ODG samenvatting artikelen
Bos - Chapter 1: Science
I. Introductie
Doel wetenschap:
- Wetenschap oorspronkelijke doel was om de wereld te begrijpen zonder
vooroordelen, voorbedachte ideeën en dogma’s.
- Dogma = Ideeën die door een bepaalde autoriteit zijn uitgesproken en daarom
gezien worden als de waarheid.
- We hebben ervoor gekozen ons te concentreren op het ethische aspect van de
wetenschap.
Er zijn 4 historische beelden van wetenschap en wetenschappers zelf besproken:
1. Het ontdekken = Een manier om het te bekijken is om de wetenschap te zien als een
avontuurlijke reis die van de ene ontdekking naar de andere leidt.
2. De instrumenten = Wetenschappelijke vooruitgang hangt af van de vraag of nieuwe
kennis bruikbaar is, praktische waarde heeft. De taak van de wetenschapper is dus
niet alleen om nieuwe dingen te vinden, maar ook om dingen te vinden die ons
helpen. Dit stelt ons in staat om naar een ander beeld voor de wetenschap te gaan:
het gebruik van instrumenten. Vanuit de ontdekkingen van praktische schatten raakte
de wetenschap steeds meer betrokken bij het experimenteren, en zocht zij naar
nieuwe instrumenten om verder onderzoek te doen.
3. De bureaucratie = In deze metafoor, waarin de wetenschap wordt gezien als een
bureaucratische onderneming, is de noodtoestand van de 'toegepaste
wetenschappen' een van de meest waardevolle takken van wetenschap. De
socioloog Max Weber gebruikte het woord 'roeping' om de wetenschappen te
beschrijven, 'georganiseerd in speciale disciplines ten dienste van de zelfverheldering
en kennis van onderling samenhangende feiten'.
4. De arena = Wetenschap als een voortdurende strijd in de arena. Idealiter is deze
arena een level playing field, maar in werkelijkheid is dit nauwelijks het geval.
II. Roles and responsibilities
Doel universiteiten:
- Het nauwkeurig produceren en reproduceren van kennis.
- In de 21e eeuw zijn de academische instellingen echter getransformeerd tot grote
bureaucratische, kostenefficiënte en concurrerende organisaties.
- In plaats van het leren te zien als een geformaliseerde activiteit, uitgevoerd door
geïsoleerde leden van een instelling, stelde Wenger voor om leren te beschouwen als
een gedeelde en gesitueerde activiteit die praktijkgemeenschappen vereist.
Epistemologische problemen = Problemen met betrekking tot de aard van kennis zelf.
De drie fundamentele vragen in de filosofie:
- Ontologie = Vragen over de aard van het bestaan.
- Epistemologie = Vragen over de aard van de kennis (kennisleer).
- Methodologie = Vragen over de beginselen en procedures van onderzoek in een
bepaald kennisgebied.
, VB: vriend heeft hoogtevrees: 1) is hoogtevrees iets dat werkelijk bestaat in
de geest, of is het slechts een concept om gedrag te beschrijven? (ontologie).
En als het iets is dat bestaat, 2) hoe kan ik er dan zeker van zijn dat je het
hebt? (epistemologie). En stel dat je het hebt, 3) hoe kan je het meten?
(methodologie).
Reflexiviteit = Het vermogen om kritisch na te denken over de eigen en andermans
verantwoordelijkheden. Als wetenschappelijk onderzoeker en praktijkmedewerker betekent
het ook dat we aansprakelijk kunnen zijn en vaak ook aansprakelijk zijn in het geval van een
misstand. Anthony Giddens stelt dat we in toenemende mate afhankelijk zijn geworden van
expertsystemen en dat onze preoccupatie met het risico van grote gevolgen dus ook is
toegenomen.
III. Science and society
Doel wetenschap:
- De wereld op een zo open en onbevooroordeelde manier te begrijpen.
- Voorwaarden om dit doel te bereiken:
De universiteiten moeten hun autonomie waarborgen.
De wetenschap mag niet ten dienste staan van geïnteresseerde partijen, noch
onder invloed van ideologische, politieke of commerciële motieven.
Wetenschappers moeten hun taak zorgvuldig en betrouwbaar vervullen en altijd
een sceptische houding moeten aannemen. Transparantie en repliceerbaar.
De vijf institutionele imperatieven:
- Merton benadrukte het institutionele karakter van de wetenschap en erkende dat
wetenschap 'slechts een onderdeel is van een grotere sociale structuur'.
- De vier 'institutionele imperatieven' zijn dat wel:
1. Communisme = De wetenschap is van iedereen.
2. Universalisme = De aanvaarding of afwijzing van wetenschappelijke claims mag
niet afhangen van persoonlijke of sociale eigenschappen van de onderzoeker,
noch mag het van belang zijn waar hij of zij vandaan komt, maar in plaats
daarvan moeten vooraf vastgestelde onpersoonlijke criteria worden gebruikt om
een waarheidsclaim te bepalen.
3. Onbaatzuchtigheid = De activiteiten van wetenschappers zijn onderworpen aan
een strenge controle, tot op zekere hoogte misschien wel ongeëvenaard in enig
ander gebied van activiteit, zodat de autonomie wordt gewaarborgd.
4. Georganiseerd scepticisme = Het oordeel wordt opgeschort totdat de feiten
bekend zijn.
5. Originaliteit = Later toegevoegd. Onderzoekers dragen iets nieuws bij aan de
wetenschappelijke kennis.
Incentive = Iets wat iemand motiveert of aanzet om iets te doen.
,Snow – The Two Cultures
Tweesplitsing literaire intellectuelen en fysieke wetenschappers:
- Snow hield zich bezig met de ‘twee culturen’: de literaire intellectuelen en de (fysieke)
wetenschappers. Ze zijn vergelijkbaar in intelligentie, ras, sociale oorsprong,
opbrengsten en gebrek aan communicatie. Ze verschillen in intellectuele, morele en
psychologische zin.
- Deze tweesplitsing speelt zich vooral af in westerse samenlevingen. Er heerst een
grote misopvatting tussen de twee. De attituden van beide culturen zijn zo
verschillend dat ze geen gemeenschappelijke grond kunnen vinden.
Visie op elkaar van de literaire intellectuelen en fysieke wetenschappers:
- De literaire zien wetenschappers als breekbaar en opschepperig. Deze toon past bij
de literaire intellectuelen: de onderliggende stem van hun cultuur. Ze geloven dat
wetenschappers oppervlakkig optimistisch zijn, onbewust van de condities.
- Aan de andere kant geloven de wetenschappers dat de literaire intellectuelen een
gebrek aan inzicht hebben, vooral in hun medemensen (anti-intellectueel).
Misinterpretatie (oppervlakkig) optimisme:
- Over het (oppervlakkig) optimisme van wetenschappers: Het gaat over een
verwarring tussen de individuele- en sociale ervaring. Wetenschappers denken dat
de individuele conditie van ons allemaal tragisch is.
Iedereen is alleen: “Soms ontsnappen we eenzaamheid door liefde of affectie of
door creatieve momenten, maar die triomfen zijn poelen van licht die we voor
onszelf maken terwijl het eind van de weg pit zwart is: iedereen sterft alleen.’’
- Misinterpretatie oppervlakkig optimisme: Als de individuele conditie triest is, moet de
sociale dit ook zijn. Maar er zijn genoeg dingen in onze conditie die geen ‘lot’ zijn en
die we moeten waarborgen om ‘mens’ te blijven.
Veel mensen sterven door ondervoeding, wat een sociale conditie is. Er is een
morele val die ontstaat door het inzicht in eenzaamheid: het lokt uit om achteruit
gezakt te zitten en anderen te laten gaan zonder eten.
- Wetenschappers trappen vaak in deze val door de overtuiging dat er iets gedaan kan
worden, totdat het tegendeel bewezen is. Dit is hun optimisme.
Ontwikkeling literatuur:
- Waar literairen vroeger nog domineerden, is dat nu niet meer zo.
- De literatuur verandert langzamer dan de wetenschap. Dit is omdat de literatuur, i.t.t.
de wetenschap, geen automatische correctie heeft. Hierdoor zijn de perioden van
misperceptie langer.
- Wetenschappers mogen literairen echter niet bekritiseren op basis van de situatie
tientallen jaren geleden.
Kritiek Snow: Snow wordt sinds het schrijven over de twee culturen bekritiseerd op het feit
dat zijn belangen te sterk down-to-earth zijn. De geschetste situatie zou te gesimplificeerd
zijn. Er zou namelijk nog een derde cultuur zijn. Om iets in tweeën te splitsen is namelijk
gevaarlijk.
, Drie vragen komen uit het artikel van Snow:
- Methoden: Wat past wel en wat niet bij de sociale wetenschappen?
Verschillende methodes passen bij verschillende onderzoeksgebieden.
- Inhoud: Welke onderwerpen, onderzoeksvragen horen bij de sociale
wetenschappen?
Alles wat mensen te maken heeft, de maatschappij, cultuurgericht.
- Maatschappelijke relevantie: Waar moeten wij ons plaatsen ten opzichte van de
praktijk? Moeten wij proberen de maatschappij te veranderen of moeten we het
slechts proberen te begrijpen?
Sociale wetenschappen dragen bij aan het beter begrijpen en interpreteren van
de maatschappij en haar problemen.