Samenvatting RETAILMARKETING
Retail omzet monitor formule vereenvoudigd
1. Detailhandelsfuncties van quiks
Detailhandel = dat gedeelte van de totale economische bedrijvigheid dat zich bezighoudt
met de verkoop van goederen direct aan consumenten.
Oude functies van de detailhandel was ‘het herverdelen van de goederenstroom van de
producent in de tijd: gaat over de voorraadfunctie van de Retail: het overbruggen van de
periode tussen het gereedkomen van de productie bij de producent en het tijdstip van
aanschaf door de consument
Andere functies: herverdeling naar plaats: betreft de geografische distributiefunctie. De
plaats van productie is zelden dezelfde als de plek van de consumptie. De goederen moeten
uiteindelijk naar de ‘vraag’ worden gebracht
Herverdeling naar hoeveelheid: heeft te maken met het oplossen van de verschillen tussen
de outputhoeveelheid bij de producent en de inputhoeveelheid bij de consument.
Logistiek, verkoop, communicatie, inkoop, promotie, opslag, financiering.
2. Voorwaartse integratie
Voorwaartse integratie = het je eigen maken van de retailactiviteit als fabrikant. Een
fabrikant schuift als het ware op in de waardekolom, is niet langer enkel fabrikant, maar
wordt ook retailer door zelf de verkoop van zijn goederen aan de consument op zich te
nemen via winkels of online.
Voorbeelden: The Body Shop, Levi’s, Mango, Rituals en ZARA.
3. Wheel of retailing
Er zijn vier ontwikkelingstheorieën in de literatuur over de detailhandel, een daarvan is de
Wheel of Retailing.
Gaat ervan uit dat elke vernieuwing in de retail ontstaat door de toetreding van
prijsagressieve specialistische nieuwelingen. Het heeft 4 gedeeltes.
- Eerste: retailers met een lage prijzenstrategie, met lage marges en een bijpassende
uitstraling. Imago wordt als laag omschreven. Lage reputatie.
- Tweede: volgens de theorie zou naderhand de retailers gedwongen worden om als
gevolg van stijgende kosten, het assortiment te verbreden, te upgraden en ten slotte
te specialiseren in het duurdere segment.
Hoge prijs, hoge marge, hoge reputatie.
- Derde: nog een hoge prijs en een hoge marge + gerenommeerd.
- Vierde: als een nieuwe uitdager de markt binnenkomt heeft het dezelfde kenmerken
als box 1.
Ook wel: “de natuurlijke manier van het volwassen worden van een retailorganisatie”.
Doordat mensen de drang hebben om door te groeien bij de start van hun bedrijf, maar dan
nog weinig geld hebben, daardoor ontstaat er aan de onderkant van de markt weer een
nieuwe plek van de markt. Ze creëren hun eigen concurrenten.
4. Attractiekracht en marketingmix
,Externe marketingmix = gericht op het wekken van de belangstelling van de formule.
Naamsbekendheid en imago. Hij is erop gericht om de attractie tot stand te brengen.
Externe marketingmix bestaat uit:
- Publiek
- Plaats
- Prijs
- Promotie
Interne marketingmix = gericht op het omzetten van de opgewekte belangstelling in feitelijk
koopgedrag. (13.7 ?)
Verzorgingsgebied x opkomstindex
beïnvloeden met externe marketingmix
5. Clicks and bricks (1.5)
Het gaat hierbij om de transactiematrix. De transactiematrix is een matrix die aansluit op de
transactiedriehoek, waarbij het gaat om de kosten van retail en of die gaan verdwijnen of
niet. Wanneer de kosten van producent retail consument duurder zijn dan producent
consument zal de retail waarschijnlijk verdwijnen, dit worden de transactiekosten
genoemd.
Nu is het zo dat bij die transactiekostendriehoek ook een transactiekostenmatrix gemaakt is.
Waarin de veronderstelling van de komst van het internet kan leiden tot andere
samenstellingen van de distributiekosten in de retail. De mogelijke combinaties worden bij
elkaar afgezet.
- Bricks and mortar Bedreigde detailhandel: winkels die op termijn hun omzet zien
dalen ten gunste van het marktaandeel van e-retailers. Denk bijvoorbeeld aan
muziek, video, reizen, boeken.
- Versterking direct marketeers: vormt geen directe bedreiging voor de detailhandel.
- Clicks and order Cybermediars: nieuwe mogelijkheden ontstaan voor de Retail
distributiesystemen die via het internet goederen aanbieden en respectievelijk vraag
en aanbod op elkaar afstemmen.
- Clicks and bricks hybride (publieke organisatie die ook op de markt actief is)
ondernemingen die vanuit de gevestigde retail een internetverkoopkanaal opstarten
of pure players die vanuit een bestaand internetkanaal ook fysieke winkels gaan
bouwen of zelfs fabrikanten die het hele spectrum gaan afdekken.
Bijvoorbeeld: Apple, eigenlijk een fabrikant/merk, verkoopt rechtstreeks via internet,
heeft eigen winkels en heeft vooral distributie via traditionele en onlineretailers.
6. Winkelcompas (11.5)
Draait om de retail W’s. bestaat uit 5 cruciale punten. De 5 W’s zijn voor de consument
helder waarneembare factoren die ook door die consument prima te beoordelen zijn met
bijvoorbeeld rapportcijfers of met scores op een vijfpuntsschaal. Het gaat erom dat de klant
niet alleen meer opzoek is naar een bepaald product voor een bepaalde prijs, maar nu op
zoek is naar de complete oplossing voor een product.
- Waar
Goede locatie. Bereikbaarheid, lay-out, hoe de winkel is ingedeeld.
- Wat
, Een goed assortiment, veel vernieuwing en een goed aanbod van merken. Het
zoeken van de consument naar oplossingen. De retailer behoort dan de oplossing te
hebben waarmee de klant daadwerkelijk zijn behoeften zijn vervuld.
- Waarde
Ook wel de P van prijs in de 5 marketing P’s. Het gaat hier om de prijs-
kwaliteitverhouding.
- Wie
Het gaat om meer dan alleen het inzetten van klantvriendelijk en/of deskundigpersoneel.
Het gaat ook om het verlenen van een goede service. Winkelsfeer. Goed opgeleid personeel.
Hoe gaat de werknemer om met klachten e.d.
- Waarom
Wat zijn de redenen om bij een bepaalde retailer wel of niet te kopen. Een combinatie van
alle vorige W’s maar dan meer. Kan worden beïnvloed door promotie en communicatie.
Het winkelkompas laat zien dat een winkelformule zich op vijf onderdelen kan
onderscheiden van de concurrent. Retailers kunnen zien waar ze staan en waar ze een
verschil willen creëren.
Hoe verder een retailer op een van de hoeken van het winkelkompas gaat zitten, hoe meer
de retailer zich onderscheidt van de concurrent.
7. Algemeen retailing
Retailing = ‘Alle activiteiten van bedrijfshuishoudingen die zich richten op de directe afzet
van goederen en diensten aan consumenten, voor zover deze goederen en diensten betaald
worden uit het netto-inkomen van de consumenten’
Behoefte bevredigen.
Dat deel ven de economie dat zich bezighoudt met het rechtstreeks leveren van goederen en
diensten aan consumenten.
Retail bevindt zich altijd aan de onderkant van de bedrijfskolom en vormt de laatste schakel
in het proces van leveren van producten en diensten aan consumenten.
8. Omzetformule waarom in retail anders is dan normaal gesproken
Het normale omzetbegrip is in de retail minder zinvol, omdat in de retail veel verschillende
productmarkten wordt geopereerd. Elk van deze producten heeft zijn eigen prijs en kent zijn
eigen afzetformule.
9. Omzetformule
Omzet = VG × UB × BF × C × APK × GAP
VG = Verzorgingsgebied
UB = Unieke bezoekers
BF = Bezoekfrequentie
C = Conversie
APK = Artikelen per klant
GAP = Gemiddelde artikelprijs