Denken over regio’s
H4 Natuurlijke hulpbronnen, natuurgevaren de ecologische regio
• Geografie bestudeert de mens als bewoner van de aarde, en de aarde als woonplaats van de mens.
Ofwel; geografie was de wetenschap van ecologische relaties, de relaties tussen mens en natuur
↪ leidende vraag was welke invloed de mens onderging van de natuurlijke omgeving en hoe vormt
de natuurlijke omgeving de mens?
↪ gebieden worden geregionaliseerd op natuurlijke grenzen als waterscheidingen, klimatologische
factoren en flora en fauna. Regionalisatie leidt tot uniforme regio’s; geografen vermoedden dat al
deze regio’s voornamelijk overeen kwamen.
4.1 Regio’s, bevolking en natuurlijke hulpbronnen
• In hoeverre zijn natuurlijke regio’s relevant voor de samenlevingen in die regio? Geografen vonden
dat je een samenleving pas kon begrijpen als je de natuurlijke omgeving van die samenleving bekeek
(Franse geografie tot 1960)
↪ gedachtegang past vooral bij agrarische en industriële economieën → waren meer afhankelijk
van natuurlijke omgeving
↪ in moderniserende samenleving werd relatie tussen fysisch milieu en mensen minder sterk
(determinerende invloed werd minder)
Kader 4.1 Regionale geografie in Frankrijk
• Paul Vidal de la Blache; grondlegger van universitaire geografie in Frankrijk (historicus)
↪ mens heeft zich door verstand losgemaakt van de natuur en daardoor hebben ze
keuzemogelijkheden opgebouwd; ze konden immers kiezen uit natuurlijke hulpbronnen uit diverse
regio’s.
↪ gemaakte keuzes gebaseerd op in verleden opgedane kennis, ervaringen en opgebouwde cultuur
(civilisation) → omvorming natuurlandschap naar cultuurlandschap
↪ keuzevrijheid mensen (dus Vidal bekritiseerde fysisch of geodeterminisme)
↪ historisch perspectief; zijn relaties in loop van tijd gewijzigd of onveranderd
↪ James Blaut; slachtoffers tropische ziektes (b.v. malaria) niet te wijten aan klimaat, maar aan
armoede. Armoede gevolg van historisch gegroeide ongelijke machts- en ruilverhoudingen
Overbevolking en onderbevolking
• bestaat een relatie tussen de verhoudingen binnen een regio van het fysisch milieu met natural
recources, de middelen van bestaan en de bevolking
↪ regio’s die natuurlijke hulpbronnen maximaal benutten in combinatie met bevolkingsgroei leidt
tot overbevolking (meer mensen dan natuurlijke hulpbronnen)
↪ onderbevolking zijn gebieden met meer natuurlijke hulpbronnen dan mensen
↪ groeiende probleem met geringe hulpbronnen leidt tot actief gezinsplanningbeleid van overheden
(eenkindpolitiek, transmigratieprogramma Indonesie)
↪ Anton Zischka over overbevolkt West-Europa; spoorde migratie (na WO II) aan naar onbevolktere
gebieden. De landen van de ‘toekomst’ in de toentijdige agrarische samenleving waren onderbevolkt
↪ Edward Ackerman; regionalisering gebaseerd op natuurlijke hulpbronnen en het technologisch
peil van een land
1
,Technologie en cultuur
• voorgaande betogen zijn (neo)malthusiaans en achterhaald; zijn gebaseerd met nadruk op
bevolkingsomvang en met name de bevolkingsgroei
↪ Ester Boserup; draagkracht wordt tegenwoordig verbreed door technologische vondsten, een
grotere bevolkingsdichtheid leidt tot processen van innovatie en verhoging van draagkracht
↪ afhankelijk van de mens of fysieke materie een hulpbron is (‘resources are not, they
become (Zimmerman))
Kader 4.2 Pessimisten en optimisten
• voor de Tweede Wereldoorlog waren berekeningen over bevolkingsgroei overwegend optimistisch
omdat de bevolkingsgroei toen nog geringer was (2 miljard mensen op de aardbol). Na 1945 sloeg dit
om in pessimisme omdat sterftecijfers drastisch daalde en geboortecijfers hoog bleven
↪ pessimisten; De Club van Rome (Limits to growth), Paul Ehrlich; voorspelden donkere dagen van
voedseltekorten
↪ groeiende wereldbevolking en industrialisatie oorzaken van roofbouw en uitputting
natuur, natuur zou steeds minder mensen kunnen voeden
↪ Meadows; demografische en fysiek-economische groei die door grens van natuurlijke
aarde heen schiet → draagkracht zal ineen storten
↪ optimistische Denen; Boserup en Lomborg; bevolkingsgroei zet aan tot investeren in extra arbeid,
verbetering van land en agrarische intensivering → economische ontwikkeling en technische
vooruitgang. Draagkracht neemt juist toe bij bevolkingsgroei
Ackermans regionalisering
• Ackerman; technologisch niveau hangt samen met welvaartsniveau. Onderscheidde op mondiale
schaal vijf typen regio’s met karakteristieke verhouding tussen bevolking, natuurlijke hulpbronnen en
technologisch niveau
1) Gebieden met een hoog technologisch niveau en een in verhouding tot de hoeveelheid
hulpbronnen bescheiden bevolkingsomvang (b.v. VS, Canada, Australië en Rusland)
2) Gebieden met een hoog technologisch niveau en een in verhouding tot de hoeveelheid
hulpbronnen grote bevolking (Europa, Japan)
3) Gebieden met een laag technologisch peil en een in verhouding tot de hulpbronnen bescheiden
Bevolking (b.v. Suriname, Congo)
4) Gebieden met een laag technologisch peil en een in verhouding tot de hulpbronnen omvangrijke
bevolking (b.v. Egypte, Bangladesh, India)
5) Overige gebieden: gebieden met een extreem fysisch milieu, afgelegen en (vrijwel) onbewoond of
tijdelijk bewoond (b.v. Sahara, Groenland)
↪ Landen van de toekomst zijn onderbevolkt. Overbevolkte gebieden zijn zorgelijk (b.v. Zuid-Korea)
Werd door een traditionele ecologische bril gekeken en werden makkelijk externe relaties van regio’s
over het hoofd gezien
Samenvatting
• traditioneel hebben geografen de welvaart en economie van een regio verklaard uit de natuurlijke
omstandigheden in die regio, in het bijzonder uit de relatie tussen bevolkingsomvang en natural
resources
• goede perspectieven op ontwikkelingen zouden die regio’s hebben die ‘onderbevolkt’ waren.
‘Overbevolkte’ regio’s (met een hoge bevolkingsdruk) hadden een minder rooskleurige toekomst
• sinds eind jaren zestig ontstond meer aandacht voor het netwerk van externe relaties waarin een
regio is opgenomen en voor de invloed van dat netwerk op de welvaart/economie in die regio
• min of meer gelijktijdig werd geaccepteerd dat de resourcevoorraad niet absoluut kan worden
bepaald; technologie en cultuur definiëren welke natuurlijke stoffen resources zijn; de gedachte dat
een regio een vaste ‘carrying capacity’ heeft, is dan achterhaald
2
, 4.2 Druk op het milieu: oudere visies
• traditioneel keken geografen naar de wijzen waarop samenlevingen zich aanpassen en worden
beïnvloed door hun natuurlijke omstandigheden. Steeds meer wordt de omvorming van natuur door
samenleving bestudeerd.
↪ Sauer; analyseerde hoe samenlevingen het natuurlandschap omvormden in een
cultuurlandschap. Elke cultuur laat z’n sporen na, waardoor een cultuurlandschap zeer gelaagd wordt
met zichtbare elementen uit verschillende tijdsperiodes.
↪ in deze traditie werd ook gekeken hoe samenlevingen de natuur misbruikten
↪ type 2-landen; overexploitatie de natuur → constante migratie naar gebieden met nog
voldoende grondstoffen; een soort rooftocht
↪ type 4-landen; natuurlijke neerwaartse spiraal door overbevolking, armoede,
overexploitatie en landdegradatie → intensiveren gebruik maken van gebieden die er
eigenlijk te fragiel voor zijn (Ackerman)
• Paul Ehrlich; impact van mens op milieu is product van variabelen
↪ impact, bevolkingsomvang, consumptie per hoofd van bevolking en technologie
↪ dus: meer mensen → meer impact. Meer welvaart → meer consumptie → meer impact
↪ bevolkingsgroei dreigde aarde te vernietigen
↪ ecologische voetafdruk; consumptieniveau per land. Mileuaantasting zal worden verminderd als
consumptie in rijke landen wordt teruggeschroefd
↪ duurzame ontwikkeling nodig; bevredigen behoeften huidige samenleving, zonder de
behoeften van toekomstige generaties aan te tasten
4.3 Druk op het milieu: de political ecology
• political ecology-benadering; benadrukken het belang van de maatschappelijke situatie bij het
verklaren van milieuaantasting
↪ bevolkingsgroei leidt b.v. niet overal tot aantasting van de natuur (inzet van meer arbeid kan tot
succesvolle herstelwerkzaamheden leiden)
↪ Piers Blaikie en Harold Brookfield; maatschappelijke situatie belangrijk bij verklaring milieu
aantasting (b.v. armoede, corruptie, ongelijke machtsverdeling)
↪ vanuit kerngebieden wordt de periferie bestuurd om b.v. commerciële gewassen te
verbouwen in plaats van traditionele gewassen. Milieudegradatie heeft te maken met
armoede en machteloosheid, arme boeren worden over geëxploiteerd uit weinig vrije keuze
of uit onwetendheid
De Mandarabergen in Kameroen
• milieuaantasting in perifere regio’s kan ook komen omdat de bevolking wegtrekt (zowel vrijwillig
als gedwongen)
↪ vertrek dat afgedwongen wordt door autoriteiten; mensen uit moeilijk toegankelijke gebieden
worden gedwongen naar gebieden te gaan waarover machthebbers meer controle hebben →
makkelijkere belastinginning, natievorming en integratie
Kader 4.3 Hoe natuurlijk zijn natuurrampen?
• natural hazards (natuurgevaren) worden vanaf de jaren ‘90 vanuit een meer maatschappelijke
hoek bekeken
↪ gebeurtenissen in de natuur worden pas rampen als er mensen in de nabijheid betrokken zijn
↪ maatschappelijke ontwikkelingen → toename kwetsbaarheid → lijken meer rampen te ontstaan
↪ meer mensen, ook in risicovolle gebieden. Armoede verhoogt het aantal slachtoffers door
slechtere woonomstandigheden
3