Inleiding in de psychologie, Deel 2 (H9 tm 16)
H9 Memories attention, and consiousness
Ons geheugen is de hele dag door met het verwerken van prikkels
Die prikkels verwerken we via onze zintuigen
De informatie (van zintuigen) stapelt zich op in ons cognitieve systeem
Filtering van prikkels = aandacht
- Voorkomt dat we overbelast raken van prikkels.
- Informatie gaat verloren als onze aandacht er niet ‘bij’ is.
Leren > geheugen > heeft effect op toekomstig gedrag.
Verzamelen informatie via
1. Zintuigen : geeft informatie over omgeving
2. Lange geheugen opslag: informatie over vorige ervaringen.
9 Overview: an information-processing model of the mind
Het informatieverwerkingsmodel, figuur 9.1. blz 312
Drie componenten onderscheiden: het zintuiglijk geheugen, het kortetemijn- of werkgeheugen, het
langetermijngeheugen.
1. Zintuigelijk geheugen:
- Wordt puur beïnvloed door zintuigelijke input.
- Korte termijn
- Prikkels waar we aandacht aan geven, worden doorgegeven aan kortetermijngeheugen.
(informatie waar geen aandacht voor is, gaat verloren)
Voorbeeld: je partner vraagt, heb je me wel gehoord? En je herhaalt de laatste 2 woorden.
2. kortetermijn- of werkgeheugen:
- informatie wordt bewerkt (encoding)
- aandacht is van belang
- Deel waar informatie herhaald wordt.
informatie die namelijk herhaald wordt, blijft behouden in langetermijngeheugen.
3. Langetermijngeheugen
- Informatie wordt vastgelegd.
- Aandacht speelt geen rol.
De informatie is buiten ons bewustzijn in het langetermijngeheugen aanwezig en verschijnt pas weer in ons
bewustzijn als deze teruggehaald naar het kortetermijn- of werkgeheugen voor actieve verwerking.
(een deel van de informatie gaat verloren).
Encoding: kortetermijn naar langetermijn
Retrievel: langetermijn naar kortetermijn (bijv antwoord tentamen herinneren).
Glucose consumptie is hoger (energie verwerken), bij lastige geheugen taken.
Bewijs dat ‘hard en veel leren’ dus meer energie kost.
Automatic processes
- Gaan automatisch zonder aandacht
- Kunnen tegelijktijdig met andere taak optreden
- Verbeteren niet met oefenen/herhaling
- Veranderen niet door intelligentie of motivatie
(praten)
Effortful processes
, - Beschikbaar bij aandacht
- Intereferen wel met andere taken
- Verbeteren met herhaling
- Wel beinvloedbaar door intelligentie en motivatie
(auto rijden)
Dual processing theorie: bij het oplossen van problemen verwerken mensen op 2 manieren.
- Automatisch denken (gaat snel, onbewust) in combi met
- Effortfull (gaat langzaam, bewust, met aandacht)
Stroop interference effect:
Het oplezen van kleuren die in een andere kleur zijn geschreven kost meer tijd : blauw, leest lastiger dan blauw
Dit onderzoek beschrijft het idee dat je gedachtes eerst altijd langs de automatische, snelle proces gaan (zoals
2+2), en daarna bewust worden geprocest.
Je kunt het ‘snelle automatische systeem’, niet uitzetten.
Preattentive processing: korte analyse van zintuigelijke informatie en of deze van belang is of niet.
- Vergelijkt zintuigelijke informatie met vorige ervaringen in korte en lange termijn geheugen.
- Het is een vroege fase van informatieverwerking waarin kenmerken van stimuli (zoals kleur, vorm, grootte, of
beweging) zonder bewuste inspanning worden waargenomen.
Top down control (figuur 9.3 blz 318)
Top-down controle van aandacht verwijst naar het vermogen van de hersenen om sensorische informatie te
prioriteren en te reguleren op basis van doelen, verwachtingen of eerdere kennis, in plaats van simpelweg te reageren
op prikkels uit de omgeving.
9 Attention: the portal of consciousness
Selectief luisteren: het cocktailpartyfenomeen
Ons vermogen om belangrijke information (zoals iemand je naam horen zeggen) op te vangen terwijl we ons
concentreren op andere informatie (bijvoorbeeld een gesprek met iemand voeren tijdens een rumoerig cocktailfeest).
impliceert dat informatie onbewust en via een route buiten onze aandacht verwerkt wordt, terwijl we bewust
andere informatie verwerken.
Onderzoek laboratoruimsetting naar cocktailpartyfenomomen
2 teksten worden simultaan afgespeelt
- subject moet 1 bericht herhalen, mag andere bericht negeren.
- Lukt als er een fysiek verschil is tussen de stemmen, bijv hoog vs lage stem.
- Bericht dat ze negeerden kunnen ze niet herhalen
- Kunnen wel aangeven of andere bericht door man of vrouw werd verteld.
- Merkten niet of bericht in andere taal was.
Belangrijke informatie (zoals bijvoorbeeld de eigen naam) afkomstig van het tweede bericht wordt echter wél
opgeslagen.
Bewijs ; informatie die bewust genegeerd wordt, wordt toch op een bepaald niveau verwerkt.
In termen van het informatieverwerkingsmodel heeft dit fenomeen hoofdzakelijk te maken met het zintuiglijk
geheugen, en de manier waarop informatie van daaruit naar het kortetermijn- of werkgeheugen wordt verstuurd. Alle
stemmen in de ruimte bereiken ons zintuiglijk geheugen, maar kennelijk zijn wij in staat om onze aandacht dusdanig te
richten dat we alleen die ene geluidsbron eruit weten te pikken om deze naar ons kortetermijn- of werkgeheugen te
sturen en in ons bewustzijn te brengen, ondanks dat sommige bronnen misschien wel om veel meer aandacht vragen,
bijvoorbeeld doordat zij sterker zijn in volume.
Aandacht speelt hier dus een zeer belangrijke rol als poortwachter van ons bewustzijn.
Selectief kijken
,Inattentional blindness: fenomeen waarbij mensen een duidelijk zichtbare stimulus in hun gezichtsveld missen omdat
hun aandacht gericht is op iets anders. waar je naar kijkt zie je, waar je geen aandacht bij hebt zie je niet.
Onderzoek: gorilla loopt door beeld als je mensen moet tellen, 50% mist de gorilla.
Gochelaar maakt hier ook gebruik van, pakt nieuw object terwijl je naar verkeerde hand kijkt.
Onderzoek: inattentional blindess, werkt niet bij evolutionaire stimulus (spinnen). Spinnen worden door de menselijke
hersenen als potentiële bedreigingen herkend.
De amygdala, een hersengebied dat betrokken is bij het verwerken van emoties en bedreigingen, is gevoelig voor
visuele signalen die geassocieerd worden met gevaar.
9 the ability to shift attention to significant stimuli
1. Auditief sensorisch geheugen / echoische geheugen
ook wel het echoïsche geheugen
slaat korte tijd auditieve informatie op, meestal enkele seconden.
Onze hersenen filteren constant deze informatie en richten de aandacht alleen op geluiden die relevant zijn,
zoals een naam die geroepen wordt in een drukke ruimte
(het "cocktailparty-effect").
Dit proces maakt gebruik van selectieve aandacht, waarbij irrelevante achtergrondgeluiden worden
genegeerd, en betekenisvolle geluiden worden doorgegeven aan werkgeheugen.
Bijv: terwijl je een gesprek voert, hoor je plotseling je eigen naam uit een ander gesprek. Je hersenen
schakelen snel de aandacht naar dat specifieke geluid, ondanks dat je het andere gesprek niet bewust volgde.
2. Visuele sensorische geheugen / iconische geheugen
slaat zeer kortstondig visuele informatie op (ongeveer 250 milliseconden).
Aandacht filtert deze informatie en richt zich op visuele details die belangrijk zijn
Voorbeeld: In een drukke scène, zoals een verkeersplein, richten je hersenen zich automatisch op een naderende auto
en negeren details zoals een voorbijgaande vogel.
Proces: Dit gebeurt via bottom-up processen (opvallende stimuli zoals een fel licht) en top-down processen
(je intentie om bijvoorbeeld een verkeersrichting te volgen).
Dit filtermechanisme zorgt ervoor dat alleen betekenisvolle visuele informatie verder wordt verwerkt in het
werkgeheugen.
9 Unconscious, automatic processing of stimulus input.
Onderzoek: het spelen van videogames vergroot aandacht op meerdere stimuli.
Priming: activatie van informatie (door zintuigelijke input) die al aanwezig is in langetermijngeheugen. Geactiveerde
informatie wordt toegankelijk.
- Activatie gaat onbewust, gebruik ervan bewust.
Onderzoek: ene oor verhaal (gooide met ..), ander oor woorden (rivier), vertel verhaal na.
Woorden in andere oor beïnvloeden verhaal. > vorm van priming.
Hersen machanisme bij preattentive processing en aandacht
1. stimuli waar niet op wordt gelet, activeren toch de sensorische en perceptuele delen van de hersenen
2. aandacht vergroot de activiteit die taakrelevante stimuli produceren in zintuiglijke en perceptuele gebieden
van de hersenen, en vermindert de activiteit die taak-irrelevante stimuli produceren
3. neurale mechanismen in de voorste delen van de cortex zijn verantwoordelijk voor de controle van de
aandacht
spatial neglect: individuen kunnen dingen in het contralaterale gezichtsveld niet zien (de kant tegenover het
hersenletsel)
beschadiging linkerhersenhelft: patient ziet eten op bord rechts niet, cijfers klok rechterkant niet etc.
Ons korte termijn geheugen / werkgeheugen = alle informatie waar we ons van bewust zijn.
, Model van Alan Baddeley (1986, 2006)
Korte termijn / werkgeheugen bestaat uit
1. phonological loop – verantwoordelijk voor verbale informatie
2. visuospatial sketchpad – verantwoordelijk voor spatial informatie
3. central exective – verantwoordelijk voor activiteit brein, nieuw informatie van zintuigen en lange termijn
ophalen.
In het verbale werk geheugen / phoonological loop:
We kunnen gemiddeld 7 cijfers inhouden (plus minus 2, dus min 5 cijfers max 9 cijfers onthouden )
- Die ‘brokjes’/cijfers informatie kunnen afkomstig zijn uit het zintuiglijk geheugen, of uit het
langetermijngeheugen.
- aandacht is een belangrijke rol, informatie blijft alleen actief als we deze herhalen.
- Zonder herhaling verdwijnt de informatie na 2 seconden al in het werkgeheugen.
Wat is bewijs dat we subconsious worden herhalen in ons brein?
- Cijfers tellen en hardop ‘de’ zeggen (en blijven zeggen) maakt het onmogelijk de cijfers te onthouden.
- Korte woorden en getallen onthouden we beter
Werkgeheugen is 2 x korter dan geheugen span (working span en memory span)
blijkbaar concurreren de mentale bronnen die nodig zijn om informatie te verwerken of eraan te werken met
de mentale bronnen die nodig zijn om informatie op te slaan
onderzoek: rijdende mensen die bellen, maken meer fouten
- zowel onder hands free
- als hand-held phones
- issue zit dus mentaal en niet in fysieke afleiding
excutieve functions /werkgeheugen:
1. updating , moniteren en toevoegen./ verwijderen contents of working memoery
2. switching: flexibiel schakelen tussen taken en mindsets (voorbeeld sorting cards)
3. inhibition: cognitive of gedragsreactie (voorbeeld is stroop task)
4 conclusies over excutieve functies
1. ze laten zowel overeenkomsten als diversiteit zien (iemand die good is in switching is vaak ook goed in
inhibitie)
2. er is een genetisch aspect (erfelijk)
3. voorspellen klinische en maatschappelijke uitkomsten (zoals ADHDA, bij laag inhibitie)
4. stabiliteit in ontwikkelen executieve functies (kinderen die goed geheugen hebben, vaak succesvol als
volwassenen).
Mensen met beschadiging prefrontale cortex:
plannen lukt niet
beslissingen maken gaat lastiger
emoties regulieren lastiger
inhibitie van gedachtes en gedrag gaat lastiger
Case, Phineas Gage, prefrontale cortex stuk door metalen paal
- plannen lukte niet, sprak kort en onaardig, hij kon zijn impulsen niet meer controleren.
ADHD vertraging in frontal cortex , motorisch juist sneller ontwikkeld (vandaar vaak meer bewegen).
9 Geheugen als presentatie van kennis
Twee type lange termijn geheugen (expliciet en impliciet)
1. expliciet geheugen ; bewuste gedachte. Kunnen we gemakkelijk verbaal beschrijven (vandaar: expliciet).
Aandacht speelt een grote rol.