Management
Tentamen:
- Periode 4
OW 4.1:
Bouwstenen van management (LEERDOEL, kennen van de verschillende
bouwstenen van management):
- Bouwstenen = alles waar je als manager mee te maken hebt invloed op
zou moeten hebben en wat je op orde zou moeten hebben.
- De bouwstenen zijn even belangrijk en moeten daarom in balans zijn. Als
manager moet je dus prioriteiten stellen.
o Als de bouwstenen in balans zijn, dan is er groei en verandering
mogelijk.
o Als 1 van de bouwstenen ontbreekt, dan is de organisatie niet in
balans en dan is er sprake van: verwarring, chaos, weerstand,
ongerustheid, frustratie of nutteloosheid
o Als het bedrijf niet in balans is, dan valt het bedrijf om
o Verandering in 1 bouwsteen, hoe klein dan ook, heeft gevolgen voor
alle andere bouwstenen
Afbeelding is van belang: Wat ontstaat er als een bepaald onderdeel ontbreekt?
- Als manager moet je bezig zijn met de bouwstenen en hier steeds aan
werken
- 6 bouwstenen:
o Strategie:
Een strategie zorgt ervoor dat een organisatie weet waar het
op de lange termijn naartoe aan het werken is. Het zorgt
ervoor dat verschillende afdelingen hun eigen doelstellingen
en keuzes kunnen maken die aansluiten bij de strategie.
Als de strategie niet duidelijk is, dan is er vaak geen
samenhang tussen de verschillende afdelingen van een
bedrijf, omdat niemand weet waar ze precies op de lange
termijn naartoe aan het werken zijn.
Ook voor klanten is dit dan vaak niet duidelijk
Het gaat erom balans te vinden tussen de gewenste externe
resultaten en de bestaande interne mogelijkheden
Een goede strategie gaat daarom zowel over organisatie-
buitenkant (wat we willen bereiken) als over de organisatie-
1
, binnenkant (welke structuur, cultuur, mensen en middelen
hebben we nodig om de gewenste resultaten te behalen?)
Bijv. V&D is failliet gegaan door gebrek aan een strategie en/
of duidelijke visie en missie
o Structuur:
Structuur is de harde kant van de manier waarop er gewerkt
wordt binnen een bedrijf, dus de manier waarop een bedrijf
georganiseerd is
Het gaat om de vraag: hoe zijn de bedrijfsactiviteiten
georganiseerd en welke taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden hebben de medewerkers?
In een bedrijf met een duidelijke structuur is het voor
iedereen bekend wie waarvoor verantwoordelijk is; op deze
manier wordt een bedrijf bestuurd en beheerst en ontstaat er
geen chaos
Bij gesprek aan structuur ontstaat er dus wel chaos
Bijv. Enkele mensen stapten uit een kledingbedrijf, waardoor
het niet meer duidelijk was wie waar precies stond. Het
bedrijf was niet meer bestuurbaar en beheersbaar. Het bedrijf
ging failliet
o Cultuur
Cultuur: de zachte kant van de manier waarop mensen met
elkaar samenwerken
Cultuur beschrijft de sfeer en de normen en waarden die er
heersen binnen een bedrijf
Als de normen en waarden duidelijk zijn en als deze gedragen
worden door de medewerkers, dan ontstaat er binding; en
dus geen weerstand
Als de cultuur minder duidelijk is of als de cultuur minder
goed is, dan kan er wel weerstand ontstaan
Bijv. er was geen binding (geen gedeelde cultuur) tussen de
franchisenemers en het hoofdkantoor, hierdoor kwam er veel
weerstand en keerden de franchisenemers de rug toe naar
het hoofdkantoor
o Mensen
Gaat over de mensen die samenwerken binnen een bedrijf
Gaat in hoofdzaak over het managen van de competenties
(kennis- en vaardigheden)
Als manager moet je zorgen dat dit op orde is, anders
gebeurd er niks
Als manager heb je te maken met de vaardigheden van de
mensen; de mensen moeten in staat zijn om het werk uit te
voeren
De mensen moeten bepaalde capaciteiten hebben en zo
samen een team vormen
Als mensen binnen een team niet de vaardigheden hebben
die nodig zijn, dan ontstaat er ongerustheid
o Middelen
Voorzieningen die nodig zijn om iemand in staat te stellen zijn
werk te kunnen uitvoeren
Bijv. ICT-verbindingen, koffie
Middelen zorgen samen voor de randvoorwaarden om goed te
kunnen werken
2
, Bij een gebrek aan de randvoorwaarden (de middelen)
ontstaan er frustraties
Vaak is een gebrek aan middelen op de korte termijn nog
geen probleem, maar op de lange termijn wel minder
efficiënte werknemers (of bijv. rugklachten als een
laptopscherm niet goed ingesteld is)
Gaat over alle overige resources:
Financieel management (geld)
Informatiemanagement (ICT)
Facilitymanagement (huisvesting, materiaal,
secretariaat, beveiliging, catering)
Communicatiemanagement
o Resultaten
Gaat om de vraag: wat leveren de werkzaamheden van de
organisatie op?
Uitgangspunt: ‘van buiten naar binnen’ kijken
Waardering wordt vastgesteld van de 4 belangrijkste groepen
belanghebbenden (stakeholders):
Medewerkers
Klanten en leveranciers
Maatschappij
Eindresultaten (financiële en operationele
doelstellingen)
Zorgen ervoor dat je weet waar je precies voor werkt
Een gebrek aan resultaten of een gebrek aan inzicht in de
resultaten kan leiden tot een gevoel van nutteloosheid en een
gebrek aan het gevoel van toegevoegde waarde
Bijv. cijfers in de vorm van winst (financiële resultaten) of
persoonlijke resultaten (persoonlijke ontwikkeling)
Inzicht in resultaten kan ervoor zorgen dat mensen een
gevoel hebben van toegevoegde waarde binnen een bedrijf
Samenhang tussen de bouwstenen van management (LEERDOEL, kennen
van de samenhang tussen de bouwstenen van management):
- Er moet evenwicht zijn in de verschillende gebieden; het
heeft bijvoorbeeld geen zin om heel goed in strategie te
zijn, als je middelen niet onder controle zijn, want dan zal
de uitvoering van strategie vastlopen, doordat de interne
organisatie het niet kan volgen.
- Strategie: doel op de lange termijn
o Gaat om het vinden van de balans tussen functie
(externe resultaten) en constructie (interne
structuur, cultuur, mensen, middelen)
- Resultaten hangen met de strategie samen, want je
strategie bepaalt welke resultaten jij op de korte en
lange termijn wilt bereiken om uiteindelijk de strategie te
kunnen bereiken
o Bepalen de functie van de organisatie (‘het wat’)
- De constructie (het ‘hoe en waarmee’) wordt bepaald
door de structuur, de cultuur en de mensen en middelen
- De structuur en de cultuur bepalen hoe jij aan de strategie
wilt werken (hoe kom jij daar waar je op de lange termijn
wilt zijn?)
3
, - De middelen geven aan waarmee jij aan de strategie te werken? (mensen
en middelen)
- De bouwstenen hebben ook een overeenkomst met het 7S model
- 7S-model helpt om een organisatie intern in kaart te brengen. Je kan niet
alles letterlijk door elkaar vervangen.
Porter: ‘It’s more important to do the right things, than doing the things right’
- Wat zegt Porter nou eigenlijk?
o Besturen =
Do the right things: welke resultaten streven we na?
Als manager heb je de verantwoordelijkheid om de
juiste prioriteiten te stellen en om te bepalen wat de
dingen zijn die wij echt moeten doen om zo
toegevoegde waarde te leveren aan onze klanten.
o Je bepaalt dus hiermee welke resultaten je
nastreeft
Doing the things right: hoe zetten we mensen en middelen
zo efficiënt mogelijk in?
Zodat de voorgenomen resultaten ook daadwerkelijk
worden behaald
De dingen beter doen: tegenwoordig moet je blijven leren
om efficiënt te blijven. (Structuur en cultuur)
Het lerende vermogen van de organisatie
Continu verbeteren je blijft effectief en efficiënt
De dingen laten doen (Ketens, hier besteden we minder
aandacht aan)
De dingen waar je als bedrijf minder goed in bent, kun
je beter laten doen
o
Besturingsniveaus (LEERDOEL, Kennen van de drie verschillende
besturingsniveaus):
- In de meeste organisaties vinden we 3 besturingsniveaus:
o Strategisch: je bent de organisatie aan het richten (waar willen we
op de lange termijn naartoe?) = 3-5 jaar
Je bepaalt voor de verschillende bouwstenen waar je wilt
staan over 3-5 jaar
o Tactisch: je bent de organisatie aan het inrichten = 1-3 jaar
Wat hebben we nodig voor de verschillende bouwstenen of
waar willen we op de verschillende bouwstenen staan over 1-
3 jaar?
o Operationeel: je bent aan het verrichten (uitvoeren) = <1 jaar
Heeft meer te maken met de dagelijkse praktijk
- De verschillende bouwstenen komen in iedere laag aan de
orde.
Verschillende plannen binnen één bedrijf:
4