Hoofdstuk 1
Marketing kent vele definities
Kern: afnemer staat centraal in het handelen van de onderneming
Een onderneming probeert de doelstelling te bereiken door de afnemer centraal te stellen
Een marketingstrategie is de manier waarop een onderneming haar lange termijn
doelstellingen door marketing probeert te bereiken. (Breder assortiment)
In een ondernemingsplan zien we zaken terug als missie, doelstellingen, financieel plan,
organisatievorm en concurrentieanalyse. Marketingdoelstellingen zijn dus afgeleide
ondernemingsdoelstellingen.
Verschillende soorten marketing:
Consumentenmarketing: marketing waarbij de particuliere afnemer centraal staat
Business-to-business marketing: marketing waarbij de industriële afnemer centraal
staat. Onderneming en instelling zijn de afnemer.
Dienstenmarketing: marketing waarbij het gaat om de verkoop van goederen en
diensten. Verzekeringsadvies, hypotheekadvies, en taxatie.
Soorten vraag:
Initiële vraag: de vraag naar goederen en diensten door afnemers die het product
voor het eerst aanschaffen. (Wasmachine)
Vervangingsvraag: bestaat uit de vraag naar goederen en diensten ter vervanging
van het eerder gekochte goed
Additionele vraag: de vraag naar een 2e of 3e exemplaar van een product (2e auto)
Soortvraag: de vraag naar een productsoort (hypotheken)
Merkvraag: de vraag naar goederen of diensten van een bepaald merk
Business definition geeft aan met welke activiteiten de onderneming zich op de markt
begeeft. Dat is duidelijk voor de onderneming, werknemers en afnemers (Model van Abell)
De business definition moet passen binnen de ondernemingsmissie; dit geeft het wezen
van de onderneming weer: de basisstrategie, de reden van bestaan en de functie die ze wil
vervullen.
Achterhalen met het model van Abell, centraal staan:
Behoefte: is een probleem of een tekort dat de afnemer ervaart
Technologie: manier waarop de behoefte voorzien kan worden/ oplossing (huren of
kopen, type huis, ligging van het huis)
Afnemers (doel) groepen: groepen waarop de onderneming zich richt
Concurrentieniveaus
Behoefte concurrentie: concurrentie om de bestedingen door afnemers; keuzes maken
tussen het kopen van een keuken of een cruise maken; concurrentie is sterker bij crisis.
Generieke concurrentie: concurrentie in productalternatieven binnen een behoeften
categorie. Wonen: wonen in een huis, woonboot, tent etc.
Producttype concurrentie: concurrentie tussen verschillende typen/ uitvoeringen van een
product. Huizenmarkt: 2 onder 1 kap woningen en villa’s concurreren met luxe bungalows.
Merken concurrentie: concurrentie van merken op producttype niveau. Verschillende
aanbieders van het product. De Hypotheker concurreert met Hypotheek Visie.
Marketingmodellen (Om marketingstrategie uit te voeren/ tot succesvolle verkoop komen)
Marketingmixmodel: de vier P’s moeten in onderlinge afstemming bewerkt worden
3R-model: voor reputatiemarketing, het bedrijf moet een reputatie opbouwen
4C-model: Customer solution, cost to customer, convenience, communication
SIVA-model: Solutions, Information, Value, Access; nadenken over oplossingen
,Marketingmixmodel:
1. Product: imago, kwaliteit, eigenschappen, service, assortiment
Het gaat niet alleen om het product zelf maar ook over de eigenschappen van het product!
Functionele, psychologische en sociale voordelen
Tangible product= fysiek product
Augmented product= fysiek product met diensten (services)
2. Prijs: korting, prijsstelling, acties, betaalmethoden
De prijs is het bedrag dat de koper voor het product of de dienst moet betalen
Bedenk de verkoopprijs in relatie tot de doelgroep!
Kostengebaseerde prijsstelling: productiekosten is minimale prijs plus winstpercentage
Concurrentie Gebaseerde prijsstelling: prijzen van de concurrent zijn het referentiepunt
Waardegebaseerde prijsstelling: waardeperceptie van de afnemer wordt ingezet als
prijszetting
3. Plaats: distributie, customer journey, verkoopkanalen
Plaats wordt ook wel distributie genoemd. Het gaat er hierbij namelijk om hoe het product bij
de consument terecht komt, dus via welk distributiekanaal
Fysieke distributie: de supply chain
Marketingactiviteiten uitgevoerd door partijen in het marketingkanaal
Welke kanalen inzetten: Single channel marketing, multi channel marketing en cross channel
marketing.
4. Promotie: reclame, PR, sales
Promotie bestaat uit alle activiteiten die bedoeld zijn om met de markt te communiceren en
hierdoor de verkoop van het product bevorderen.
Kennis (cognitie)
Gevoel (affectie, emotie)
Actie (Conatie of gedrag)
Steeds meer online/ digitaal. Denk aan reclame, PR, merchandise en joint venture.
5. Personeel: of het personeel goed is opgeleid en vriendelijk is
Personeelsbeleid, aannamebeleid, carrièrekansen en cultuur
Het personeel speelt in de dienstenmarketing een belangrijke rol. De kwaliteit van het
personeel is essentieel bij de beleving van het productaanbod door de klant. Goed personeel
is efficiënt en klantgericht. Je moet je kunnen inleven in de klant.
Maar bij de marketingmix ligt de focus voornamelijk op het personeel dat contact heeft met
de klant.
3R (De stappen die gezet moeten worden om in de ogen van de klant succesvol te zijn)
Reputatie
Relatie
Ruil
4C- model (voor klantgerichte marketing, ontwikkeld als alternatief voor het 4P-model,
klantgericht in plaats van productgericht)
Product= Customer solution
Prijs= cost to the consumer
Plaats= convenience
Promotie= communication
, Hoofdstuk 2 - Buist
Bij de strategische analyse brengt de onderneming de risico’s vanuit de interne omgeving en
de externe omgeving in kaart (Daarna langetermijnplannen uitstippelen)
Interne omgeving: onderdelen en middelen van de onderneming zelf
Externe omgeving: alles wat niet tot de onderneming behoort
Strategisch planningsproces:
1. Vaststellen van de missie van de onderneming
2. Bepalen van de ondernemingsdoelen
3. Ontwerpen van een goede samenstelling van de ondernemingsactiviteiten
4. Toewijzing van de juiste middelen op de juiste momenten
Mission statement (Wanneer is deze goed) In het algemeen is deze:
Richtinggevend
Uitdagend
Niet te vaag maar ook niet te ver uitgewerkt
De missie vormt als het ware de identiteit van de onderneming. Daarnaast zal er gewerkt
moeten worden om resultaten te bereiken. Daarom moeten vanuit de missie bij de
onderneming passende doelen geformuleerd worden: door strategieën en tactieken in te
zetten.
Doelen moeten SMART geformuleerd worden:
Specifiek: duidelijk omschreven, zodat er geen misverstand is
Meetbaar: aangegeven in getallen, zodat later gecontroleerd kan worden of de
doelen bereikt zijn
Acceptabel: iedereen in de onderneming moet achter de doelen staan
Realistisch: de meetlat mag niet te hoog, maar ook niet te laag liggen
Tijdsgebonden: aangeven wanneer de doelen bereikt moeten zijn
De onderneming kent een hiërarchie van doelen namelijk:
Ondernemingsdoelen: hebben betrekking op de onderneming zelf (winstcijfers en
groeicijfers)
Marketingdoelen: zijn doelen te bereiken in de markten die de onderneming
bewerkt; zoals marktaandelen
Instrumentdoelen: hebben betrekking op de instrumenten die de onderneming in
haar marketingbeleid inzet (kan betrekking hebben op de 4 p’s)
Interne analyse
Doel? De sterke en zwakke punten van de eigen onderneming inzichtelijk maken. Hierbij
gaat het om het in kaart brengen van de interne bedrijfsomgeving of micro-omgeving.
Allereerst worden de resultaten bekeken van de tot nu toe gevolgde strategie, bijvoorbeeld
aan de hand van gerealiseerde winst, afzet of marktaandeel. Er wordt dus bekeken wat de
onderneming van plan was, wat ze gedaan heeft en wat het resultaat hiervan is geweest. Er
kan worden gekeken of het beleid aanpassing nodig heeft, hoe de onderneming
georganiseerd is en de kwaliteit van de medewerkers. Resultaat= overzicht waarin de
sterkten en zwakten van de onderneming staan opgesomd.
Arbeidsverdeling: het geheel functioneert pas goed als er sprake is van duidelijke
coördinatie.
Managementstijlen: management by objectives (sturen op doelstellingen) en management by
exception (sturen op afwijkingen)