Hoorcollege week 1 kennismaking met onderwerpen en discussies binnen de
pedagogiek Ilse van Meurs
Pedagogiek = een tak van de wetenschap is, die de opvoeding en onderwijs van kinderen
bestudeert en onderzoekt welke effecten specifieke opvoedkundige handelingen hebben
→ De wetenschap van de ontwikkeling van een kind tot aan zijn volwassenheid
Pedagogiek was oorspronkelijk (ook) een filosofie (o.a John Locke en Rousseau)
Pedagogiek richt zich op
● het opvoeden; opvoeders, begeleiders, leerkrachten etc
● het opgroeien (wat gebeurt er met kinderen) ; kinderen, adolescenten,
(jong-)volwassenen
Pedagogiek als wetenschap
beschrijven van gedrag → verklaren van gedrag → handelen
Bandura: sociale leertheorie
→ onderzoek: schopte zelf tegen grote opblaaspop voor de kinderen en riep dan (ipv
scheldwoord) shakaroo shakaroo, daarna lieten ze de kinderen die het zagen in een
kamertje met diezelfde pop en allemaal ander speelgoed. Ze zagen dat de kinderen meteen
de vrouw nadeden en de pop ook gingen slaan en schoppen.
→ conclusie: kinderen nemen gedrag wat ze zien over
→ wat je om je heen ziet is wat je doet, wat je dus op televisie ziet, werkt ook als voorbeeld
→ handelen in dit onderzoek: bij ene deel werd mevrouw op haar kop gegeven na het slaan
van de pop, kinderen die daarna zelf de kans kregen, deden het niet meer, omdat duidelijk
was gemaakt dat dit niet de bedoeling was. Bij ander deel empathie met de pop → deze
kinderen bleven zelf ook van de pop af. Alleen de groep waarbij niets werd gedaan / werd
aangemoedigd deden de kinderen hetzelfde
,Kun je met de juiste opvoeding of het juiste onderwijs ieder kind naar wens vormen?
→ Nature - nurture : eeuwenoud debat
● Tabula Rasa (onbeschreven blad)
- Aristoteles (384-322 v chr)
- John Locke (1632-1704)
→ een kind komt als onbeschreven blad op de wereld, wat er na de geboorte gebeurt, vormt
hoe het kind wordt
Watson: de mens is maakbaar (nurture) → behaviorism
Nurture
koelkastmoeder als ‘oorzaak van autisme’
- jaren 40-60
- gedachte: emotioneel kille moeders veroorzaken autisme bij hun kinderen
(Bettelheim, Kanner)
Nature
- uiterlijk; als dit wordt overgedragen, is het misschien ook logisch dat er van binnen
dingen hetzelfde worden overgedragen
Francis Galton (1822-1911) grondlegger gedragsgenetica
● geïnspireerd door Darwin’s evolutietheorie
● onderzocht ‘reputatie’ (intelligentie)
- 1000 mannen met reputatie → bleken te behoren tot slechts 300 families
- Uit elke familie persoon met grootste reputatie (intelligentie)
→ andere personen eromheen vaak naaste familieleden (waren dus ook
intelligent)
→ kans nam af bij geringe verwantschap (minder intelligent)
- Galton’s conclusie: erfelijkheid belangrijker dan omgeving
- Kritiek: genen en omgeving moeilijk te scheiden in biologisch gezin
Ouders
1e kind: nurture
2e kind: nature
→ denken bij 1e kind dat het allemaal komt door opvoeding, dat ze langer borstvoeding
geven en dat het kind alles lust komt dan daardoor.
→ komen er bij het 2e kind vaak achter, dat dat niet helemaal klopt; ze merken verschillen,
2e kind is moeilijke eter, dan zeggen ze ‘ja maar dat komt door karakter’, dus dan switchen
ze → negatief is het vaak nature, bij positief noemen ze het nurture
Nature or nurture → boek the nurture assumption (Judith R. Harris)
Do parents have any important long-term effects on the development of their children’s
personality? → the answer is no
- meer invloed van peers
- ouderlijke genetische invloed moeilijk te scheiden van ouderlijke opvoeding
→ ouders hebben invloed op de peergroup → met wie ze omgaan dus, vrienden, werk etc,
dit beïnvloeden ze door een kind o.a naar bepaalde school te sturen
,Nature en nurture → is het iets ertussenin?
→ monozygote → ‘identieke’ tweeling na twin-to-twin transfusion syndrome
→ in de baarmoeder gaat iets mis waardoor ene kind veel meer voeding krijgt, maar ze
begonnen genetisch hetzelfde; van hetzelfde gesplitste celletje
Nature en nurture: differentiële ontvankelijkheid
nurture: kind wordt geboren met genetische bagage → groep kinderen ontwikkelt redelijk
stabiel, die passen zich makkelijk aan omgeving aan. Sommige kinderen hebben meer last
van negatief, maar weer meer profijt van positieve omgeving.
Je kunt niet van dezelfde opvoeding verwachten dat hetzelfde resultaat geeft
Omgeving als nurture: ingewikkeld
ecologische model van Bronfenbrenbrenner
→ leuk die omgeving, maar je kan het niet bij ouders of leraren neerleggen, er komen van
alle werelden waar een kind zich in begeeft verschillende invloeden
Macrosystem → exosystem → mesosystem → microsystem
situatie van ouder heeft ook weer invloed op opvoeding kind (bijv werk, armoede etc) > ui
, Omgeving als nurture; opvoeding is plaats-, tijd-, en soortgebonden
→ plaats: China bijv andere opvoeding door andere soort samenleving/cultuur
→ tijd: kinderen 200 jaar geleden leefden in andere wereld met andere belangen
→ soort: dieren hebben een andere soort opvoeding, maar kunnen daar niet écht mee
vergelijken
Hoeveel opvoeding is nodig voor een gezonde ontwikkeling?
- wanneer is het te weinig?
- wanneer is het te veel?
Binnen opvoeding zijn 2 dingen nodig
● warmte
● regels (structuur)
→ dit allebei is de beste opvoeding → Autoritatief
Autoritaire opvoeding
- weinig warmte, veel regels
- veel en heel strikte regels: kind dient te gehoorzamen
- niet sensitief (niet kijken naar wat kind nodig heeft)
- negatieve disciplinering (straffen etc)
→ documentaire ‘bleekneusjes’
Permissieve / anti-autoritaire opvoeding
- veel warmte, weinig regels (eind jaren 60/70)
- overgenomen van opvoeding-experiment uit West-Berlijn: vrij en zonder dwang
- ‘de kinderen kunnen niet ongehoorzaam zijn, aangezien niemand gehoorzaamheid
van ze eist’
- kinderen moeten zelf leren nadenken, niet iets doen omdat iemand dat aan ze
opdraagt, maar omdat ze zelf weten dat dat juist is; mens dat autonoom is creeëren
was het idee
→ documentaire ‘de Kresj’
Verwaarlozende / afwijzende opvoeding
- geen warmte en geen regels
→ Genie, meisje van 13 die opgesloten had gezeten, ze heeft zich niet kunnen ontwikkelen