Hoofdstuk 2 van investerings- en financieringsbegroting naar openingsbalans
2.1 De investeringsbegroting
- Feitelijk is een investeringsbegroting niets meer en minder dan een overzicht waarin we
willen investeren. Dit betekent dat staat beschreven welke zaken worden aangeschaft die
een langere periode mee gaan, dat wil zeggen langer dan één jaar dan wel één seizoen.
Naast gebouwen kunnen dat ook machines zijn. Ook wordt er geïnvesteerd in zaken die
maar tijdelijk zijn, dat wil zeggen die gaan maximaal één jaar of één seizoen mee. Tenslotte
wordt het geld waar je direct mee kan betalen de liquide middelen genoemd. Denk aan geld
in de kassa of het geld dat op een betaalrekening staat.
2.2 De financieringsbegroting
- De financieringsbegroting geeft weer waar je het geld, dat je gaat investeren, vandaan
komt. Is het van jezelf (eigen vermogen) of heb je het geleend (vreemd vermogen).
- Het vreemd vermogen lang heb je geleend durende een langere periode, vaak meer dan
een jaar (vijf of tien jaar) denk hierbij aan een hypotheeklening
- Het vreemd vermogen kort is een lening die een kortere looptijd kent, bijvoorbeeld rood
staan gedurende drie maanden bij de bank, maar het kan ook zo zijn dat een leverancier al
wel de spullen levert, maar nog niet de rekening heeft gestuurd
- vlottende activa: dan heb je spullen al wel in je bezit, maar heb je nog niet betaald, het is
eigenlijk gefinancierd door de leverancier en heb je dus een kortlopende schuld
- de gouden balansregel: de vaste activa moet minimaal gedekt worden door het
langlopende (eigen en vreemd vermogen)
- Het terugbetalen van de lening: het aflossen enerzijds en anderzijds de kosten die gemaakt
worden om te kunnen lenen (deze kosten worden ook wel rente- of interestkosten genoemd
- Kortlopend vreemd vermogen biedt een grotere flexibiliteit. Echter dit vermogen is over
het algemeen duurder (hogere rente) en brengt meer risico met zich mee: snel
veranderende voorwaarden en rente
2.3 De openingsbalans
- Openingsbalans: de investeringsbegroting en de financieringsbegroting samen (naast elkaar
leggen)
- balans: Een balans is een overzicht, waarop men kan zien van waar men gelden vandaan
heeft en waaraan men het besteedt. De balans is als het ware een financiële foto van een
organisatie, waarop af te lezen is hoe de organisatie ervoor staat.
- Een openingsbalans is een balans gemaakt op een moment vóór de opening/start van de
activiteiten van die organisatie.
2.4 De samenstelling van de balans
- Links van de balans staat vermeld waar het geld is in geïnvesteerd (debetzijde of actiefzijde
van de balans)
- Rechts staat vermeld waar de gemiddelden vandaan komen. Dit noemen we de creditzijde
of passiefzijde van de balans
,Links van de balans (debet/ actiefzijde):
- Vaste activa: Zaken die niet bestemd zijn om direct (binnen een jaar) verkocht te worden
(gebouwen, machines en auto’s)
- Vlottende activa: zaken die snel weer in geld moeten kunnen worden omgezet: voorraden,
hier worden ook de liquide middelen ondergebracht
Rechts van de balans (credit/ passiefzijde)
- Eigen vermogen/aandelenkapitaal en reserves
- Voorzieningen
- Langlopende schulden: gelden die aan de organisatie tijdelijk vertrekt voor langere periode:
hypotheek
- Kortlopende schulden: gelden van derden waarover kort kan worden beschikt: crediteuren
en bankkrediet
Een aantal posten aan de activa of debetzijde die toelichting behoeven:
- De totale zijden moeten altijd hetzelfde eindbedrag vertonen, omdat beide zijden over
hetzelfde geld gaan. Links waarvan het besteed is en rechts waar het vandaan komt.
- Deelnemingen zijn gelden die in andere organisaties zijn gestoken. Zo kan meer dan 5%
aandelen van een organisatie aangekocht zijn om zo invloed op die organisatie te kunnen
uitoefenen. Ook kan men naast deelnemingen ook andere waardepapieren kopen van een
bedrijf op de lange termijn. Al deze zaken worden financiële vaste activa genoemd. Over het
algemeen vindt dit plaats in grotere organisaties
- Immateriële activa zijn vaste activa die niet tastbaar zijn. Een voorbeeld hiervan is de
goodwill: dit is een bedrag dat men betaald boven de overname van een bedrijf, dus de
meerprijs boven de waarde van een bedrijf volgens de cijfers in de boeken.
- Debiteuren zijn afnemers van de organisatie die nog moeten betalen
- Transitoria zijn opbrengsten of kosten waarvan de daadwerkelijke ontvangst of betaling
niet plaats vindt in de periode waarop de opbrengst en/of kosten betrekking hebben (zgn.
voorgeschoten betalingen, vooruit ontvangen bedragen of nog te betalen/ontvangen
bedragen). Transitoria kunnen zo wel aan de passiva zijde als aan de activa zijde van de
balans. Nog te betalen kan beschouwd worden als een schuld en staat dus aan de passiva
zijde
Een aantal posten aan de passiva of creditzijde die toelichting behoeven:
- Aandeel: Is er sprake van een besloten of naamloze vennootschap dat geeft men aandelen
uit. Aandelen zijn eigendomsbewijzen. Die aandelen worden verkocht (de koper is dan dus
mede-eigenaar van de organisatie en het geld dat dit oplevert heet het aandelenkapitaal.
(Een aandeel is een post die we onder eigen vermogen zien staan)
- Reserves zijn gelden die men verkrijgt door bijvoorbeeld meer te krijgen/vragen voor
aandelen dan ze oorspronkelijk waard zijn (agioreserve)
- Winstreserve: de winst die men in een voorgaand jaar heeft gerealiseerd.
- Voorzieningen zijn gelden die achter worden gehouden voor gebeurtenissen die een keer
voorkomen, maar men weet nog niet wanneer en voor welk bedrag exact. Voorzieningen
, worden ook wel onder de kop vreemd vermogen lang geschaard, immers andere partijen
hebben recht op dat geld
- Crediteuren hebben al aan onze organisatie geleverd, maar ze hebben nog geen geld van
ons ontvangen. (Belastingdienst kan worden beschouwd als een crediteur)
- Commerciële balans: waardering volgens commerciële maatstaven, het gaat daarbij om de
commerciële winstbepaling
- Fiscale balans: in deze balans worden criteria gebruikt die door de belastingdienst zijn
vastgesteld en soms kunnen afwijken van wat bedrijfseconomisch een juister beeld zou
opleveren.
- Publicatie balans: sommige organisaties zijn verplicht een balans openbaar te maken. uit
concurrentieoverwegingen geeft een organisatie vanzelfsprekend niet alle gegevens vrijdag
- Interne balans: alleen voor intern gebruik en die afhankelijk van het doel wordt opgesteld.
Hoofdstuk 3: met meer begrotingen naar een financieel ondernemingsplan
3.1 De exploitatiebegroting
- De exploitatiebegroting is een overzicht over een bepaalde tijdsperiode. Veelal is dit een
jaar of een seizoen waarin de raming van de opbrengsten en de kosten over die periode
weergegeven. Ook wordt wel gesproken over een geprognosticeerde winst en
verliesrekening. Uit een dergelijke begroting blijkt het te verwachten financieel resultaat:
winst of verlies. Te berekenen door het verschil te bepalen tussen enerzijds de inkomsten en
anderzijds de kosten
3.2 Opbrengsten
-- De basisregel voor opbrengsten: de opbrengsten is gelijk aan de verkoopprijs per
product/dienst vermenigvuldigt met het aantal verkochte producten/diensten. De
verkoopprijs wordt dan meestal afgekort met p en de hoeveelheid afgekort met q
(kwantiteit)
3.3 Kosten
- Kostensoorten zijn de kosten ingedeeld naar soorten productiemiddelen die de kosten
veroorzaken
1) kosten van de inkoop, soms ook grondstoffen en hulpstoffen genoemd
2) kosten van de duurzame productiemiddelen (d.p.m.’s)
3) kosten van de arbeid
4) kosten van diensten van derden
5) kosten van financiering
6) kosten van belastingen en heffingen
- De inkoopkosten zijn de kosten die men betaalt voor producten die men vervolgens weer
kan verkopen
- De kosten van d.p.m.’s: ze worden veelal onderscheiden in afschrijvingskosten en
productie/bedrijfsvoering kosten. Het betreft hier kosten die samenhangen met de
duurzame zaken die een aantal jaren meegaan (vaste activa)
- Slijtage van activa: de activa wordt minder waard, door het gebruik en door veroudering
- Technische slijtage: Als de slijtage leidt tot minder of niet functioneren van de activa
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annadg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.