Niet alle belangrijke onderwerpen staan erin vernoemd. Ook staan niet alle hoofdstukken in de samenvatting. Dit terwijl dat wel in de omschrijving staat..
Door: sofiekooitje • 2 jaar geleden
Alle hoofdstukken die voorgeschreven zijn voor het tentamen/ de lessen zijn hierin beschreven. Klopt inderdaad dat niet alle hoofdstukken zijn beschreven want behoorde niet tot de voorgeschreven literatuur!
H1
4 functies recht
- Normatieve functies > gedragsregels na leven (normen)
Sommige rechtsnormen veranderen nooit (diefstal, moord, verkrachting) en sommige
wel, bijvoorbeeld discrimineren van transgenders.
- Geschiloplossende functie > oordelen of iemand wordt gestraft. En zo ja, op welke
wijze en met behulp van welke procedure
- Additionele functie > als partijen vergeten op een bepaald punt afspraken te maken,
geeft het recht aan welke regel geldt. Deze functie geldt niet als er wel afspraken zijn.
- Instrumentele functie > wetgever bepaalt hoe we sommige dingen doen (stoppen
voor roodstoplicht) geen normbesef maar wel belangrijk. Sommige dingen kan je niet
aan de mensen zelf overlaten, de risico’s zijn hiervoor te groot en daarom hakt de
wetgever de knoop door.
Rechtsgebieden
- Personen- en familie recht
- Vermogensrecht
- Ondernemingsrecht
- Strafrecht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
Materieel recht:
- Regeling wetgever voor onbepaald aantal, niet bij de naam genoemd persoon.
- Wat wel en niet mag, rechten en plichten.
- Strafrecht
Formeel recht: wet is tot stand gekomen door regering en Staten Generaal.
- Houdt de regels in die men moet volgen om het materiële recht na te leven
(procederen, hoe en waar)
- De regels die men moet volgen om materiële regels te effectueren
- Strafvordering
Dwingend recht (moeten)
- Recht waarvan burgers niet mogen afwijken, wel doen? > dan komen er wettelijke
regels van toepassing.
Aanvullend recht (kunnen)
- Recht waarvan burgers wel mogen afwijken, voorwaarde is dat beide partijen moeten
akkoord gaan met deze afwijking.
Objectief recht > BW wetten
- Positief recht. Regels die in eerdergenoemde rechtsregels voortvloeit
Subjectief recht
- Recht dat een individu in concreto bezit >bv. Politie mag iemand aanhouden.
Rechtsbronnen > bron van het recht
1. De wet
2. Jurisprudentie
3. Gewoonte
4. Verdragen
,Rechtsregel > ligt vast in rechtsbronnen en verschilt van gedragsregels.
Gedragsregel > wordt gedrag van iemand verwacht (huisregels)
Jurisprudentie > verzameling rechterlijke uitspraken en uitleg wetteksten of aangevuld.
Wet is niet altijd volledig of duidelijk. Dus de rechter moet het aanvullen op basis van
bestaande regels. Bv. Elektriciteit < geen goed, maar toch wel
H9
Kenmerken rechtsstaat
- Volksgemeenschap > groep mensen die bij elkaar hoort (natie)
- Volksgemeenschap bevindt zich in afgegrensd grondgebied.
- Binnen volksgemeenschap is er 1 orgaan die de hoogste macht heeft.
Soevereiniteit > recht orgaan om hoogste gezag uit te oefenen zonder verklaring maar
wel wordt geaccepteerd.
Trias Politica
1. Wetgevende macht > Staten-Generaal & regering + 1e en 2e kamer
- wetgever vaardigt regels uit.
2. Uitvoerende macht > regering
- voert de regels uit
3. Rechtsprekende macht > rechters
- macht waaraan rechtspraak is opgedragen. De recht over de wetten.
Checks & Balances
- systeem om de machten in evenwicht te houden. Geen enkele is de sterkste.
Decentralisatie
- macht in Nederland is verspreid over verschillende overheden. Verschillende vormen
van decentralisatie onderscheiden.
Territoriale spreiding > aan lagere overheden bevoegdheden toegevoegd die
ieder verbonden zijn aan eigen afgebakend stuk (gemeente & provincie)
Functionele spreiding > specifieke bevoegdheden aan openbare lichamen om
een bepaald doel te realiseren. (productschap & bedrijfschap)
Combinatie van territoriale en functionele decentralisatie > Waterschap: dit
heeft tot opdracht de waterstand en alles wat daarmee samenhangt in stand te
houden en daartoe de nodige maatregelen te treffen (functioneel), maar
gekoppeld aan een bepaalde regio (territoriaal)
Staten Generaal > Eerste & Tweede Kamer (parlement)
- Parlement is op democratische wijze gevormd
- Mensen hebben kiesrecht:
> Actief kiesrecht= mogelijkheid om op andere te stemmen, je moet 18 jaar, Nederlands
en niet veroordeeld zijn en geen stoornis hebben.
> Passief kiesrecht= mogelijkheid om zelf gekozen te worden. Zelfde voorwaarden als
kiesrecht + niet uitgesloten zijn voor het kiesrecht.
, Tweede Kamer
- Bestaat uit 150 leden (afgevaardigden of parlementariërs)
- Zittingsduur is 4 jaar, daarna kunnen ze herkozen worden.
- 2 kiesstelsels:
> Districtenstelsel: kandidaten worden per district gekozen. Het land wordt in zoveel
districten verdeeld als weg te geven zijn.
> Stelsel van evenredige vertegenwoordigers: kandidaten worden landelijk uitgekozen.
Politieke partij krijgt zoveel zetels als stemmen zijn uitgebracht gedeeld door de kiesdeler
(blz. 317)
Eerste Kamer
- 75 leden (senatoren)
- Zittingsduur is 4 jaar, daarna kunnen ze herkozen worden.
- Burgers kiezen per provincie de leden van de Provinciale Staten. De Provinciale Staten
kiezen de leden van de Eerste Kamer.
Regering
- Bestaat uit Koning en ministers.
- Kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen (bewindslieden), onder leiding van
minister-president. In het kabinet wordt over ministerraad gesproken.
- Demissionair kabinet: na verkiezingen in oude samenstelling blijft regeren tot nieuwe
kabinet is samengesteld & lopende zaken afhandelt.
- Monarchie: De koning is via vererving gekozen. Gedecentraliseerde eenheidsstaat,
overheid geeft deel van de taken over aan lagere overheden (provincies & gemeenten)
Attributie Art. 10:22 Awb
- Toekenning bevoegdheden aan staatsorgaan
Delegatie Art 10:13 Awb
- Bevoegdheid overgedragen aan bestuursorgaan,
- Verkrijger oefent bevoegdheid op eigen verantwoord en in eigen naam uit.
- Overdragen van bevoegdheid kan het niet meer terugdraaien.
- Verder doorgegeven= subdelegatie
Mandaat Art. 10:1 Awb
- Doorgegeven bevoegdheid om namens bestuursorgaan te handelen.
- Maar wel in de naam van de ander.
- Mandaatgever blijft dus bevoegd en houdt ook verantwoordelijkheid.
Wet in formele zin
- Zegt iets over de manier waarop de wet tot stand gekomen is. (Art. 81 Gw)
- Altijd gemaakt door de hoogste wetgevende orgaan (1e en 2e Kamer)
- Bevat geen algemeen verbindende voorschriften
- “wet” in de naam
Wet in materiele zin
- Zegt iets over de inhoud van de wet.
- Algemene toepassing, geldt voor iedereen
- Kan ook door lagere wetgever tot stand zijn gekomen zoals gemeente.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sofiekooitje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.