit heeft als
gevolg dat winkeliers verlies gaan leiden, want klanten kunnen
minder goed hun winkels vinden. Hiervoor is een
schadevergoeding in te dienen, maar het is wel rechtmatig dat
de overheid dit doet.
o Bij deze 2: de wil is niet relevant
- (2) Rechtshandelingen: handeling met rechtsgevolg met de wil
van bestuur
o Privaatrechtelijke rechtshandelingen: handelingen die iedereen
kan verrichten, geen exclusieve overheidstaken
o Publiekrechtelijke rechtshandelingen: handelingen met
exclusieve bevoegdheid hierbij gaat het om een besluit
o Een voorbeeld hiervan is dat de overheid computers gaat
aanschaffen om de administratie bij te houden.
o Hierbij: de wil is wel relevant
Maar naast klassiek, ook…
Actoren = rechtspersonen (staat, provincie, gemeente, waterschap)
Bevoegdheid = niet-exclusief (wegen aanleggen, BOB-campagne
uitvoeren)
Product = privaatrechtelijke rechtsfeiten
Bestuursrecht:
Bestuursrecht = het recht van, voor en tegen overheidsbestuur
- Van: (instrumentarium)
o Bijvoorbeeld een vergunning of subsidie
- Voor: (normen)
2
, o Wet en (on)geschreven recht
- Tegen: (rechtsbescherming)
o Een bezwaar en beroep als burgers vinden dat een
bestuursorgaan de instrumenten verkeerd gebruiken. Er kan
dan door burgers bezwaar gemaakt worden.
Eenzijdigheid is hier van belang:
- Dit gaat ver, dus daarom zijn die normen en rechtsbescherming ook
zo enorm belangrijk (misgegaan bij toeslagenaffaire, want normen te
hoog en te weinig rechtsbescherming, want overheid had moeten
ingrijpen).
Waaruit bestaat het bestuursrecht nu eigenlijk?
1. Algemeen deel:
a. In de Awb (11 hoofdstukken waarvan elk hoofdstuk weer
begint met artikel 1. Dus altijd eerst hoofdstuk noemen en
daarna het artikelnummer pas).
i. De Awb heeft een gelaagde structuur
2. Bijzonder deel:
a. al het bestuursrecht wat niet in de Awb staat.
i. Belastingrecht, milieurecht, onderwijsrecht
3. Ongeschreven normen:
a. Ongeschreven abbb’s (algemene beginselen behoorlijk
bestuur)
Onderdeel 2: Bestuursorgaan
Bestuursorganen
Art. 1:1 lid 1 Awb (sub a en b)
- Sub a: a-orgaan (fulltime)
- Sub b: b-orgaan (parttime)
A-orgaan: ‘orgaan van rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld’ (art. 1:1 lid 1 sub a Awb)
Let op: de gemeente is een rechtspersoon en het college van B&W is een
orgaan van de
Gemeente
= fulltime, dus Bestuursorgaan bij al het handelen, dus ook met
privaatrechtelijk handelen, is zo’n a-orgaan gehouden aan alle normen van
het bestuursrecht.
- Bv: burgemeester gemeente Groningen.
Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn:
- De staat, provincie, gemeente, waterschappen en lichamen met
verordenende bevoegdheid krachtens de Gw (art. 2:1 lid 2 BW)
- Andere lichamen met overheid indien bij of krachtens de wet (bv
politie, of Universiteit Groningen (art. 2:1 lid 2 BW)
3
, Krachtens publiekrecht = eigenlijk een overheidsorgaan. In 2:1 BW worden
de publiekrechtelijke rechtspersonen benoemd.
- De organen zijn niet de gemeente, maar organen ervan, dus college
B&W
Art. 1:1 lid 1 sub a Awb jo. 2:1 lid 1 BW
o Rechtspersoon = staat orgaan = regering en
ministers
o Rechtspersoon = Provincie orgaan = PS, GS, CvL
o Rechtspersoon = Gemeente orgaan =
Gemeenteraad, college
b&w, burgemeester
- Art. 1:1 lid 1 sub a Awb jo. 2:1 lid 2 BW
o Rechtspersoon = RUG Orgaan = Examencommissie,
docent
B-orgaan: ‘een ander persoon of college, me enig openbaar gezag
bekleed’’ (art. 1:1 lid 1 sub b Awb)
= parttime, dus alleen gehouden aan bestuursrecht (abbb’s) voor zover hij
zich bezighoudt met exclusieve overheidstaak. APK-kenningshouder
(garage, om APK vergunningen te verlenen. Hij is alleen gehouden aan
bestuursrecht als hij bezig is met verlenen APK-vergunningen en
daarbuiten niet)
- Bv: APK-vergunninghouder, want de b-organen zijn onderdeel van
privaatrechtelijk rechtspersoon
- Ook een NL bank is een b-orgaan
- Art. 1:1 lid 1 sub b Awb
Rechtspersonen + de betreffende organen:
BV: gemeente Groningen is rechtspersoon: gemeenteraad, college b&w,
burgemeester
BV: RUG is rechtspersoon: examencommissie, docent
Uitzonderingen op bestuursorganen
Art. 1:1 lid 2 Awb
- Als je naar de eisen kijkt, vallen deze allemaal onder de definitie van
bestuursorganen, maar zij zijn hiervan uitgezonderd en zijn dus geen
bestuursorgaan.
o Wetgever, rechterlijke macht, RvS, rekenkamer, nationale
ombudsman.
Ze hebben allemaal exclusieve bevoegdheid. Maar bv
uitgezonderd, Dit kan om het goed handhaven van de
trias politica:
Als wetgever wel bestuursorgaan zou zijn, zouden
burgers besluiten van formele wetgever aan kunnen
vechten via bestuursrechter en dat is niet handig.
4