Dit zijn de uitwerkingen van alle werkcolleges van het vak CS Belastingheffing voor Particulieren van het jaar . Rood zijn de juiste, volledige (en vaak gedicteerde) antwoorden.
Capita Selecta Belastingheffing Particulieren
Werkcollege 1
Opgave 1
Leg uit waarom de wetgever de aanmerkelijkbelangregeling (ooit) heeft ingevoerd en waarom de
wetgever heeft gemeend een aparte box te moeten maken voor het aanmerkelijk belang. Ga
daarbij ook in op de vraag of box 1 respectievelijk box 3 meer of minder juist zou zijn..
Het AB-regime stoelde in de eerste plaats op de vergelijking van een grootaandeelhouder met een
ondernemer. Anders dan een belegger, die het vooral gaat om het rendement op zijn aandelen, kan
een grootaandeelhouder invloed uitoefenen op de bedrijfsuitoefening en is hij primair
geïnteresseerd in de ondernemingsactiviteiten. Daarnaast gold als uitgangspunt dat de
grootaandeelhouder de macht in de vennootschap heeft om over de winstreserves te kunnen
beschikken en zodoende het uitdelings- of oppotigsbeleid kan bepalen. Hij zou dus de (progressief
belaste) uitkering van dividend kunnen beperken en de winstreserves van de vennootschap in
handen kunnen krijgen door de verkoop van aandelen wat zonder ab-regime onbelast zou blijven.
College uitvoerig besproken
ab houder is pseudo ondernemer
vpb 25%
uitkeren 75, 25%
43.75
IB ook rond de 40-42%
Leer van het globale evenwicht
VPB willen ze verlagen
VPB naar 20 dan AB naar 26
communicerende vaten
AB houder vergelijken met ondernemer
AB 5% geplaatste kapitaal
VPB DV is 5% gestorte kapitaal
,Opgave 2
Daan bezit met ingang van 2015 4% van de aandelen in X- City BV. Lara, de echtgenote van Daan,
met wie hij onder huwelijkse voorwaarden is gehuwd, bezit alle aandelen in Van der Snoep
Holding BV. Van der Snoep Holding BV bezit 3% van de aandelen in City BV. Daarnaast bezit Lara
een koopoptie op aandelen X-City BV, waarbij zij het recht heeft om vanaf 2015 tot uiterlijk eind
2017 4% van de aandelen in X-City BV te kopen.
a. Heeft Daan en/of Lara in 2015 een aanmerkelijk belang in X-City BV?
Er is sprake van fiscaal partnerschap tussen Daan en Lara. Als er obv artikel 4.6 wet IB een AB is,
worden de koopopties meegeteld ogv artikel 4.9 wet IB
Artikel 4.6 wet IB: begrip AB. De bp heeft een AB indien hij, al dan niet tezamen met zijn partner,
direct of indirrect 5% van het kapitaal van de vennootschap heeft. Lara heeft indirect (via Snoep
Holding BV) een belang van 3% in X- City BV. Daan heeft een direct belang van 4% in X- City BV.
Omdat Daan en Lara partners zijn idzv art 5a AWR (echtgenoten) hebben ze tezamen ten minste 5%
en dus een AB.
Artikel 4.9 wet IB: meesleepregeling. Omdat Lara al een AB heeft in X-city ogv artikel 4.6 wet IB wordt
de koopoptie ook meegeteld.
Daan heeft 4% dus < 5% dus niet
Lara 3% indirect
Meesleep art 4.9 niet i.c.
Ziet op objecten, heb je al AB dan winstbewijzen en opties etc. in AB alsof er plak aan zit,
meegesleept
Meetrek art 4.10
Ziet op subjecten, ander persoon meetrekken
Om mee te trekken moet je zelf AB hebben
Lara heeft AB
,Dit eerst:
Partners moet je optellen – art 4.6
Al dan niet tezamen met partner 5%
Hoe kun je die 5% hebben : direct of indirect
Direct: rechtstreeks in het bedrijf – i.c. direct 100% in Snoep
Indirect: niet rechtstreeks – i.c. 3% indirect in City
L 3% en D 4% dus tezamen 7%
Art 4.4: koopopties als aandelen muv 4.6
Koopopties kunnen meegesleept worden
Behoren tot AB dmv meesleepregeling
Beide hebben AB
Art 4.6
Aandelen of winstbewijzen
Dus 4.4 muv 4.6
Dus alleen Lara de koopopties
Civiel: eigenaar is Lara
Dan iets bijzonders: is er niet
Stel omgedraaid
Stel Lara 3% in Snoep en die heeft 100% in City
3% middellijk in City
Middellijk alleen meegeteld indien de holding AB in
Dus in Snoep moet je dan AB hebben
Middellijke tel je mee mits AB dmv welke middellijk
Andere docente zegt van wel
Discussie mogelijk
In juli 2016 schenkt Lara de koopoptie op aandelen in X-City BV aan haar nog studerende
meerderjarige dochter Sabine. De kostprijs van de koopoptie bedroeg € 10.000. De waarde in het
economische verkeer bedraagt € 25.000.
b. Gesteld dat vóór de schenking in juli 2016 sprake was van een aanmerkelijk belang in X-
City BV, wat zijn dan de fiscale gevolgen van deze schenking voor Lara?
Er is sprake van een vervreemding ogv artikel 4.12 wet IB. Het vervreemdingsvoordeel is de
overdrachtsprijs minus de verkrijgingsprijs (4.19 wet IB). Echter, is er een overdrachtsprijs omdat er
geschonken wordt. Ogv artikel 4.22 wet IB wordt de overdrachtsprijs gesteld op de WEV indien de
tegenprestatie ontbreekt. Het vervreemdingsvoordeel is €25.000 -/- €10.000 = €15.00
Lara heeft tezamen met Daan nog steeds een belang van ten minste 5%. Sabine krijgt de koopopties
van 4%. Omdat zij een bloedverwant in de rechte lijn van Lara is, behoort haar koopoptie ook tot het
AB (artikel 4.10 wet IB: meetrekregeling)
, Artikel 4.4 wet IB: koopopties worden gelijkgesteld met een aandeel (en artikel 4.10 is hiervoor niet
uitgezonderd.
Vervreemding: BNB 1960/123: rechtshandeling dat aandelen van jouw vermogen naar vermogen
ander over gaan
RH naar vermogen ander
Door schenking vervreemd
Van vermogen Lara naar vermogen dochter dus vervreemding
4.12 sub b jo 4.19
Inkomen uit AB : reguliere voordelen in a en vervreemdingsvoordelen in b
Vervreemdingsvoordeel:
Art 4.19
Overdrachtsprijs – verkrijgingsprijs
Overdrachtsprijs ontbreekt dan WEV ogv art 4.22
25k – 10k = 15k
1. Schenking is vervreemding
2. Wat belast 4.12 b
3. Hoe groot 4.19
a. Ontbreekt iets dan 4.22
Eind 2016 verkoopt Lara al haar aandelen in Van der Snoep Holding BV aan een derde. Stel dat
voor de verkoop van de aandelen Van der Snoep Holding BV sprake was van een aanmerkelijk
belang bij Daan in X-City BV.
c. Heeft de verkoop door Lara gevolgen voor Daan met betrekking tot zijn belang in X-City
BV?
Door de verkoop vervalt het indirecte belang van Lara (3%) in X- City BV. Daan heeft hierdoor nog
maar 4% belang. De meetrekregeling is niet van toepassing, omdat Sabine en Daan beiden
zelfstandig geen AB hebben. Wel is er sprake van een fictieve vervreemding omdat er niet langer een
AB aanwezig is (art 4.16 -1-g wet IB)
Artikel 4.40 wet IB (doorschuiving): op verzoek vindt artikel 4.16-1-g wet IB geen toepassing omdat
de aandelen van Daan nog steeds tot zijn vermogen behoren (en Daan dus niet daadwerkelijk
liquiditeiten heeft ontvangen.
Verkoop aandelen dan geen AB meer
Daan onmiddellijk 4% en verder niets
Dus < 5%
Daling < 5%
Fictieve vervreemding 4.16-1-g
Afrekenen over vervreemdingsvoordeel
Verkrijgingsprijs is X, overdrachtsprijs is er niet art 4.22 : WEV
4.40 doorschuiven op verzoek – niet die tot vermogen blijven horen, dus de 4% niet
Lara vervreemd, Daan vervreemdt niets, fictie ogv 4.16-1-g: in principe heffen
over overdrachtsprijs – verkrijgingsprijs (4.22)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samenvattingen178. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.