Een gedetailleerde samenvatting van het algemene recht met extra toevoegingen voor verduidelijking. Achterin toegevoegd een lijst met de benodigde wetsartikelen. De samenvatting heeft meerdere malen nut bewezen bij medestudenten.
Persoonlijk tentamencijfer: 8
l. ,.Samenvatting RECHT, 2019
Hoofdstuk 1
Vier functies van het recht:
Normatieve functie: Gedragsregels die door de brede lagen van de samenleving normaal
gevonden worden. Omvat niet alleen ethische normen, maar ook rechtsnormen. ‘Je
vermoordt geen mensen etc.’
Rechtsnormen: gehandhaafde maatschappelijke gedragsregels
Geschiloplossende functie: In onze samenleving kennen we een rechterlijke organisatie (de
rechterlijke macht, op de tweede plaats ook wel de geschiloplossende functie van het recht
genoemd.
Additionele functie: De aanvullende functie. Het biedt een rechtsregel als partijen vergeten
zijn op een bepaald punt afspraken te maken (gaat meestal over onvoorziene
gebeurtenissen). Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak vóór en is de wettelijke
regeling niet meer van toepassing.
Instrumentele functie: Een goed voorbeeld hiervan is het verkeersrecht. Het omvat zaken
die niks met een bepaald normbesef te maken hebben. Auto’s rijden rechts, ‘zo doen wij het
en niet anders’.
Doordat recht zoveel te maken heeft met het maatschappelijke leven, is het van groot
belang dat we weten waar we onze rechten kunnen terugvinden. We spreken in dit verband
van rechtsbronnen.
Rechtsbronnen:
De wet
Het verdrag
De jurisprudentie
De gewoonte
De wet
Privaatrecht: Het civiele recht/ burgerlijk recht. Onderstaand, de rechtsgebieden die
worden toegekend aan het privaatrecht.
Het personen- en familie recht: Omvat zaken als geboorte, huwelijk en
echtscheiding etc. Veel van dit recht treffen we in het Burgerlijk Wetboek (BW) boek
1.
Het vermogensrecht: Omvat alle geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn. Bij het vermogensrecht
worden vaak zaken behandelt waarbij schade aan een ander is aangedaan (denk aan
schadeverhalen, het aansprakelijk stellen van). Burgerlijk Wetboek (BW) 3, 5 en 6.
, Ondernemingsrecht: Regelt alles wat bedrijven en ondernemingen betreft.
Ondernemingsrecht wordt teruggevonden in Boek 2 (BW).
Burgerlijk procesrecht: Omvat privaatrechtelijke geschillen. Het recht van een
persoon om naar de rechter te stappen.
Procederen: Naar de rechter gaan om een geschil te beslechten (op te lossen)
Wetten die vallen onder ondernemingsrecht: Handelsnaamwet, Handelsregisterwet en de
Faillisementswet.
<---------------------------------------------------------------------------------------->
Publiekrecht: Regelt zaken tussen burgers en de overheid.
Strafrecht: Het actief optreden bij overtredingen van de opgestelde normen. Uitgevoerd
door de staat (Het Openbaar Ministerie (OM)).
Monopolypositie: De staat beschikt over een monopolie positie wat betreft het
strafrecht. Alleen het OM kan tot vervolging van strafbare feiten overgaan.
Monopolie: Wordt door slechts één aanbieder aangeboden/voltrokken.
Staatsrecht: Regelt grofweg de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel (Nederland is
een Democratische rechtsstaat) wordt vormgegeven en de invloed die burgers daarop
kunnen uitoefenen.
Staatsbestel: De wijze waarop het bestuur van een staat is georganiseerd. In
Nederland, de eerste en tweede kamer, de regering, verkiezingen en de
totstandkoming van wetten.
Grondwet: Hierin staan de basisregels van ons staatsbestel opgesomd.
Organieke wetten: Hebben betrekking op de Staat, het staatsbestel.
Bestuursrecht: Het recht over het handelen van het openbare bestuur. Heeft betrekking op
de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de
maatschappij. Het ‘controleren’ van interne zaken binnenin de samenleving.
Algemene wet bestuursrecht (Awb): Is een Nederlandse wet die de algemene regels
bevat voor de verhouding tussen de overheid en de individuele burgers, bedrijven en
dergelijke. Dit gebied heet het bestuursrecht.
, I-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------I
(Nu we een globaal beeld hebben van de wetten die bij een bepaald rechtsgebied horen,
kunnen we een volgende vraag met betrekking tot de wet aan de orde stellen)
Wie zijn bevoegd wetten uit te vaardigen?
Nationale wetgever: Centraal niveau. Bestaande uit de Staten-Generaal (eerste- en de
tweede kamer) en aan de andere kant de regering.
Docentrale wetgevers: Provinciaal en gemeentelijk niveau. De door de docentrale
wetgevers opgestelde regels noemt men geen wetten, maar een ‘verordening’. De
Provinciale Staten zijn bevoegd om verordeningen in hun provincie op te stellen. De
gemeenteraad is bevoegd een verordening voor haar gemeente op te stellen.
Andere instanties: Er zijn ook andere instanties die ‘wetten’ op mogen stellen. Denk hierbij
aan de waterschappen. Deze ‘wetten’ worden vaak keuren genoemd.
(We weten nu dat er verschillende organen zijn die wetten en verordeningen maken. Hierin
kunnen we een rangorde aanbrengen waarbij drie regels gelden)
Rangorde tussen wetgevende organen
Hogere regels gaan boven lagere regels: Denk hierbij aan een gemeentelijke
verordening die in strijd is met een provinciale verordening. De gemeentelijke
verordening zal dan onverbindend worden verklaard.
Bijzondere regels gaan boven algemene regels: Meestal bijzondere overeenkomsten,
zijn aangesteld door de nationale wetgever.
Jongere regels gaan boven oudere regels: Zijn twee wetten van gelijk niveau met
elkaar in strijd, dan zal de rechter de meest recente toepassen.
I------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------I
Onderscheid wetten
Wetten in formele zin en in materiële zin.
Wet in formele zin: Een wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen door de
regering en de Staten-Generaal, dus de nationale wetgever.
Wet in materiële zin: Een wet in materiële zin is een besluit van een daartoe bevoegd
orgaan dat algemeen verbindende voorschriften bevat (avv). Deze zijn vaak niet specifiek
bedoeld, maar hebben belang bij allerlei burgers.
(Algemeen verbindend voorschrift: Bevat algemeen verbindende rechtsnormen oftewel
rechtsregels. De aanduiding ‘algemeen’ geeft aan dat de maatregel niet op een specifiek
geval is gericht, maar belang heeft voor allerlei burgers.)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mathijsmcvh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.