Samenvatting H1 hoofdlijnen NL
recht
1 Terreinverkenning
Functies van recht:
1. Normatieve functie:
- Rechtsnormen: gedragsregels (ethische normen) die zo belangrijk worden gevonden dat
ze schriftelijk worden vastgelegd en er een straf geldt voor het overtreden. Sommige
rechtsnormen veranderen nooit (moord).
2. Geschiloplossende functie:
- De rechter bepaald of/hoe iemand gestraft wordt, eigen richting is in NL verboden.
3. Additionele functie:
- Als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken, geeft het recht aan
welke regel geldt. Hebben ze wel een afspraak gemaakt, dan gaat die afspraak vóór de
wettelijke regeling.
4. Instrumentele functie:
- De wetgever heeft bepaald hoe zaken dienen te gebeuren iedereen doet het op
dezelfde manier (rechts rijden).
Rechtsbronnen:
1. De wet (figuur 1.6);
- Privaatrecht (civiele recht/burgerlijk recht): als burger geen actie onderneemt
(schadevergoeding aanvragen) zal de staat zich er niet verder mee bemoeien.
o Personen- en familierecht: regelt geboorte, huwelijk, echtscheiding, adoptie etc.
o Vermogensrecht: alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen gebonden zijn.
Regels vinden we in het Burgerlijk Wetboek (BW):
Boek 1: personen- en familierecht
Boek 2: rechtspersonen
Boek 3: vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: erfrecht
Boek 5: zakelijke rechten
Boek 6: algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: bijzondere overeenkomsten
Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: internationaal privaatrecht
o Ondernemingsrecht: regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft.
o Burgerlijk procesrecht: regels die op het voeren van juridische procedures op het
terrein van het privaatrecht van toepassing zijn.
Procederen = naar de rechter gaan om een geschil te laten beslechten.
- Publiekrecht:
o Strafrecht: staat treedt door middel van het OM actief op om sancties (boetes
etc.) te eisen bij overtreding van de normen.
Bezit een monopolypositie: alleen het OM kan tot vervolging van
strafbare feiten overgaan.
o Staatsrecht: regelt wijze waarop het NL´se staatsbestel wordt vormgegeven en
de invloed die burgers daarop kunnen uitoefenen.
Eerste/Tweede Kamer, regering, verkiezingen en totstandkoming.
, Grondwet: staan basisregels van ons staatsbestel (democratische
rechtsstaat).
o Bestuursrecht: heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om
regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.
Had lang geen kernwet 1 jan 1994 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in werking wet in delen ingevoerd en uitgewerkt.
Vanaf 1945 staatsinterventie: staat wenst op alle terreinen in
samenleving regelend op te treden (laatste jaren tegenovergesteld
meer vrijheid (privatisering / regulering = overheid trekt zich meer
terug).
2. Het verdrag;
- Een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.
o Bilateraal verdrag: twee staten betrokken.
o Multilateraal verdrag: meer dan twee staten betrokken (Europese Unie).
- Steeds belangrijker: toenemende internationalisering van samenleving/markt ±
gedwongen samen te werken.
- Soms zo belangrijk dat deze een wet kan laten verwijderen/aanpassen.
3. De jurisprudentie (rechtspraak);
- Beslissingen van rechters worden vonnissen, arresten of uitspraken genoemd.
o Vonnis wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven.
o Arrest wordt gewezen dor een gerechtshof of de Hoge Raad.
^^ actief op terrein van privaatrecht, ondernemingsrecht en strafrecht.
o Uitspraken zijn beslissingen op alle andere terreinen van het recht.
- Gaat om uitspraken zoals die gelden tussen twee personen/partijen
4. De gewoonte.
- Wanneer heeft een gewoonte met recht te maken?
o Sprake zijn van een vaste gedragslijn en betrokkenen moeten zich moreel
verplicht voelen de regel te volgen gewoonterecht beroep doen mogelijk.
- Steeds minder belangrijk (nog wel in vee handel).
Regelgeving van de wet:
- Centraal niveau:
o Nationale wetgever: samengesteld uit regering en Staten-Generaal (Eerste en
Tweede kamer) vormen regelgeving (wetten) uit Den Haag.
- Decentraal niveau (decentrale wetgevers: provinciaal en gemeentelijk niveau).
o Provinciale Staten zijn bevoegd verordeningen voor hun provincie te maken.
o Gemeenteraad is bevoegd regels (verordeningen) maken voor gemeente.
Met name bestuursrecht en strafrecht.
- Andere instanties: Sociaal-Economische Raad (SER) en product- en bedrijfschappen.
o Op grond van Wet op de bedrijfsorganisatie verordeningen tot stand brengen.
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hogere regels gaan boven lagere regels.
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels.
- Bepaalde veel voorkomende overeenkomsten worden afzonderlijk wettelijk geregeld
door de nationale wetgever.
3. Jongeren regels gaan boven oudere regels (meest recente wet wordt toegepast).
Wet in formele en materiële zin
Wet in formele zin komt tot stand door regering en Staten-Generaal (de nationale wetgever).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hajvangerven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.