Kinderopvang vanuit historisch perspectief
De eerste kinderopvang of ook wel bewaarplaats genoemd ontstond aan het
einde van de 19e / begin 20e eeuw.
Het ontstaan van de KDV’s had alles te maken met de mensen die van het
platteland naar de steden verhuisden om daar werk te zoeken. Dit heeft alles te
maken met de industrialisatie die toen plaatsvond. Omdat er grote armoede heerste
moest niet alleen de vader van het gezin aan het werk maar ook de moeder. Dus
vooral kinderen van deze (arme)gezinnen gingen naar de kinderopvang. Het
brengen van je kind naar zo'n bewaarplaats werd destijds ook echt gezien als een
schande. Het moraal wat heel erg heerste in die tijd was dat het kind bij de moeder
thuis hoorde en wanneer je dus arm was kon dit niet. De bewaarplaatsen hadden
nog geen pedagogische bijdrage maar meer een voeding en hygiënische bijdrage,
dus kinderen kregen eten en werden schoon gehouden. Omdat er zo'n schande
heerste voor deze plekken waren er zelfs doorgeefluiken waar moeders hun
kinderen in konden leveren.
De hygiëne binnen deze bewaarplaatsen was erg slecht. Een groep van rijke dames
trok de conclusie dat deze plekken ook wel ‘holen van mensenverdierlijking’ en
‘pestholen’ leken. Het was er dus erg vies. Een aantal rijke dames vonden dat hier
iets aan moest worden gedaan en dat ze de ouders met vieze kinderen eens
moesten laten zien hoe het wel moest. Femina Muller (1872) nam hierin de leiding
en richtte de“Vereeniging tot Verbetering der Kleine Kinderbewaarplaatsen” op. Ook
kwam er wat subsidie vrij om deze plaatsen te verbeteren/te ontwikkelen ten aanzien
van voeding en hygiëne.
Helaas werd deze kwaliteitsverbetering een halt toe geroepen toen begin 20e eeuw
in de jaren 30 de economische crisis uitbrak. Deze crisis leidde tot veel
werkeloosheid onder zowel mannen als vrouwen. Het gevolg daarvan was dat veel
van die gesubsidieerde kinderbewaarplaatsen moesten sluiten. Ook kwam het voor
dat de moeder bijvoorbeeld wel werk had maar de vader niet en dan alsnog gingen
de kinderen naar de bewaarplaats als deze open was. In die tijd was het namelijk
absoluut niet de taak van de vader om op de kinderen te passen. Na de crisis jaren
in de jaren 30 kwam daar ook nog eens de tweede wereldoorlog bovenop. De
mannen gingen naar het front en de moeders moesten dus werken. Die kinderen
gingen dus naar de bewaarplaatsen wat er eigenlijk voor zorgde dat veel van die
kinderen daardoor de oorlog hebben overleefd omdat er daar wel voedsel was.
20e eeuw
, Na de oorlog brak er een periode van welvaart aan en dat had ook gevolgen voor de
bewaarplaatsen. In de jaren 60 werden de bewaarplaatsen ook wel kinderopvang of
crèche genoemd. Hier kwam het pedagogische gedeelte dus meer in zicht. Dus er
werd niet meer alleen gefocust op voeding en hygiëne maar ook op de
pedagogische doelstellingen.
De belangrijkste eerste ontwikkeling na de tweede wereldoorlog waren de Dolle
Mina's (feministen). Zij wilden zich niet meer schuldig voelen wanneer zij er voor
kozen om ook te gaan werken en zich net zo te ontwikkelen als de man. Er waren
ontwikkelingen zoals: de pil, het minimumloon, bijstandsuitkeringen, een
echtscheiding aanvragen, kinderbijslag, zwangerschapsverlof. Ook deed de
gehechtheidstheorie zijn intrede. Deze theorie lag enorme nadruk op het emotionele
welzijn van het kind. Dus het kind was niet alleen fysiek fragiel (eten en hygiëne)
maar ook psychisch fragiel. De gehechtheidstheorie stond dus haaks tegenover de
feministen omdat zij juist meer vrijheid wilden wat betreft werken en de theorie juist
zegt dat het kind in het eerste jaar veel bij de moeder moet zijn.
Een andere belangrijke ontwikkeling die plaatsvond in het tweede gedeelte van de
20e eeuw was het ontstaan van de peuterspeelzalen. De PSZ was iets anders dan
het KDV. Door de beperking van het aantal kinderen per gezin (de pil) werd het voor
kinderen steeds lastiger om met leeftijdsgenootjes in contact te komen. In 1965
werden deze PS zalen nog vrijwillig gerund. Het was zo’n succes dat in het jaar 1975
de overheid ging bijdragen. Een andere belangrijke ontwikkeling was het ontstaan
van de VVE in begin jaren 90 - begin 21e eeuw. Het was bedoeld om kinderen in het
voorschoolse traject als het ware klaar te maken voor groep 1.
In de jaren ´80 en 90´ blijft het aantal werkende vrouwen stijgen. Dit zorgde voor een
enorme druk op de kinderdagverblijven. De overheid zag dit ook gebeuren en wilde
graag dat de vrouwen bleven werken want dit was goed voor de welvaart. Om de
capaciteit van de KDV te vergroten is er een beleid ontstaan die zorgde voor een
gezamenlijke verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid lag dus bij zowel de
ouders, als de overheid, als de werkgevers.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 19018576. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.