Leerdoelen sociaalzekerheidsrecht K7
Week 1
Belangrijk uitgangspunt van sociale zekerheid is
collectiviteit en solidariteit: het door middel van
wetgeving gezamenlijk dragen van de
individuele risico’s.
Naam: in het werkveld heeft men het vaak over sociaal zekerheidsrecht. Dat is taalkundig onjuist. Het
moet socialezekerheidsrecht zijn. Sociaal bij zekerheidsrecht is een bijvoeglijk naamwoord. Daarbij
kan je je afvragen of dat wel goed gekozen is. Sommige onderdelen van het socialezekerheidsrecht
zijn echt niet zo sociaal….
Het socialezekerheidsrecht focust zich op de twee volgende onderdelen:
1. Inkomensfunctie
2. Re-integratie
Het centraal stelsel gaat er steeds meer vanuit dan men zelf moeten leren vissen en niet er alsmaar
vissen aan de bevolking wordt gegeven. De bevolking moet in hun eigen behoeften kunnen voorzien.
Risico’s bij het functioneren in de maatschappij: mensen kunnen geen werk vinden of dat werk
verliezen (WW, Participatiewet), ze kunnen een bedrijfsongeval krijgen waardoor ze arbeidsongeschikt
worden (loondoorbetaling, ZW, Wia) worden ouder (AOW), krijgen kinderen (AKW) etc. etc.
NB: Het hebben van kinderen is een financieel “risico”. Uit een al wat ouder onderzoek van het NIBUD
(nationaal instituut voor budgetvoorlichting) van enige jaren terug bleek dat een Nederlands kind tot
het 18 de levensjaar de ouders gemiddeld € 100.000,-- kost.
Instandhouding deelname re-integratie bij personen in ZW en WIA (wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen.)
Rechten en plichten met betrekking tot bestaanszekerheid
Sociale risicofactoren:
Kinderen, gezondheid, ziekte, werkloosheid, ouderdom, overlijden.
de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen
schetsen;
,Middeleeuwen: Gilden
- Middeleeuwen: in de Gilden (= soort beroepsvereniging) was sprake van een vorm van
sociale zekerheid in eigen kring. Beroepsgenoten – steenhouwers, zakkendragers,
mandenvlechters- verenigden zich in gilden en hielpen elkaar wanneer een lid van een gilde
arbeidsongeschikt werd. Hier zien we dus de solidariteitsgedachte.
- Motto bij de gilden: een voor allen en alleen voor een.
1854: Armenwet
- In 1854 was er een van eerste socialezekerheidswetten, namelijk de Armenwet.
- Wat is er nu in de Armenwet geregeld? In deze wet is geregeld dat de overheid zo min
mogelijk zou helpen als iemand niet meer in zijn bestaanskosten kon voorzien. Wat ging er nu
voor? Liefdadigheid ging voor vanuit de kerk of liefdadigheidsinstellingen. Daar moest je, als
je niet meer in je eigen inkomsten kon voorzien, een beroep op doen. Alleen als dat niet hielp,
de kerk jou niet wilde helpen omdat je er niet meer mocht komen omdat je uitgestoten was uit
het kerkgemeenschap of als er geen liefdadigheidsinstelling was, kon je pas een beroep doen
op de overheid. Je kreeg dan een minimale bedeling (= ondersteuning).
- Kerkelijke en particuliere charitas heeft voorrang. Pas als dat geen soelaas biedt –
bijvoorbeeld omdat men niet gelovig is of ge-excommuniceerd is – kan men een beroep doen
op de overheid en krijgt men geld van “ bedeling”. (vergelijk de Wmo waarbij mensen eerst
een beroep moeten doen op hun omgeving om hun beperkingen te compenseren!)
1901: Ongevallenwet
- In het begin van de twintigste eeuw ontstond de Ongevallenwet, die met name was bedoeld
voor het opvangen van de gevolgen van bedrijfsongevallen in de industrie.
- De ongevallenwet is een voorloper van de latere Wet op de arbeidsongeschiktheid en de
huidige wet WIA.
- Eerste sociale verzekeringswet.
- Alleen voor werknemers in gevaarlijke bedrijfstakken en voor bedrijfsongevallen.
- Recht op uitkering en geneeskundige voorziening.
1913: Invaliditeitswet
- Als je invalide was en daardoor niet in je bestaansvoorzieningen kon zien, dan kon je
geholpen worden door de overheid. Bereiken 70-jarige leeftijd gelijk gesteld met invaliditeit.
- Grote stap voorwaarts.
- Alleen voor werknemers.
- Bereiken 70-jarige leeftijd gelijk gesteld met invaliditeit
1913: Ziektewet (pas in werking in 1930)
- In 1913 kwam ook de Ziektewet tot stand, maar pas in 1930 kwam de Ziektewet in werking.
De Ziektewet kennen we tot de dag van vandaag nog steeds, maar ondertussen zijn er
natuurlijk wijzigingen geweest.
- Voor de tweede wereldoorlog: werknemersverzekeringen.
- Commissie van Rhijn bestudeert hoe men het in Engeland doet. Daar kent men
volksverzekeringen. Commissie van Rijn maakt blauwdruk sociale zekerheidsstelsel na WOII.
- De overheid vluchtte naar London. De Commissie Van Rhijn merkte op de er in Engeland
sprake was van volksverzekeringen. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat Nederland ook een
volksverzekering kreeg.
,Het stelsel blijft voortdurend in beweging zoals blijkt uit deze sheet. Wat nadere informatie: de
Algemene weduwen- en wezenwet is in 1995 vervangen door de Algemene Nabestaandewet omdat
deze AWW discriminerend was naar sexe. Weduwnaars hadden immers geen recht. Begrijpelijk
vanuit de tijd dat de wet gemaakt werd – vrouwen zaten toen meestal thuis om het huishouden en de
opvoeding van de kinderen op zich te nemen, mannen waren de kostwinner – maar dat beeld
veranderde in de loop der jaren.
Rood= bestaat niet meer
Groen= geen nieuwe instroom meer mogelijk. Als je nog in bijvoorbeeld de WAO of Waz, dan kan is
deze wetgeving nog voor jou van toepassing. Zo niet, dat kan je ook geen aanspraak maken op deze
wetgeving.
Forse ingrepen in stelsel
WAO en WW uitkeringen bedroegen ooit 80%. Nu 75/70% van laatst verdiende loon.
WW uitkeringsduur was ooit maximaal 7,5 jaar (als je als werkloze 57,5 was bij aanvang van de
werkloosheid). Nu nog maximaal 24 maanden (behalve wanneer overgangsrecht van toepassing is,
maar dat is inmiddels uitgewerkt)
Inkomenstoets: voorheen bleven bij de AWW andere inkomsten buiten beschouwing, bij de Anw
worden die gekort. Etc. etc.
Strengere toegang aan de poort
- Aanscherping keuringseisen: is geregeld in schattingsbesluit.
- minimaal arbeidsongeschiktheidspercentage is opgetrokken: was in de WAO 15% in de Wet Wia is
het 35%.
- Wet Huisbezoeken m.i.v. 1-1-2013. Zelfs als er geen redelijk vermoeden is dat er gefraudeerd wordt
kan het weigeren van een huisbezoek gevolgen hebben: als een aangeboden huisbezoek wordt
geweigerd wordt de uitkeringsnorm vastgesteld alsof men samenwonend is.
- Partnertoeslag AOW is afgeschaft.
Aanvullende info:
In 1975 ging het slecht met Nederland. Het geld raakte op vanwege de economische crisis. Wat moet
je dan doen? Wat er gebeurde was dat er bezuinigd werd. Dit werd gedaan door de volumebeperking.
, De volumebeperking betekent dat je de hoogte van de uitkeringen naar beneden gaat schroeven,
maar ook de duur van de beperkingen gaat inkorten. Door de uitkeringspercentage in te perken en de
WW-duur in te perken, bleef het stelsel betaalbaar.
Ook werd er in 1975 ‘strenger geselecteerd aan de poort’.
- Wet poortwachter → voorkomen dat mensen ziek worden, ziek blijven en uiteindelijk in een
arbeidsongeschiktheidsregeling terechtkomen. Hiervoor zijn allerlei juridische maatregelen
voor getroffen om dat te voorkomen. Heeft als doel zieke werknemers zo spoedig mogelijk te
re-integreren in eigen of ander passend werk.
- Aanscherping keuringseisen → Je komt nu ook moeilijker in aanmerking voor een
arbeidsongeschiktheidsregeling dan vroeger.
- Wet huisbezoeken → er wordt strenger gecontroleerd op fraude. Huisbezoeken is een middel
dat wordt ingezet om fraude te voorkomen.
Let op de naamgeving waarin het woord ‘werk’ is opgenomen en is opgenomen als eerste woord.
Meer accent op activering
Nadruk wordt meer gelegd op re-integratie. Je ziet het ook terugkomen in de naam van sommige
wetten. Je ziet in de wetten steeds dat ‘werk’ vooraan staat. Nadruk ligt dus ook op het werken en
vervolgens bijvoorbeeld de bijstand.
Terugtrekkende overheid: privatisering en marktwerking
- Als je ziek wordt, betaald de werkgever in principe jouw loon door gedurende de 104 weken.
Vroeger was dit niet zo. Je ging bij ziekte dan de Ziektewet in.
- De WW uitkering is maximaal 24 maanden. Vroeger was dat 38 maanden. De wetgever heeft
het wel mogelijk gemaakt dat je via een cao de WW nog wat langer doorbetaald. Dit is een
vorm van privatisering.
- Zorgverzekeringswet → is geregeld dat iedereen zelf een ziektekostenverzekering moet
afsluiten. De verantwoordelijkheid wordt dus neergelegd bij de burger.
- Aanvullende pensioenen → als je denkt dat je niet gaat kunnen uitkomen met het
pensioenfonds, met het pensioen wat je later gaat krijgen, dan zou je daarvoor zelf iets
moeten regelen.
de organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel beschrijven;