Inleiding recht
Hoofdstuk 1: het Recht
1.1 Vele alledaagse gebeurtenissen worden door het recht bepaald en bijna iedereen
heeft dagelijks met het recht te maken. Voorbeeld: Wie zijn boodschappen doet
en achteraf niet tevreden is over zijn aankopen, krijgt te maken met het recht.
Kan hij zijn geld terugvragen aan de verkoper, of had hij zelf – voordat hij zijn
aankoop deed – beter uit moeten kijken?
1.2 Wat is het doel van het recht? Vaak gaat het dan over wat men inhoudelijk met
het recht wilt bereiken. Het recht word gezien als een belangrijke instrument om
de samenleving te beïnvloeden. Wat het recht moet bereiken, welk doel wordt
nagestreefd, is een zaak van politieke keuzes. Bij het vaststellen van
rechtsregels moeten voortdurend inhoudelijke keuzes worden gemaakt, waardoor
woorden als ‘’rechtvaardigheid’’ en ‘’bescherming van de zwakken’’ handen en
voeten krijgen. Doordat de rechtsregels door het politiek worden bepaald
verschilt het per land dus ook. Juridische schrijvers noemen als belangrijkste doel
van het recht: het ordenen van de samenleving en het geven van regels om
conflicten op te lossen zodat de orde kan terugkeren. Mocht er ooit een
meningsverschil ontstaan tussen bv verkoper en koper dan geeft het recht regels
om het conflict op te lossen. Het recht is het geheel van overheidsregels dat de
samenleving ordent
1.3 Om enige ordening aan te brengen in de enorme massa juridische regels word
het recht ingedeeld in verschillende onderdelen, die rechtsgebieden worden
genoemd.
Staatsrecht= ‘’de overheid in ruste’,’ Het staatsrecht geeft grondregels voor de
organisatie van de Staat. Bv: regels over de 2 de kamer, regering, onderlinge
verhouding, rechten burgers enz.
Bestuursrecht= ‘’de overheid in aktie’’ , Het bestuursrecht geeft de regels over de
bestuurstaak van de overheid. Bv: zorg voor onderwijs zorg enz. Het bestuursrecht
geeft regels voor de uitoefening van deze veelzijdige bestuurstaak. De overheid komt
met de burgers in aanraking ( bv: vergunning voor bomenkappen ) . Wat de overheid
in dit soort contacten wel en niet mag doen staat dan in de bestuursrecht. Daarnaast
biedt het bestuursrecht burgers recht op bezwaar en beroep als ze zich tegen
handelingen of besluiten van de besturende overheid willen verzetten.
Strafrecht= typerend is dat het verboden gedragingen beschrijft waarop straf staat.
Wie zich toch schuldig maakt, kan door de rechter bestraft worden. In het strafrecht
spelen politie, openbaar ministerie en de rechter een belangrijke rol. Politie -> spoort
strafbare feiten op. Openbaar ministerie -> kijken of verdachten vervolgd worden.
Rechter -> bewijs beoordelen of diegene strafbaar is, en welke straf er moet worden
opgelegd.
, Burgerlijk recht= Het regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling.
Verschillende onderdelen:
- Personen en familierecht: Familierechtelijke verhoudingen (huwelijk..)
- Vermogensrecht: de rechtsbetrekkingen geregeld die op geld waardeerbaar
zijn. Alle rechten waaruit een vermogen is opgebouwd, en beschrijft de
rechten en plichten die uit die vermogensrechten voortvloeien. (koopsom..) (er
bestaat ook nog erfrecht binnen het vermogensrecht, wat er gebeurd met het
vermogen van een overledene)
- Rechtspersonenrecht: Rechtspersonen zijn eigen organisaties/ bedrijven met
een eigen vermogen
(Het burgerlijk recht word ook wel civiel recht of privaatrecht genoemd)
Het recht kan niet alleen worden ingedeeld naar rechtsgebied, maar ook naar
onderwerp: vreemdelingenrecht, jeugdrecht, ondernemingsrecht enz.
Rechtsgebieden= staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, burgerlijk recht.
1.4 Een andere indeling van het recht is gebaseerd op de specifieke rol van de
overheid in het rechtsgebied. Publiekrecht= als de overheid een geheel eigen
taak of positie in een bepaald rechtsgebied heeft.
Publiekrecht= staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht, privaatrecht= burgerlijk recht,
verhoudingen tussen burgers onderling.
1.5 Materieel en formeel recht
Materieel recht= beschrijft rechten en plichten van mensen en instellingen.
(verbod)
Formeel recht= wordt pas van belang als materiele rechten geschonden worden
of als er een redelijk vermoeden bestaat dat een dergelijke schending heeft
plaatsgevonden. (handhaving) -> Het formeel recht geeft namelijk antwoord op
de vraag wat er kan worden gedaan tegen schending van een recht of een plicht
uit het materieel recht. Het formeel recht beschrijft hoe het materieel recht
gehandhaafd wordt. Formeel recht is vooral procesrecht.
1.6
Nationaal recht= Regels op het grondgebied van eigen land.
Internationaal recht= Regels tussen verschillende lidstaten (vaak in verdragen). Het
beschrijft de rechtsrelaties tussen staten onderling.
Objectief recht= Rechtsregels die we bijvoorbeeld in wetten en verdragen vinden.
Subjectief recht= De rechten en bevoegdheden die mensen aan dit objectieve recht
ontlenen.