Hoofdstuk 6 De toekomst van werk (Organisatie en Management)
6.2 Disruptie op komst
Eerste industriële revolutie (1760 – 1840)
Stoommachine de motor voor veranderingen.
Tweede industriële revolutie (1870 – 1914)
Massaproductie en industriële productie.
Derde industriële revolutie (1960 – 1990)
Automatisering van werkzaamheden.
Vierde industriële revolutie (vanaf 2012)
‘Cyber fysieke systemen’, mobiele internet, algoritmen, kunstmatige
intelligentie enzovoort.
6.2.1 De vierde industriële revolutie
De vierde revolutie verschilt fundamenteel van de derde revolutie (Schwab, 2016):
1. Snelheid: exponentieel in plaats van lineair.
2. Breedte en diepte: bouwt voort op de derde revolutie, maar maakt nieuwe
combinaties die leiden tot paradigmaverschuivingen.
3. Impact op systemen: volledige transformatie van alle systemen.
Paradigmaverschuivingen = ontwikkeling in de wetenschap die leidt tot een
dramatisch ander beeld van de werkelijkheid.
6.2.2 Nieuwe technologieën
Disruptie = Disruptie betekent dat markten worden opgeschud door organisaties met
verrassende producten en diensten, innovatieve businessmodellen, agressieve
marketingstrategieën en innovatieve manieren van organiseren & managen.
Drijfkrachten zijn: nieuwe technologie, een innovatief businessmodel, een grotere
wendbaarheid en anders organiseren & managen.
Disruptie wordt meestal verbonden met het ontwikkelen en aanwenden van nieuwe,
slimme technologie door start-up bedrijven. Voorbeelden zijn: Action, Cool Blue, Zara
en Rituals.
Voor de nieuwe technologieën, kijk naar hoofdstuk 3 of naar het boek Management
en Organisatie bladzijde 280.
, 6.2.3 De levensduur van organisaties
Levensduur hangt af van evenwicht vinden tussen de volgende drie
‘managementgeboden’:
Effectief laten draaien van operationele werkzaamheden.
Nieuwe business creëren.
Business stoppen die niet meer voldoet aan de eisen van de onderneming.