Samenvatting geschiedenis
Alles was heeft plaatsgevonden is in het verleden gebeurd. De kunnen het verleden
indelen in twee groepen. De prehistorie en historie. De prehistorie is de tijd waarin
nog geen geschreven bronnen van zijn. Van de historie zijn er wel geschreven
bronnen. Archeologen doen onderzoek naar plekken, vondsten en bestuderen deze
om een beeld te vormen van de tijd. Historicussen verzamelen ook bronnen om een
beeld te kunnen vormen. Deze zijn wel geschreven.
Hoofdstuk 1 – jagers en boeren tot 3000v. Chr.
In de tijd, voordat er geschreven bronnen waren. Leefden er vier soorten mensen.
Eerst leefde de homo Habilis, vervolgens de homo Erectus. Daarna de neanderthaler
en toen kwam de homo Sapiëns, de verstandige mens.
Naam: Homo Habilis: handige mens
In de tijd van jagers en verzamelaars, leefde Vindplaats: Afrika: Kenia, Tanzania
Wanneer: 2,4 miljoen jaar geleden.
deze mensen van de jacht. Zij verzamelde
eten en verhuisde veel. Dit noemen we ook Naam: Homo Erectus: rechtopstaande mens
wel een nomadische leefwijze. Ook jaagden Vindplaats: Afrika, Zuid-Europa, Midden-Oosten, Zuidoost Azië
Wanneer: 1,9 miljoen jaar geleden.
de mensen op rendieren en mammoeten. In
Nederland was in deze tijd een Naam: Neanderthaler
toendraklimaat. Vondsten uit deze tijd zijn Vindplaats: Zuid en midden Europa en Midden-Ooosten
Wanneer: 230.000 jaar geleden.
grotschilderingen. In Nederland is het
oudste lijk gevonden langs een spoorweg. Naam: Homo Sapiens: verstandige mens
Daarom wordt zij ook wel Trijntje genoemd. Vindplaats: Afrika, Azië, Europa, Noord- en Zuid-Amerika
Wanneer: 137.000 geleden.
Uit onderzoek van haar skelet is gebleken
dat zij donker haar had, blauwe ogen en dat
ze tussen de 40 en 60 jaar oud geworden is.
Maar er vond een verandering van leefwijze plaats door de komt van de landbouw.
Landbouwers begonnen met het verbouwen van hun eigen voedsel. De overgang
van de nomadische leefwijze naar de agrarische samenleving noemen we de
agrarische revolutie of de neolithische revolutie.
Landbouwers verbouwen dus zelf hun eten. Ze leven van de veeteelt en hun
producten. Denk hierbij aan wol en melk. Na de ontdekken van ploegen konden
mensen nog meer producten verbouwen.
In Nederland is de eerste groep die in Nederland leefde het trechterbekervolk. Zij
maakte kommen en potten van klei. Dit was voor hen dan ook een belangrijke stof.
Deze mensen leven in het noorden van Nederland. Zij staan bekend om de
Hunebedden die zij hebben gebouwd. Dit zijn grote steden georganiseerd gestapeld.
Er zijn er 52 te vinden in Nederland. In deze Hunebedden zijn grafvondsten
gevonden van goud, koper en brons. Er wordt gezegd dat dit ook zorgde voor handel
met andere groepen. Een ander volk wat daarna in Nederland is gekomen is het
bandkeramiek volk. Zij leefden in Limburg. Zij versierde aardewerk en gebruikte deze
als grafgiften.
, Mesopotamië wordt ook wel de vruchtbare halve Sikkel genoemd. Hier is de
beschaving als eerste ontstaan vanwege de vruchtbare landbouwgrond. Mensen
trokken hier heen om te leven, waardoor er een overschot bestond. Mensen werden
afhankelijker van elkaar en zo zijn er beroepen ontstaan. Maar de macht was hier
niet gelijk, het was erg onverdeeld. De koning of vorst had absolute macht. Daarna
kwamen de priesters, zij zorgden voor de gelovige diensten. Vervolgens waren er de
ambtenaren die zorgen voor het ophalen van de belastingen. Onderaan in de
hiërarchie stonden de boeren en ambachtslieden die veel van hun opbrengst in
moeten leveren als belasting. De belastingen werden opgeschreven en genoteerd op
kleitabletten. Dit werd gedaan in een schrift van logogrammen, ook wel hiërogliefen
genoemd. Ook is de steen van Rosette gevonden, hier stond wel geschreven tekst
op. Dit is het einde van de prehistorie en het begin van de historie.
Hoofdstuk 2 – Grieken en Romeinen (3000 v. Chr. Tot 500)
Ook in Griekenland ontstonden er verschillende beschavingen. Het werden
onafhankelijke stadssteden. Elke stad had zijn eigen bestuur, die bestond uit rijke
families. De rijken waren dus aan de macht, aristocratie genoemd. Tussen de
stadsgewesten waren er wel overeenkomsten: taal, geloof, onderwijs, kunst en
wetenschap. Om de steden toch met elkaar te verbinden werden de olympische
spelen gehouden. De machtigste stad in het Poleis was Athene. Hier is de
democratie ontstaan. Naast dat Athene de grootste stad was, lag het bestuur in het
Acropolis. Dit was het bestuurder- en godsdienstige centrum van Athene. Het
Parthenon is het hoogste gebouw, ook wel de tempel van beschermgodin.
De Grieken en Romeinen hebben ook invloed gehad op de bouwstijl van nu. Zo
hebben hun beton in hout gegoten ontdekt. Ook de baksteen en boogconstructies
werden in deze tijd al gebruikt. Ook de amfitheaters, thermen, aquaducten,
triomfbogen, tempels en villa’s werden in deze tijd al gebouwd.
Het Romeinse rijk werd ook steeds groter. Dit was toen onder leiding van Julius
Caesar. Hij zorgden voor een uitgebreid wegennet met grenspalen waardoor reizen
makkelijker werd. Hij bracht een stedelijke cultuur waardoor er een agrarische-
stedelijke samenleving ontstond. Ook kwamen er meer regeringsvormen op waarbij
er een scheiding kwam tussen de patriciërs (rijken) en Plebejers (armen).
Omdat het Romeinse rijk zo groot werd, werd er gebruik gemaakt van grenzen. In
Nederland was de Limes, nu bekend als de rijn, de grens om het rijk aan te geven. Er
werden grachtenposten en legerkampen gesticht langs de grens om het rijk te
beschermen. Maar toch ontstond er ruzie over grondgebied met de Bataven. Binnen
het rijk was handel erg belangrijk. De Romeinen en Germanen hadden goed contact
en ruilden veel. De Germaanse cultuur is te vinden in het noorden en westen van
Europa. Er is een scheiding in de Keltische en Germaanse groepen. Deze Keltische
groepen staan ook bekend als de Galliërs. Zij leefden van kleinschalige landbouw.
Toch lokte zij ruzie uit met de Romeinen doordat zij de grens probeerden over te
steken. De Germanen verspreiden zich door het Romeinse rijk en door Europa.
Hierdoor ontstaan er uiteindelijk een opsplitsing in het rijk waardoor er een oost- en
westrijk ontstond. Het oosten werd van de Germanen waar het geloof en koninkrijk
centraal stond. In het Westen ontstond het Byzantijnse rijk. Dit heeft tot 1453 nog
bestaan en is daarna door de Turken overgenomen.