Management in netwerken, Hans de Bruijn
Hele boek, 4e druk.
,Inhoudsopgave
H1 Besluitvorming in een wereld 4
§1. Een wereld 4
§2. De structuur van een interconnected wereld: drie kenmerken. 4
§3. Besluitvorming in een interconnected wereld 5
§4. Besluitvorming in een netwerk: barrières en kansen 7
§5. Wat niet werkt: command and control, management by expertise en
projectmanagement 8
H2. Strategieën voor besluitvorming in netwerken - het proces 9
§1. Wat niet werkt en wat wel werkt 9
§2. Actoren en actorenanalyse 9
§3. Relaties en relatiemanagement: redundantie 10
§4. Gemeenschappelijke besluitvorming: procesmanagement 12
H3. Strategieën voor besluitvorming in netwerken - de inhoud 13
§1. Multi-issue games 13
§2. De dynamiek van multi-issue games 14
§3. Het leven is geen paradijs: verliezers in de multi-issue game 14
§4. Verliezers: gedragspatronen 15
§5. Contraststrategieën 16
H4. Geen project, maar een proces 16
§1. Probleemformulering: precieze probleemdefinities zijn niet aantrekkelijk 17
§2. Doelstellingen: duidelijke doelen zitten je in de weg 18
§3. Informatie: de juiste informatie bestaat niet 18
§4. Besluitvorming is slechts het aftikken van wat al besloten is 20
§5. Intermezzo: de risico’s van het Plan Do Check Act-denken 21
§6. Uitvoering: nieuwe ronden, nieuwe kansen 22
§7. Evaluatie: doelbereiking is niet alles 23
§8. De wet van de afnemende effectiviteit: strategieën zijn beperkt houdbaar 23
H5. Slimme command and control in netwerken 24
§1. Wanneer kan Command and Control worden toegepast in een netwerk? 24
§2. Principaal en agent; de spanning tussen project- en procesmatige strategieën27
H6. Strategisch gedrag in netwerken 30
§1. Wat is strategisch gedrag? 30
2
,§2. Strategisch gedrag in netwerken 30
§3. Strategieën en strategisch gedrag 31
§5. Wat moeten we vinden van strategisch gedrag? 34
H7. Vertrouwen in netwerken 34
§1. Een gedachte experiment 34
§2. Spelregels in netwerken 35
§3. Normatieve dilemma’s 40
§4. Afsluitende opmerkingen 41
H8. Processen en inhoud 41
3
,H1 Besluitvorming in een wereld
§1. Een wereld
Door de globalisering van de economie en door het internet is alles met alles verbonden.
Het vlindereffect: de vleugels van een vlinder in Brazilië kunnen maanden later een orkaan in
Texas veroorzaken. De beweging veroorzaakt eerst een klein effect, maar in de serie effecten die
daarna ontstaat, wordt elk van de effecten steeds groter, waardoor uiteindelijk zich een orkaan
ontwikkeld in Texas.
§2. De structuur van een interconnected wereld: drie kenmerken.
Kenmerk in interconnected wereld… …in plaats van
Interdependenties Hierarchie
Ongestructureerde, wicked problemen Gestructureerde problemen
Dynamiek Stabiliteit
EERSTE KENMERK: INTERDEPENDENTIES
Een eerste kenmerk van een interconnected wereld is uiteraard dat deze bestaat uit een groot
aantal partijen of actoren of spelers; overheden, bedrijven, non-profit organisaties, burgers. Die
actoren hebben verschillende belangen en zijn wederzijds afhankelijk. Die wederzijdse
afhankelijkheden zijn inherent aan een hoogtechnologische samenleving. In het web van
onafhankelijkheden dat ontstaat, kan niemand zonder de steun van anderen iets voor elkaar
krijgen. De wederzijdse onafhankelijkheden, interdependenties, resulteren in een veelheid aan
relaties tussen de actoren, het geheel van de relaties noemen we een netwerk.
Een netwerk kun je ideaaltypisch positioneren tegenover een hiërarchie. Een hiërarchie bestaat uit
verticale relaties van boven- en onderschikking. In een netwerk is van een dergelijke verticale
structuur geen sprake, de relaties zijn horizontaal.
Typen interdependenties:
- Bilaterale of multilaterale afhankelijkheden: afhankelijkheden tussen 2 partijen of tussen meer
dan 2 partijen.
- Eén- of multidimensionale afhankelijkheden: afhankelijkheden kunnen op één dimensie
betrekking hebben, maar ook op meer dimensies.
- Synchrone versus asynchrone afhankelijkheden: actoren kunnen op een moment in de tijd
allemaal van elkaar afhankelijk zijn, maar de afhankelijkheden kunnen ook in de tijd gespreid
zijn.
- Statische versus dynamische afhankelijkheden: een afhankelijkheid is dynamisch als die in de
loop van de tijd verandert. Een statische afhankelijkheid is niet aan verandering onderhevig.
Per onderwerp andere interdependenties
Een tweede aspect van interdependenties is dat deze per onderwerp verschillend zijn.
Besluitvorming wordt complexer, niet alleen omdat per issue het netwerk er anders uitziet, maar
ook omdat bepaalde partijen de besluitvorming over het ene issue zullen koppelen aan die over
het andere issue.
Interdependenties laten zich niet altijd kennen
Er ontstaat al een behoorlijk complex beeld; er zijn allerlei typen afhankelijkheden, die kunnen per
onderwerp verschillen en die onderwerpen worden door sommige partijen aan elkaar gekoppeld.
Ook is het niet altijd bij alle actoren in een netwerk bekend wat de wederzijdse afhankelijkheden
zijn. Zeker bij de meer complexe netwerken (veel actoren, veel soorten afhankelijkheden, veel
koppelingen aan andere netwerken) is het voor een enkele actor bijna onmogelijk het gehele
netwerk te overzien. De perceptie van een actor over de positie van een andere actor in het
netwerk kan dus onjuist zijn. Netwerken van interdependenties zijn al complex, maar worden dat
dus nog meer als de betrokken actoren geheel verschillende percepties ven eenzelfde netwerk
hebben.
4
, TWEEDE KENMERK: ONGESTRUCTUREERDE, WICKED PROBLEMEN
Een tweede kenmerk van een interconnected wereld heeft betrekking op de inhoud van de
problemen die in zo’n wereld moeten worden opgelost. Die problemen zijn vaak
ongestructureerd of wicked. Ongestructureerde problemen staan ideaaltypisch tegenover
gestructureerde problemen, dat zijn problemen waarvoor één juiste of de juiste oplossing
bestaat.
De feiten die we nodig hebben om tot een goed besluit te komen, kunnen objectiveerbaar zijn of
kunnen niet-objectiveerbaar zijn. De normatieve afweging die we moeten maken om tot een goed
besluit te komen, kan objectiveerbaar zijn of niet-objectiveerbaar.
Wanneer feiten ambigu zijn en de normatieve afweging niet of moeilijk objectiveerbaar is, ontstaan
ongestructureerde problemen.
Wanneer een ongestructureerde problemen moeten worden opgelost in een netwerk, met veel
actoren die verschillende belangen hebben, is de kans groot dat de actoren het niet eens zullen
zijn over data, systeemgrenzen, methoden en de normatieve weging van verschillende
compartimenten.
DERDE KENMERK: DYNAMIEK
Een derde kenmerk van een interconnected wereld is dynamiek - de interconnected wereld is
voortdurend in beweging. Dynamiek staat ideaaltypisch tegenover stabiliteit.
De besluitvorming over een plan vindt plaats in een netwerk van interdependenties. De dynamiek
die hierin kan voordoen kan betrekking hebben op de actoren, die samen het netwerk van
interdependenties vormen. De besluitvorming begint met een aantal actoren, maar er kunnen
nieuwe actoren tot de besluitvorming toetreden. Sommige actoren zullen het netwerk verlaten
omdat ze bij nader inzien toch minder belang bij de besluitvorming hebben.
De dynamiek kan, in de tweede plaats, betrekking hebben op de inhoud van de problematiek.
De inhoud van de problematiek kan verschuiven. Door de verschuiving komen er natuurlijk ook
andere actoren in beeld, met andere belangen, en verandert het spel van de besluitvorming.
De twee soorten dynamiek - actoren en inhoud - kunnen elkaar versterken. Wanneer actoren toe-
en uittreden, die iedere hun eigen definitie van de problematiek hebben, zal de inhoud van de
problematiek voortdurend verschuiven.
§3. Besluitvorming in een interconnected wereld
Emergent: het is ontstaan, niet gepland.
ONGESTRUCTUREERDE, NON-LINEAIRE BESLUITVORMING IN PLAATS VAN GESTRUCTUREERDE,
LINEAIRE BESLUITVORMING.
Wanneer sprake is van 1 actor die aan de top van de hiërarchie staat, kan besluitvorming
gestructureerd en lineair verlopen. Besluitvorming start met een probleemformulering en de
vaststelling van de doeleinden.
Waneer een besluitvormingsproces in een netwerk moet plaatsvinden, betekent dit altijd dat er
verschillende actoren bij de besluitvorming betrokken zijn. Deze hebben verschillende belangen
en zijn van elkaar afhankelijk. Ze dienen samen te werken om de eigen doelstelling te realiseren:
een besluitvormingsproces is alleen effectief indien het gezamenlijke besluitvorming is - en die
gaat niet vanzelf omdat actoren verschillende belangen hebben.
Hierarchie Netwerk
Gestructureerd en lineair Onregelmatig en non-lineair
Fasen Ronden
Actoren gedragen zich inhoudelijk Actoren gedragen zich strategisch
Eén arena, proces heeft duidelijk begin- en eindpunt Meer arena’s, geen geïsoleerd begin- en eindpunt
5