SAMENVATTING BESTUURSRECHT RECHTSBESCHERMING
WEEK 1 (GRONDSLAGEN VAN HET BESTUURSPROCESRECHT & BEVOEGDHEIDSVERDELING)
Literatuur:
- Boek Bestuursrecht 2, Hoofdstuk 1 en 2
Standaardjurisprudentie:
- HR 28 februari 1992, o.a. gepubliceerd in AB 1992/301(Changoe)
- EHRM 23 oktober 1985, o.a. gepubliceerd AB 1986/1(Benthem)
Video stap 3 (procedures om bestuursrechtelijke geschillen te beslechten):
Procedures om bestuursrechtelijke geschillen te beslechten
- Voorprocedures die bij BO plaatsvinden:
o Bezwaar (art.1:5 lid 1 Awb)
o Administratief beroep (art. 1:5 lid 2 en 3 Awb)
o Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Uov)
- Beroep eerste aanleg bij rechter (art. 1:5 lid 3 Awb)
o Regulier (ook bij HB)
o Vereenvoudigde behandeling (ook bij HB)
o Versnelde behandeling (ook bij HB)
- Hoger beroep bij rechter
- Voorlopige voorzieningenprocedure
- Herziening à weinig aandacht hiervoor
- Klachtprocedure (met name bij de Nationale Ombudsman)
Bezwaar = procedure bij het BO dat het bestreden besluit heeft genomen. Heroverweging door zelfde BO.
Administratief beroep = bij ander (hoger) BO à bijv. een tentamenuitslag heb je gekregen van een examinator,
ben je het daar niet mee eens, dan kun je beroep instellen bij het College voor Beroep van Examens (hoger BO).
UOV = je kunt zelf een zienswijze inbrengen tegen een ontwerpbesluit (te vergelijken met het instellen van
bezwaar tegen een definitief besluit). In de UOV wordt een beslissing heroverwogen. Wanneer de UOV openstaat,
dan kun je daarna geen bezwaar meer maken (art. 7:1 lid 1 onder d Awb).
Beroep bij rechter = hier komt je als je het niet eens bent met een besluit op bezwaar of met besluit op UOV.
Voorlopige voorzieningenprocedure (VOVO) = vergelijkbaar met civiel kortgeding. Verschil is dat je tegen een
vovo uitspraak niet hoger beroep in kunt stellen. Verder geldt dat sprake moet zijn van connexiteit = er moet altijd
een bodemprocedure lopen (bezwaar, administratief beroep, of beroep bij de rechter).
= Iets wat een burger kan doen, maar kan ook op basis ambtshalve verzamelde informatie
= Besluit van een bestuursorgaan
= Recht
Bip = besluit in primo, primair besluit
Bob = besluit op bezwaar
Usp Rb = uitspraak van Rb
Usp Hb = uitspraak in Hb
Vovo = voorlopige voorziening
Structuur procedures
- Bevoegdheid BO/rechter à appelabel besluit?
- Ontvankelijkheid beroep (de bezwaarmaker of eiser wel ontvankelijk, is hij wel belanghebbende, zijn er
gronden in het bezwaarschrift of beroepschrift geformuleerd?)
- Toetsing besluit
o Object: wat ga je beoordelen (geheel besluit, of onderdeel van besluit)
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 1
, o Gronden: waaraan ga je dat oordeel toetsen? Beoordeling van rechtmatigheid, beleidsmatig
(doelmatigheid)
o Ex nunc (feiten en omstandigheden op moment dat je de beslissing neemt, nu)/ ex tunc (feiten
en omstandigheden, recht ten tijde van nemen van het besluit): naar welk moment toets je?
- Uitspraak (bob of rechterlijke uitspraak)
o Dicta (dictum)
o Zelf voorzien
o Schadevergoeding
o Proceskosten
- Gevolgen uitspraak
o Formele rechtskracht, gezag of kracht van gewijsde van de uitspraak
Verschillen t.o.v. civiele en strafprocedures
- In partijen (in het bestuursrecht is altijd een BO partij).
- In bevoegdheid
- In procedure (in het bestuursrecht gaat het om de procedure zoals in Awb geregeld).
- In toetsing
- In uitspraak (alleen een bestuursrechter heeft bijv. de bevoegdheid om een bestreden besluit te
vernietigen, dit mag een civiele rechter niet)
Video stap 4 (constitutionele grondslag bestuursrechtspraak):
Constitutie = NL is een democratie en rechtsstaat. De fundamentele grondslagen en regels over de inrichting van
de staat en de verhouding tussen de staat en zijn burgers vormen de constitutie. Maar ook de inbedding van de
rechtsbescherming tegen de overheid in onze grondwet en in het EVRM. De constitutionele grondslagen betekenen
fundamentele waarborgen voor de rechtsbescherming tegen de overheid. Denk met name aan onafhankelijkheid
en onpartijdigheid, maar ook fair balance in belangen staat en belangen burger, uitspraken in het openbaar, etc.
(art. 6 EVRM).
Hoe zit het systeem van de rechtsbescherming tegen de overheid in elkaar?
Het bestuursrecht in het algemeen gaat over de verhouding tussen overheid en de burger (+ bedrijf). Het gaat om
een rechtsbetrekking tussen BO (art. 1:1 Awb) en belanghebbende (art. 1:2 Awb). In die rechtsbetrekking staat
een besluit (art. 1:3 Awb) centraal. En over het besluit kan een geschil ontstaan.
- Ben je het niet eens met het besluit, dan ga je in beginsel procederen bij de bestuursrechter (art. 1:4 Awb)
= een rechter die toepassing geeft aan H8 Awb of Wahv.
Soorten rechters
- Bestuursrechter (art. 1:4 Awb)
- Rechterlijke macht = art. 2RO (conform art. 116 lid 1 Gw), de gewone rechters: Rb, Hof, HR
- Gerechten die niet tot de RM behoren, de bijzondere rechters: CBb, CRvB, ABRvS, CBHO.
* De waarborgen voor gewone rechters zijn in de Gw neergelegd. De waarborgen voor de bijzondere rechters
staan in een wet in formele zin (bijv. Wbbo, BW, RvS).
CBb, CRvB en ABRvS zijn bestuursrechters à ze geven toepassing aan het procesrecht van Awb.
- Maar Rb, Hof en HR zijn ook bestuursrechters voor zover zij de Awb of Wahv toepassen.
- Art. 8:1 Awb: Art. 8:1 Awb: Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de
bestuursrechter
- Art. 8:6 lid 1 Awb Het beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij [...]
* Dus als hoofdregel beroep tegen een besluit bij een Rechterlijke macht-gerecht (Hb doorgaans bij een niet-
rechterlijke macht-gerecht, vaak bij ABRvS, CBb).
Mag je wel een geschil laten beslechten door een rechter dat niet tot de RM behoort? à Ja, zie art. 112 Gw:
1. Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over
schuldvorderingen.
2. De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan,
opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren.
De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de beslissingen.
* De RM mag over alles oordelen (geschillen uit burgerlijke rechtsbetrekking ontstaan + geschillen uit niet-
burgerlijke rechtsbetrekking, maar i.v.m. uitoefening bestuursbevoegdheid (art. 112 lid 2 Gw)).
Uit burgerlijke rechtsbetrekking (= RM: Rb, Hof, HR)
- Privaatrechtelijk geschil, handelen i.h.k.v. contractsvrijheid, eigendomsrecht.
- Bevoegdheden die iedereen toekomen (bijv. contractsvrijheid van iedereen).
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 2
, - Autonomie à je mag als burger van alles en nog wat, tenzij het is uitgesloten.
Niet uit burgerlijke rechtsbetrekking (= RM: Rb, Hof, HR, CBB, CRvB, ABRvS)
- Publiekrechtelijk geschil
- Je mag als hoofdregel niks, tenzij het uitdrukkelijk is toegestaan! Dit komt doordat het gaat om het
uitoefenen van openbaar gezag, dat je eenzijdig de rechtspositie van de burger kan bepalen (doorgaans in
de vorm van een besluit). Bij eenzijdig beperken van vrijheid is er wel een wettelijke grondslag nodig.
- Je hebt te maken met exclusieve bevoegdheden, een BO dat een bepaalde bevoegdheid geattribueerd of
gedelegeerd heeft gekregen, mag de bevoegdheid uitoefenen, met uitsluiting van anderen die die
bevoegdheid niet hebben gekregen.
De rechterlijke macht is dus altijd bevoegd!
- Als je bij de civiele rechter o.g.v. BW en Rv een procedure tegen de overheid start, terwijl de Rb als
bestuursrechter bevoegd is omdat het om een besluit gaat, dan is de Rb in de civiele procedure als
rechterlijke macht-gerecht wel bevoegd, zie art. 112 Gw.
- Je bent echter als eiser niet-ontvankelijk, omdat er een met voldoende waarborgen omgeven
bestuursrechtelijke procedure openstaat (bij de Rb, resp. CBb, CRvB of ABRvS), vaak met verplichte
bezwaarschriftprocedure vooraf.
* De civiele rechter is dus wel bevoegd (art. 112 Gw), maar de eiser is niet-ontvankelijk omdat er een ander met
voldoende waarborgen bekleedde procedure openstaat (Rb mag hier in eerste aanleg een oordeel over geven, maar
als er een conflict ontstaat, dan is het uiteindelijk de HR die erover beslist).
Uiteindelijk beoordeelt de HR of een procedure bij een gerecht, die niet tot de RM behoort, met voldoende
waarborgen is bekleed à Stel dat de ABRvS er een potje van maakt, dan zou je naar de civiele rechter kunnen,
want die is bevoegd. Vervolgens moet de civiele rechter beoordelen of die bestuursrechtelijke procedure met
voldoende waarborgen is bekleed. Als de HR vindt dat de ABRvS er een potje van maakt, kan hij zeggen: dan
bent u in die individuele procedure ook ontvankelijk. Dus het is de HR die toezicht houdt of de gerechten +
gerechten die niet tot de RM behoren een fatsoenlijke rechtsbeschermingsprocedure bieden (toezichthoudende rol
van de HR die je uit art. 112 Gw kunt afleiden).
- In allerlaatste instantie beoordeelt het EHRM het à Benthem-arrest
Het kan ook zijn dat het gaat om een besluit, waarop de bestuursrechtelijke normen (abbb’s) van toepassing zijn,
maar de civiele (verzoekschrift)procedure moet worden gevolgd.
- Bijv. art. 2.3 lid 1 Jeugdwet en art. 8:5 Awb jo. art. 1 Bevoegdheidsregeling bestuursrecht à als een
jongere een bepaalde ondersteuning nodig heeft, omdat hij bepaalde problemen heeft, dan moet het B&W
daarover een besluit nemen. O.g.v. art. 8:1 en 8:6 Awb ga je procederen over dat besluit bij de
bestuursrechter, maar in dit geval kom je bij de familierechter (onderdeel van civiele rechter) uit. Het gaat
hier om een besluit, dus de civiele rechter moet wel toepassing geven aan het bestuursrecht en de abbb’s.
- Maar ook als het gaat om schadevergoedingsrecht à als rechter moet oordelen over schadevergoeding,
dan is materieel het civiele recht van toepassing. Als het gaat om een bestuursrechter die over een
bestuurlijke boete moet oordelen, dan moet hij materieel ook het strafrecht toetsen.
Waarom zit het systeem van de rechtsbescherming tegen de overheid zo in elkaar?
Bijv. in Engeland worden bestuursrechtelijke geschillen door de gewone RM beoordeeld. Maar vervolgens is het
wel de vraag welke procedure binnen de RM van toepassing is en dan zie je wat betreft de toepasselijke procedures
wel een onderscheid wordt gemaakt tussen bestuurs- en civielrecht.
In de 19e eeuw in NL was de gedachte: als het bestuur wat doet, dan vond men dat die overheid zichzelf moest
controleren. Dus had je een probleem met een BO, dan moest je aankloppen bij een hoger BO en die controleerde
of het lagere orgaan goed had gehandeld. Soms kon je ook naar de civiele rechter o.g.v. OD, maar dat werkte niet.
Daarom was er het conflictenbesluit, gold tussen 1822 en 1844, dat hield in dat als je een conflict had met de
overheid en je ging dan civiel procederen o.g.v. OD, dan kon o.g.v. het conflictenbesluit een gouverneur tegen de
Rb zeggen: Rb u bent niet bevoegd. Dus het bestuur had veel inbreng in de bepaling van de competentie van de
civiele rechter. Later erkend men dat er rechtsbescherming wordt geboden bij de rechter tegen bestuurshandelen.
De mogelijkheid tot bestuursrechtspraak komt in 1887 in de Gw. Dhr. Struiken vond dat rechtsbescherming tegen
het bestuur door het bestuur moest worden geboden, omdat er in die tijd veel discretionaire bestuursbevoegdheden
met beoordelings- en beleidsvrijheid en de abbb’s nog nauwelijks tot ontwikkeling waren gekomen (dus als je een
geschil had met de overheid en die bracht je aan bij de rechter, dan kon die alleen maar marginaal toetsen en verder
niet zoveel). Dhr. Struiken zei: dan ben je qua rechtsbescherming veel beter af met administratief beroep, m.n.
het Kroonberoep, want de Kroon kan als BO ook letten op aspecten zoals beoordelings- en beleidsvrijheid. Die
theorie van het Kroon beroep heeft gegolden tot aan het Benthem-arrest van 1985. In NL is steeds de gedachte
geweest dat de rechtsbescherming tegen de overheid het beste door de overheid (het bestuur zelf) geboden kan
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 3
,worden. Daarnaast is er wel een aantal rechtelijke instanties tot stand gekomen (m.n. op het gebied van Sociaal-
en fiscaalrecht). Maar in die gevallen betreft het gebieden waar het gaat om gebonden bevoegdheden, waarbij geen
derde belanghebbenden betrokken zijn, waarbij politiek en beleid geen rol spelen, dan maakt het ook niet zoveel
uit qua beoordeling of je bij een rechter zit of bij een BO die ook vanuit politiek en beleid kan oordelen. Er is in
NL heel lang gehecht aan de rechtsbescherming tegen het bestuur door het bestuur.
Uiteindelijk gaat het om de Trias-politica vraag wie het beste het bestuur kan controleren. Volgens moderne
opvattingen moet er in een rechtsstaat in ieder geval altijd een rechter zijn (Benthem-arrest). Welke rechten je
ook hebt, elke rechter moet aan het recht toetsen (zou niet uit moeten maken of je bij civiele rechter of bestuurs-
rechter bent. Sommigen vinden dat de civiele rechter meer oog voor burger heeft en bestuursrechter voor bestuur.
- Bijv. de causaliteitsbeoordeling: men zei, de RvS neemt veel minder causaal verband aan tussen een
bestuurlijke handeling en de veroorzaakte schade, dan de civiele rechter. Dat verschil is met de
Biolicious-zaak komen te vervallen.
Actuele relevantie
Is van wat er staat in art. 112 Gw over de verhouding tussen de gerechten die tot de RM behoren en gerechten die
niet tot de RM behoren, ook nog een actuele betekenis?
- Tijdelijke wet Groningen à hierin is geregeld dat de bestuursrechter (in hb ABRvS) mag oordelen over
vergoeding van door NAM veroorzaakte schade. Het gaat hier oorspronkelijk over een geschil van civiele
rechtsbetrekking tussen NAM en bewoners, dan zou je zeggen, gelet op art. 112 GW: uit burgerlijke
rechtsbetrekking ontstaan, dus de afd. Bestuursrechtspraak mag hier niet over oordelen. Maar er is toch
geen probleem, want er is hier sprake van een publiekrechtelijke grondslag (de Tijdelijke wet Groningen)
en dus spreek je hier van een schadebesluit en dan is die bestuursrechter bevoegd. Daarbij is van bijzonder
belang dat de bestuursrechtelijke weg niet exclusief is, je kunt altijd nog civiel de NAM dagvaarden.
- Thuiszorg in het kader van de WMO à het B&W neemt een beslissing of je voor ondersteuning in
aanmerking komt. Vervolgens moet dat besluit worden uitgevoerd door een thuiszorgorganisatie en dan
kan het zijn dat je als cliënt vindt dat de thuiszorgorganisatie geen goed werk levert (bijv. ze komen de
afspraken niet na, er is sprake van wanprestatie). In beginsel zal je een klacht moeten indienen en civiel
moeten procederen, maar er ligt een wetsvoorstel dat zegt dat je ook voor wat betreft de uitvoering van
het besluit in een burgerrechtelijke rechtsbetrekking kunt procederen bij de bestuursrechter. De vraag is
nu of dat wel kan, gezien art. 112 Gw.
Video stap 5 (Changoe/Staat en Benthem):
Guldemond/Noordwijkerhout-arrest = Guldemond had een geschil met de gemeente Noordwijkerhout, hij had
een stukje grond gekocht, daar had hij een vaart doorheen gegraven. Uiteindelijk wordt er een stukje van die vaart
door de gemeente gedempt om daar een fietspad over aan te leggen. Guldemond was het daarmee niet eens, begon
een procedure bij de civiele rechter. Toen zei het bestuur: dit is een bestuursrechtelijke zaak, dus civiele rechter u
bent niet bevoegd. Mag de civiele rechter oordelen over geschil tussen burger en overheid? HR: Ja, het gaat om
het objectum litis (= het voorwerp van geschil zoals het wordt voorgesteld aan de rechter door de eiser). Als de
eiser zich richt op een OD-bepaling, dan is de bevoegdheid van de civiele rechter gegeven. Dit betekent dat de
civiele rechter ook kennis kan nemen van een geschil tussen bijv. een gemeente en de Staat der Nederlanden,
wanneer de gemeente een kort geding tegen de staat begint o.g.v. een OD- bepaling, dan is de civiele rechter
bevoegd. Dat civiele rechter altijd bevoegd is weten wij van art. 112 Gw. Dit arrest is voorloper van art. 112 Gw.
- Stelling eiser: objectum litis
- Stelling bestuur: fundamentum petendi
Changoe/Staat = dit arrest gaat over de betekenis van art. 112 Gw en art. 2 RO. Er zijn 2 stappen:
- Hoe dan ook is de civiele rechter als gewone rechter bevoegd om van het geschil kennis te nemen, maar
als er een met voldoende waarborgen omgeven bestuursrechtelijke procedure openstaat, dan verklaart de
rechter zichzelf wel bevoegd, maar verklaart de eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Changoe is belastingambtenaar en krijg ontslag. Na een procedure wordt het ontslag ingetrokken. Vervolgens wil
hij een schadevergoeding, dit krijgt hij niet van de Staatssecretaris (BO). Dus hij wil daarvoor naar civiele rechter
o.g.v. OD. Gesteld werd:
- Bestuursrechter is terughoudend bij schadevergoeding
- Geen wettelijke rente bij bestuursrechter
- Geen vergoeding van proceskosten bij bestuursrechter
* M.a.w. hij stelt dat er minder waarborgen zijn dan in de civiele procedure.
Rb afd. Civiel zegt: ik ben onbevoegd, want er is sprake van een weigering om schadevergoeding toe te kennen.
Die weigering is een besluit en daartegen staat beroep open bij de bestuursrechter, die is bevoegd, ik niet.
Wat speelt hier een bijzondere rol? à Wat voor geschil een ambtenaar ook heeft met zijn BO (werkgever), waar
het ook over gaat (besluit, feitelijke handeling), dat maakt niet uit. Altijd kun je terecht bij de Rb afd. Bestuursrecht
en in Hb bij de CRvB, ex. art. 8:2 lid 1 sub a Awb = Dus ook andere handelingen dan een besluit t.a.v. een
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 4
,ambtenaar worden als een besluit beschouwd. Dus er is als het gaat om de verhouding tussen de ambtenaar en
BO geen enkele taak meer weggelegd voor de civiele rechter! En dit verklaard dus dat de civiele rechter zegt dat
hij in ambtenarenzaken onbevoegd is.
Conclusie: zelfs wanneer de bestuursrechter bevoegd is om over elk soort handelingen te oordelen (feitelijke
handelingen), ook dan is de civiele rechter altijd bevoegd, maar dan is eiser in zijn vordering niet-ontvankelijk
wanneer een met voldoende waarborgen omgeven bestuursrechtelijke weg openstaat (dat de bestuursrechtelijke
weg met voldoende waarborgen is omgeven, wordt al geruime tijd algemeen aangenomen).
Inzake welke vorderingen is de burgerlijke rechter blijkens het arrest altijd bevoegd, ook al bestaat er een
rechtsgang bij de bestuursrechter?
R.O. 3.2 2e alinea: als je als eiser stelt in burgerlijk recht te zijn geschaad moet de burgerlijk rechter zich bevoegd
verklaren (vaak geval bij Onrechtmatige daad). Dus als je stelt dat je in een burgerlijk recht bent geschaad (kan
bijv. een vordering zijn o.g.v. Onrechtmatige daad), dan is de burgerlijke rechter al bevoegd.
Wat wordt door de Hoge Raad met zijn ruime bevoegdheidsleer nagestreefd?
Idee hierachter is, is dat de HR een soort toezicht kan uitoefenen over het systeem van de bestuursrechtelijke
rechtsbescherming, dus ook voor bestuursrechters die niet tot de RM behoren. Zorgt ervoor dat rechter altijd
voldoende rechtsbescherming kan krijgen. Eiser kan altijd terecht bij de RM. De civiele rechter is hoe dan ook
bevoegd, alleen het gevolg kan zijn dat een eiser niet-ontvankelijk wordt verklaard vanwege het feit dat er een
rechtsgang openstond bij de bestuursrechter die met voldoende waarborgen was omkleed.
- Geen gat in rechtsbescherming, HR wil op deze manier toezicht houden op hele systeem van rechtspraak
en dus ook op bestuursrechters die niet tot rechterlijke macht behoren.
Stelling: “Deze ruime bevoegdheidsleer betekent dat de burgerlijke rechter altijd toekomt aan een
inhoudelijke beoordeling van het geschil”
Nee, want hij zal eiser niet ontvankelijk verklaren als er een bestuursrechtelijke weg is die voldoende
rechtsbescherming biedt, rechter blijft dan wel bevoegd, maar eiser is niet-ontvankelijk. Dit brengt mee dat er niet
wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling.
- R.O. 3.2. Rechtsregel die je moet kennen. Dus altijd bevoegd, tenzij…Eiser is niet ontvankelijk als er
een bestuursrechtelijke weg openstaat die voldoende rechtsbescherming biedt.
Hoe verhoudt het Changoe-arrest zich tot artikel 112 GW?
O.g.v. art. 112 lid 1 Gw is de RM bevoegd om te oordelen over geschillen o.g.v. BW of Rv. Toch kunnen andere
geschillen, die niet uit een burgerlijke rechtsbetrekking zijn ontstaan, ook worden voorgelegd aan de RM. De
burgerlijke rechter is dus in de meest ruime zin bevoegd, ook bestuursrechtelijke geschillen vallen daaronder
(maar hij kan eiser niet-ontvankelijk verklaren als er een bestuursrechtelijke weg openstaat die met voldoende
waarborgen is omkleed).
Hoe verhoudt het Changoe-arrest zich tot het Benthem-arrest?
Het Benthem arrest ging over de vraag welk gerecht zich moest buigen over een geschil. In deze tijd bestond nog
de Kroonprocedure, omdat men van mening was dat het bestuur zichzelf moest controleren wat betreft haar
besluiten. Het beroep vond dus plaats bij de “Kroon”. Maar de vraag was of dit wel voldeed aan de onpartijdigheid
en onafhankelijkheid van de rechter o.g.v. art. 6 EVRM. Het EHRM was het niet eens met deze procedure, het
was in strijd met art. 6 EVRM en daarmee kwam een einde aan de Kroon-procedure.
Changoe verhoudt zich tot Benthem: Uiteindelijk is EHRM de instantie die toezicht uitoefent (en kijkt of
bestuursrechters wel met voldoende waarborgen zijn omkleed). EHRM is instantie die beoordeelt of het
bestuursrechtelijke systeem overeenstemt met art. 6 EVRM.
Benthem-arrest = wie kan het beste rechtsbescherming bieden tegen de overheid, is dat het bestuur zelf of is dat
de rechter? Vroeger was het bestuur vaak rechter in eigen zaak en dat ging in deze zaak verkeerd: in de jaren ’70
wordt LPG een populaire brandstof (schoon en goedkoop). Maar een LPG-pomp is vrij gevaarlijk
(ontploffingsgevaar) en daarom met er een bepaalde afstand gehouden worden tussen een LPG-pomp en woningen.
De afstand is neergelegd inrichtlijnen van het Rijk (Rijksbeleid waar gemeenten zich aan moeten houden). College
van B&W is bevoegd tot vergunningverlening, zij zijn dus ook bevoegd om beleidsregels vast te stellen (want gaat
hier om een aan het college toekomende bevoegdheid ex. art. 4:81 lid 1 Awb). Colleges hoeven zich dus niet te
houden aan de LPG-richtlijn, maar het Rijk wil wel dat dit wordt toegepast. Dan komt er een milieu-inspecteur
(toezichthouder) en dat is een Rijksambtenaar, hij is in dienst van het Ministerie voor milieu. O.g.v. oude
milieuwetgeving heeft de inspecteur het recht om beroep in te stellen tegen milieubesluiten van de lagere overheid.
Het gaat dan om beroep bij de ‘Kroon’ (regering). Dit betekent feitelijk dat de besluiten van de ‘Kroon’ voorbereid
worden op het Ministerie. De milieuminister draagt de milieu inspecteurs op om ‘Kroon-beroep’ in te stellen (dus
eigenlijk bij hem) wanneer het College een besluit over een LPG-pomp neemt waarmee wordt afgeweken van de
LPG-richtlijn (rijksbeleid). Oliemaatschappijen vinden de LPG-richtlijn te streng. Ze zijn het er niet mee eens en
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 5
, hebben financieel nadeel (afstand te groot). Ze willen een ander rijksbeleid en dat willen ze doen door het kroon-
beroep onderuit te halen (dan kan de regering ook niet meer via een rechtsbeschermingsstelsel bij de regering zelf
het rijksbeleid doorzetten). Dhr. Benthem wil graag een LPG-pomp. Zijn casus is sterk, omdat:
- B&W is bevoegd en er wordt beroep ingesteld door de milieu inspecteur bij de eigen Minister, waarbij
het gaat om de handhaving/naleving/doorzetten van Rijksbeleid (beleid van minister zelf).
Rijksambtenaar die bij eigen minister in beroep komt, in opdracht van diezelfde minister, om het beleid
van diezelfde minister te handhaven (onafhankelijkheid en onpartijdigheid???)
Het komt bij het EHRM en die vindt dat er sprake is van een serious dispute en civil rights and oblications
(verdragsautonoom). Regering verdedigt zich: het is weliswaar dat de kroon formeel beslist, maar materieel gaat
het toch om het advies van de RvS, die heeft een aparte afdeling voor de geschillen van bestuur en wij (regering)
volgen ook gewoon dat advies, dus er is el sprake van onafhankelijkheid en onpartijdigheid gezien de rol van de
RvS in de Kroon-procedure. Maar tegelijkertijd is het zo dat de kroon-procedure zo is geregeld dat als de regering
het niet eens is met het advies van de RvS, de zaak opnieuw aanhangig kan worden gemaakt bij de RvS (regering
stuurt de zaak terug en vraagt of ze er nog eens naar willen kijken). Dit is een beïnvloedingsmogelijkheid. Na het
opnieuw aanhangig maken komt er een nader advies en ook dan is het zo dat de Kroon niet gebonden is aan dat
advies, ze kunnen contrair gaan en uiteindelijk afwijken van het advies.
Conclusie: de Kroon is geen onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld i.d.z.v. art. 6 lid 1
EVRM en dat betekent het einde van het kroonberoep à EHRM is uiteindelijk de hoogste instantie die een
oordeel geeft over ons systeem van bestuursrechtspraak.
Video stap 6A (hoofdfuncties van het bestuursprocesrecht):
De rechtsbescherming is, als het gaat om het bestuursrecht, erg belangrijk. Bijzondere positie overheid:
- Bestuur van de samenleving/ de groep Nederlanders
- In het algemeen belang van de gemeenschap
- Heeft veel machtsmiddelen tegenover individu, o.a.: eenzijdige binding (besluit) & geweldsmonopolie
De overheid is dus enorm machtig en er is behoefte aan individuele rechtsbescherming tegenover overheid. Maar
het is ook in het belang van de gemeenschap/groep dat het objectieve recht wordt nageleefd.
2 hoofdfuncties bestuursprocesrecht:
- Handhaving objectieve recht (recours objectif) à mensen gaan naar de rechter en het is de taak van de
rechter dat het objectieve recht maximaal wordt nageleefd.
- Individuele rechtsbescherming (recours subjectif) à de gedachte dat de rechtsbeschermingsprocedures
er zijn in het belang van de individuele rechtspositie en niet meer dan dat.
Recours objectif = als je wilt dat recht zo goed mogelijk wordt nageleefd, dan moet toegang tot
rechtsbescherming-voorzieningen zo groot mogelijk zijn. Zoveel mogelijk mensen moeten tegen zoveel mogelijk
handelingen van het bestuur kunnen opkomen, daar moet de toegang zo ruim mogelijk zijn, want dan is er
maximale controle op de naleving van het objectieve recht mogelijk. Wat betekent dit? In meest extreme vorm à
iedereen moet tegen elke bestuurshandeling kunnen opkomen, dus:
- Geen beperking in toegang tot de rechter tot een bepaald type besluit (je moet ook kunnen opkomen tegen
feitelijke handelingen, AVV’s, beleidsregels, handelingen ter voorbereiding of ter uitvoering van besluit).
- Geen beperking tot belanghebbende (als in Maastricht een bouwvergunning wordt uitgegeven, en iemand
in Groningen ziet dat het in strijd is met het recht, dan moet de Groninger dat ook bij rechter kunnen
aankaarten), want objectieve recht moet worden nageleefd en of iemand daar nou belang bij heeft is niet
relevant. Ook algemene belangenbehartigers mogen opkomen (bijv. collectief- of algemeen belang)
- Geen bezwaar- en beroepstermijn.
- Rechter moet in de benadering van het recours objectief niet laten leiden enkel door het beroepsschrift.
Rechter moet de bestuurshandeling ook (ambtshalve) toetsen buiten de door eiser aangevoerde gronden.
Mogelijkheid van reformatio in peius (herziening ten nadele van de eiser).
o Stel iemand heeft subsidie gekregen van €1000, maar hij wil €2000, gaat in beroep bij de
rechter en de rechter ziet dat de eiser gelet op de subsidieregeling helemaal niet in aanmerking
komt voor een subsidie. Dan moet de rechter, omdat hij het objectieve recht moet behartigen,
concluderen dat er recht is op €0 subsidie.
Geef van het begrip recours objectif een omschrijving
N.a.v. een naar voren gebracht bezwaar/beroep tegen een besluit wordt verder gekeken dan alleen de individuele
rechtspositie van degene die de zaak aanhangig maakt (brede toegang tot de procedure). Het gaat verder dan wat
eiser aanhangig heeft gemaakt. Het besluit moet je als rechter toetsen in alle facetten. Je wilt oordelen:
- Of het BO correct heeft gehandeld à dus controle op het BO, toezicht op het bestuur
- Rechtmatigheid van een besluit beoordelen à heeft het BO het goed gedaan, heeft die het recht nageleefd
Het is de taak van de rechter om het objectieve recht maximaal na te leven. Het gaat erom dat de toegang tot de
rechtsbeschermingsvoorzieningen zo groot mogelijk zijn. Iedereen moet tegen een bestuurshandeling op kunnen
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 6