Samenvatting van t-stroom module 1
OWGT: beroepsoriëntatie van de operatieassistent
Wat zijn de vijf verschillende wetten?
1. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG):
In de ze wet heeft iedereen een eigen privacy en worden je persoonsgegevens
nog beter beschermt. Deze wet dwingt bedrijven hun patiënten in te lichten
over de persoonsgegevens die zij bewaren en hoelang ze die bewaren.
2. Beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG):
Deze wet is bedoeld om de kwaliteit van de zorg op de patiënt te verbeteren en
de patiënt te beschermen tegen onzorgvuldige handelingen van een zorgverlener.
Zo wordt er in de BIG wet geschreven over de titelbescherming, registraties,
herregistraties, bekwaamheid voor een handeling en het tuchtrecht. Deze
beroepsbeoefenaren moeten wel beschikken over de nodige bekwaamheid om
deze handelingen verantwoord uit te mogen voeren. Onder bekwaamheid wordt
kennis, vaardigheid en attitude begrepen. Onder bepaalde voorwaarden mogen
zij aan anderen opdracht geven om ook voorbehouden handelingen te verrichten.
De voorbehouden handelingen mogen alleen worden uitgevoerd door bekwame
beroepsbeoefenaren. Echter, nood breekt wet. In geval van nood, waarbij deze
beroepsbeoefenaren niet op tijd aanwezig kunnen zijn, zijn ook anderen
gerechtigd deze voorbehouden handelingen te verrichten.
3. Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ):
Te zorg te bevorderen door van klachten en ongewenste gebeurtenissen in de
zorg van te leren. Deze wet zorgt voor:
- Een snelle aanpak voor de klachten op te nemen
- Zorgverleners kunnen het incident veilig melden, zodat ze ervan kunnen leren
- De patiënt heeft meer macht, want als er een medische fout is gemaakt heeft
de patiënt recht op informatie over de kwaliteit van de zorg.
4. Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO):
Deze wet is de basis van de zorgverlening, waar alle rechten instaan voor een
patiënt. In deze wet staat:
Zorgverleners mogen alleen handelen, wanneer er toestemming is van de
patiënt. Ze moeten hiervoor ook goed geïnformeerd worden over de
behandeling. Een zorgverlener mag alleen handelen om iemands leven te redden
zonder toestemming. Een patiënt heeft inzage in het medisch dossier, heeft
geheimhouding van medische gegevens en een vrije artsen keus.
5. Opiumwet: de Opiumwet wordt gewerkt met twee lijsten drugs. Op lijst 1 staan drugs
met een onaanvaardbaar risico (zoals cocaïne, amfetamine, XTC, heroïne en LSD).
Op lijst 2 staat de hennepplant waar hasj en wiet van gemaakt wordt. De wet maakt
vervolgens een onderscheid in verschillende handelingen die strafbaar zijn. Strafbaar
zijn: bezit, bereiding/productie, verkoop en export. Opvallend is dat gebruik op zich
niet strafbaar is. Strafbare handelingen moeten opgespoord en bestraft worden. In de
wet staat de strafmaat genoemd. De hoogste officieren van justitie (de procureurs-
generaal) vaardigen ook nog zogenaamde richtlijnen uit. In deze richtlijnen staat
beschreven aan welke strafbare feiten de politie de meeste aandacht moet geven en
welke straf gegeven kan worden.
Wat doet de operatieassistent in de praktijk?
, Een operatieassistent of anesthesiemedewerker houdt tijdens een operatie continu
gegevens in de gaten van het verloop van de totale operatie. Ze kijken naar de
gegevens van de patiënt, omgeving in de kamer en de operatieve technieken die
worden toegepast op de patiënt. De operatieassistent is competentiegericht. De drie
competentie die samenwerken zijn: de vaardigheden, de attitude en de kennis over
het lichaam en patiënt. Als je een van deze competenties niet gebruikt zal je niet
professioneel op de operatiekamer kunnen staan, want je moet altijd respect hebben
voor de patiënt.
De rollen/taken die een operatieassistent heeft in de OK zijn:
- Instrumenteren, omloop en assisteren
- Pré-/ per-/ postoperatieve fase
- Stelt en controleert medische apparatuur in
- Het zorgen tijdens een operatie voor de patiënt en hun gegevens controleren.
- Het verrichten van risicovolle handelingen
- Het controleren van de administratie voor bijvoorbeeld aantal gazen die
gebruikt zijn voor infectiebestrijding voor preventie
- Anticiperen op het operatieverloop.
Wat doet de anesthesiemedewerker in de praktijk?
- Verzamelt gegevens zoals de voorgeschiedenis, bloeddruk, temperatuur en
kijkt naar ecg
- Geeft voorlichting aan de patiënt over de anesthesie.
- Controleert en stelt apparatuur in voor de anesthesie
- Samenwerken met de anesthesioloog en het toedienen van de anesthesie
- Bewaakt de conditie van de patiënt tijdens de operatie en anders grijpt die in
- Verricht risicovolle handelingen bij de patiënt
- De administratie van medicamenten en de vitale functie
Wat is het aandeel van hbo-v voor een operatieassistent
Je bent in het BIG ingeschreven als verpleegkundige. Dit heb je niet als OA en AM,
maar doordat je in het BIG bent ingeschreven ben je voor handelingen bekwaamt.
Ook val je onder het tuchrecht: Een klacht ingediend door een zorgvrager die vindt
dat hij niet medisch goed is behandeld door een zorgverlener. Het tuchtrecht
beoordeelt de zorgverlener of die zich aan de BIG wet heeft gehouden. Je kunt de
volgende straffen krijgen:
- Waarschuwing
- Ernstige waarschuwing
- Geldboete
- Tijdelijk beroep niet uitoefenen
Wat zijn de beroepsverenigingen?
In Nederland heb je de beroepsvereniging LVO en NVAM. Dit is een groep
Nederlandse operatieassistenten of anesthesiemedewerkers die dit beroep
vertegenwoordigen. Samen vertegenwoordigen ze in de kwaliteit van het beroep in
de operatie. Ze stellen richtlijnen op van hun belangen en van de belangen voor de
patiënt in een operatie. Ze stellen kerntaken en competentiegebieden op waar ze
zich aan houden.
Wat doet het CZO en wat zijn de taken van hun?
, Het CZO laat diverse zorgopleidingen op dezelfde manier leren en toetsen. Je
krijgt hier een CZO-erkenning voor. Door alle opleidingen in de zorg uit het CZO
worden gegeven krijg je een samenhang. Zo zijn er weinig verschillen in een
zorg opgeleide studenten en hun bedrijven en zorginstellingen. Het CZO heeft
allemaal taken opgesteld die een opleiding aan moet voldoen.
Wat zijn de canMEDS-rollen?
De centrale rol van de canMEDS is de zorgverlener. De zorgverlener moet altijd hulp
aanbieden in nood en zorgsituaties. Daar heeft de operatieassistent als zorgverlener
nog 3 specifieke competentierollen bij.
1. Vakinhoudelijk handelen: zorgverlening aan patiënt met kennis zoals anatomie
2. Communicatie: informatie krijgen van patiënt door met elkaar te praten
3. Samenwerking: handelingen en kennis krijgen door met elkaar te werken, zoals je
collega’s en organisatie.
4. Kennis en wetenschap: het reflecteren van mijn kennis en handelingen tijdens
een operatie
5. Maatschappelijk handelen: het bevorderen van de maatschappelijke gezondheid
door preventie bijvoorbeeld
6. Organisatie: de wijze waarop de zorg georganiseerd wordt
7. Professioneel en kwaliteit: richtlijnen en protocollen op een professionele
manier de kwaliteit bevorderen.
Wat is het Miller-model?
Het model bestaat uit 4 stappen die je moet halen in de praktijk op de OK:
1. Knows: de kennis waarover een student moet beschikken
2. Knows how: de student weet hoe hij die kennis moet gebruiken bij het uitvoeren
van zijn probleemoplossende taken.
3. Shows how: de student zien dat hij kan handelen in een gesimuleerde omgeving,
onder meer op basis van zijn kennis. Het gaat hier dus om kennen en handelen
(cognitie en gedrag). De student weet niet alleen hoe hij een diagnose moet
stellen maar toont ook dat hij die kan uitvoeren.
4. Does: het zelfstandig handelen in de complexe praktijk van alledag. Daarbij wordt
een beroep gedaan op een geintegreerd geheel van kennis, vaardigheden,
houdingen en persoonlijke eigenschappen. Als je alles kan in de praktijk dan ben
je competent.
Wat doet het NLQF?
Het niveau van een kwalificatie wordt vastgesteld aan de hand van beschrijvingen
van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces, waar dan ook
doorlopen. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en
verantwoordelijkheid en zelfstandigheid noemen we leerresultaten. De descriptoren
van het NLQF beschrijven de niveaus van kennis, vaardigheden, verantwoordelijkheid
en zelfstandigheid. Om dit te beoordelen moet een kwalificatie in leerresultaten
beschreven worden.
In dit NLQF is bij de invoering van het bachelor-mastersysteem bepaald dat elke hbo-
bachelor opleiding als niveau 6 wordt ingeschaald in het NLQF.
, OWGT: wat zijn de patiëntencategorieën op het OKC
Welke patiëntencategorieën kom je tegen op het OKC?
Op de OK kom je verschillende patiënten met verschillende afdelingen tegen. Je hebt te
maken op een Ok met de volgende patiëntencategorieën:
- Patiënten met acute levensbedreigende aandoeningen
- Patiënten met chronische zorg, die langdurig zijn de zorg zijn
- Kinderen en jongeren
- Ouders en pasgeborene
- Patiënten met specifieke aandoeningen die door een gespecialiseerd centrum
behandeld worden.
- Ouderen mensen
Wat is de benaderingswijze van de verschillende patiëntencategorieën op de OK?
Voor de operatie kan een patiënt zich anders gaan gedragen voor een operatie door de
zenuwen. Je hebt 3 soorten waarbij je omgaat ben een patiënt.
1. Omgaan met gênegevoelens: mensen schamen zich voor hun eigen lichaam en we
vinden onnodige blootstellingen niet fijn. Ook is de operatiekamer een gebied waar
mensen zich vaak onveilig voelen door de omgeving en sfeer. Ook voer je allemaal
intieme handelingen uit die voor een patiënt niet fijn zijn. Als OK-assistent heb je hier
begrip voor. Benaderingswijze: kijk en vertel de patiënt zoveel mogelijk welke
behandeling je gaat verrichten. Werk vlot, netjes en professioneel.
2. Omgaan met gevoelens van rouw: het gaat niet alleen om de dood, maar ook om de
los te laten van lichaamseigen dit is amputatie van een ledemaat bijvoorbeeld. Het
verzorgt voor een patiënt bezorgdheid, angst en pijn. Benaderwijze: zeg niet tegen
een patiënt dat iets goed komt of meevalt, maar leef je zelf in deze persoon. Goed
empathisch luisteren zou een patiënt helpen en heeft die meer behoeftes aan.
3. Omgaan met kinderen: kinderen horen eigenlijk niet in een ziekenhuis. Werken met
kinderen vraagt speciale sociale vaardigheden. Ook zijn kinderen zelf eerlijk en
openhartig. Benaderwijze: wees eerlijk tegen kinderen, heb begrip voor ouders en
werk met ze samen en breng ze mee naar de operatiekamer
Taken:
- Beseffen dat de operatie een stressvolle situatie is voor een patiënt
- De patiënt informeren en instrueren over de behandeling
- Empathisch, gastvrij en respectvol zijn tegen de patiënt
- Rekening houden met de aanwezigheid van de patiënt tijdens het overleggen met
operatieteam of patiënt
Wat zijn de taakklasse die wordt gehanteerd binnen de opleiding HBOV-Technische
stroom?
De uitvoering van Operatieve zorg kent diverse moeilijkheidsgraden.
Meestal worden drie complexiteitsniveaus onderscheiden: laagcomplex,
middelcomplex en hoogcomplex (LVO 2012). Tijdens de diverse
studieperioden van de technische leerroute is het van belang om de
complexiteitsgraad af te bakenen zodat de student gericht kan werken aan
het minimaal vereiste niveau en de werkbegeleider en docentbegeleider dit
optimaal kan ondersteunen. De operatieve zorg (in de rol van zorgverlener
en regisseur) wordt onderverdeeld in 4 taakklassen met oplopende
complexiteit. In onderstaand overzicht worden de diverse taakklassen
gekoppeld aan de verschillende studieperioden die de HBOV-Technische
leerroute kent.