Samenvatting Misdaadanalyse en daderprofilering
2020-2021
Week 1:
- Boba Santos, Crime analysis with crime mapping. Chapter 1, 2,3,4 & 16
- Probleemgericht werken en de rol van criminaliteitsanalyse in 60 kleine stappen- Eysink et al
- Boba Santos, Crime analysis with crime mapping. Chapter 3,4 & 16
Week 2:
- Boba Santos, Crime analysis with crime mapping. Chapter 5,11,12,13,14 & 15
Week 3:
- Boba Santos, Crime analysis with crime mapping. Chapter 6,8,9 & 10
- Schaaik, J.G.J. & Kemp, J.J. van der (2009). Real Crimes on Virtual Maps, The Application of
Geography and GIS in Criminology. In H.J. Scholten, R.J. van de Velde & N. van Manen (Eds.),
Geospatial Technology and the Role of Location in Science (GeoJournal Library, 96) (pp. 217-
237).
Week 4:
- An Introduction to Crime Reconstruction in Criminal Profiling – Chapter 11 in Section 3 in
Turvey (2012) Criminal Profiling : An Introduction to Behavioral Evidence Analysis
- Foundations: Description and Classification, Canter & Youngs (2009) - Investigative
Psychology, Offender profiling and the Analysis of Criminal Action
- Finding actions and drawing profiles, Canter & Youngs (2009) - Investigative Psychology,
Offender profiling and the Analysis of Criminal Action
- Introduction Investigative Psychology, Canter & Youngs (2009) - Investigative Psychology,
Offender profiling and the Analysis of Criminal Action
- Interpreting Motive – Chapter 13 in Section 3 in Turvey (2012) Criminal Profiling: An
Introduction to Behavioral Evidence Analysis
Week 5:
- Woodhams, J., Bull, R., & Hollin, C.R. (2007). ‘Case linkage: identifying crimes committed by
the same offender’. In R.N. Kocsis (Ed) (2007). Criminal Profiling: International Theory,
Research, and Practice. Humana Press. Chapter 6. pp. 117-133.
- Kemp, J.J. van der (2014). Modus Via. Verfijning van Geografische Daderprofilering. Vrije
Universiteit Amsterdam. Boxpress Uitgevers. Hoofdstukken 1,2 (tot paragraaf 2.6), 4
Week 6:
- Kemp, J.J. van der (2014). Modus Via. Verfijning van Geografische Daderprofilering. Vrije
Universiteit Amsterdam. Boxpress Uitgevers. Hoofdstuk 5
- Kemp, J.J. van der (2014). Modus Via. Verfijning van Geografische Daderprofilering. Vrije
Universiteit Amsterdam. Boxpress Uitgevers. Hoofdstukken 2 (vanaf paragraaf 2.6), 3
- Problems with Non-scientific Profiling Models, hf 3 in Criminal Profiling, Developing and
Effective Science and Practice, (2006), Hicks & Sales, APA(PDF).
Week 7:
Geen literatuur.
1
,Week 1:
Crime analysis with crime mapping, chapter 1- Rachel
Boba Santos
De definitie van misdaadanalyse is als volgt:
Een beroep en proces waarin een reeks kwantitatieve en kwalitatieve technieken wordt gebruikt om
gegevens te analyseren die waardevol zijn voor politie-instanties en hun gemeenschappen.
Het omvat de analyse van misdaad en criminelen, slachtoffers van misdrijven, wanorde, problemen
met de kwaliteit van leven, verkeersproblemen en interne politieoperaties. De resultaten ervan
ondersteunen strafrechtelijk onderzoek en vervolging, patrouilleactiviteiten, strategieën voor
misdaadpreventie en -reductie, probleemoplossing en de evaluatie van de politie-inspanningen.
Er zijn drie hoofdvormen van informatie die misdaadanalisten gebruiken:
1. Sociodemografische informatie: Deze informatie bestaat uit karakteristieken van individuen
of groepen, bijvoorbeeld geslacht, ras, leeftijd en opleiding.
a. Individueel level> de informatie wordt gebruikt om verdachten en slachtoffers te
identificeren.
b. Groep level> de informatie wordt gebruikt om de karakteristieken van groepen te
bepalen en hoe die karakteristieken gerelateerd zijn aan criminaliteit.
Voorbeeld: sociodemografische informatie wordt gebruikt om een vraag als deze te beantwoorden: Is
there a white, male suspect, 30 to 35 years of age, with brown hair and brown eyes to link to a
particular robbery? Of: Can demographic characteristics explain why the people in one group are
victimized more often than people in another group in a particular area?
2. Spatiale informatie : Deze informatie staat centraal in het begrijpen van de oorsprong van
het probleem. Visuele weergaven van locaties van misdaad en wanorde (kaarten) en hun
relatie tot andere gebeurtenissen en geografische kenmerken zijn essentieel om de aard van
misdaad en wanorde te begrijpen. Er wordt dus gekeken naar de geografische patronen van
criminaliteit in situaties waar slachtoffers en daders elkaar in tijd en ruimte tegenkomen.
3. Temporele informatie: Misdaadanalisten voeren verschillende niveaus van temporele
analyse uit, waaronder onderzoek naar lange termijn trends van criminaliteit en wanorde
over meerdere jaren, per seizoen en per dag van de week en tijd van de dag
Het doel van misdaadanalyse is het ondersteunen van operaties van de politie. Deze
functies omvatten
- strafrechtelijk onderzoek, arrestatie en vervolging;
- patrouille activiteiten;
- misdaadpreventie en reductiestrategieën;
- probleemoplossing;
- en de evaluatie en verantwoording van de politie-inspanningen.
Zonder politie zou misdaadanalyse niet bestaan.
Crime mapping
Elke misdaadanalist gebruikt een crime mapping programma om de spatial nature of crime te
visualiseren.
2
,Geographic information system (GIS): Een GIS is een set computergebaseerde tools waarmee de
gebruiker wijzigingen, visualisaties, query's en analyses kan uitvoeren
geografische en tabelgegevens.
Deze combinatie van software tools maakt het mogelijk voor misdaadanalisten om criminaliteit op
verschillende manieren in kaart te brengen.
Een GIS doet meer dan gebruikers in staat stellen papieren kaarten te maken; het staat ze ook toe
de gegevens achter geografische kenmerken bekijken, verschillende kenmerken combineren, de
gegevens en kaarten manipuleren en statistische functies uitvoeren.
Crime mapping: Het proces waarbij een GIS wordt gebruikt om ruimtelijke analyses uit te voeren van
misdaad- en wanordelijkheden en andere politiegerelateerde kwesties.
Crime mapping heeft 3 functies binnen de misdaadanalyse:
1. Het vergemakkelijkt visuele en statistische analyses van de ruimtelijke aard van criminaliteit
en andere soorten gebeurtenissen.
2. Het stelt analisten in staat om andere gegevensbronnen te koppelen op basis van
gemeenschappelijke geografische variabelen (bijv informatie, schoolinformatie en
misdaadgegevens voor een gemeenschappelijke ruimte).
3. Het biedt kaarten die helpen bij het communiceren van analyseresultaten.
Historie
Wilson was de eerste die het woord misdaadanalyse gebruikte in 1963 in de USA. Zijn eerste ideeën
hierover heeft hij echter al eerder opgeschreven.
In de jaren ’70 werd het belang van de karakteristieken van criminele daden duidelijk, zoals waar ze
plaatsvinden. De echte misdaadanalyse werd georganiseerd in de jaren ’80 en ’90.
Crime mapping begon niet zoals de misdaadanalyse bij de politie, maar bij onderzoekers, al ver voor
de uitvinding van computers.
In de negentiende eeuw onderzochten Europese onderzoekers die de school van het denken
volgden, bekend als de cartografische school van criminologie, de criminaliteitsniveaus binnen
verschillende gebieden (regio's) en de relatie tussen deze niveaus sociologische factoren, zoals
sociaaleconomische status. De eerst kaarten werden toen al gemaakt.
In de USA ontstond dit pas in de jaren ’20.
Chapter 2: theoretical foundations of crime analysis
Het primaire doel van criminaliteitsanalyse is de politie te helpen bij het aanpakken van dagelijkse
criminaliteit en wanorde. Sociologische en psychologische theorieën die de grondoorzaken van
criminele activiteiten verklaren en daarbij op factoren wijzen zoals sociale desorganisatie,
persoonlijkheidsstoornissen en inadequaat ouderschap, zijn niet relevant voor criminaliteit analyse
omdat de politie weinig invloed heeft op deze grondoorzaken.
Politie, en criminaliteitsanalisten in het bijzonder, houden zich bezig met personen die er al voor
hebben gekozen om misdrijven te plegen, en politiepersoneel moet zich concentreren op hoe en
waarom misdaden in bepaalde situaties plaatsvinden om oplossingen te zoeken voor die
onmiddellijke problemen. Misdaadanalyse heeft dus theorieën nodig die uitgaan van een
gemotiveerde dader (criminologische theorieën), en niet van theorieën die verklaren waarom
individuen daders worden in de eerste plaats (strafrechtelijke theorieën).
3
,Environmental criminology
Deze theorie richt zich op de aspecten van een setting waarin criminaliteit plaatsvindt. In deze
specifieke settings kan routine gedrag plaatsvinden dat mogelijkheden creëert voor criminaliteit op
een systematische manier.
Voorbeeld:
Jane Doe’s wallet was stolen while she was working out at the gym; it was taken from her purse,
which was in her car in the gym’s parking lot.
Om te zorgen dat dit niet nog een keer gebeurd is het niet handig om te kijken waarom de dader de
portemonnee heeft gestolen, maar juist naar hoe de manier waarop Jane haar tas met portemonnee
achterlaat zorgt voor een mogelijkheid voor criminaliteit.
De kern van de theorieën die misdaadanalyse en policing helpen bij het begrijpen van
misdaadsituaties is het concept van de driehoek probleemanalyse (problem analysis triangle).
De kleine driehoek is het probleem, bijvoorbeeld inbraken. Daaromheen staan de benodigdheden
voor criminaliteit.
De grote driehoek laat zien hoe mogelijkheden kunnen worden beïnvloedt in de setting.
Aan elke kant van de grotere driehoek staan de soorten mensen of mechanismen die controle
kunnen tonen over slachtoffers / doelen, plaatsen en daders.
- Guardians zijn mensen die de mogelijkheid hebben om slachtoffers / doelen te beschermen
door over hen te waken of ze te verwijderen uit bepaalde settings (bijvoorbeeld de buren die
ook op jouw huis letten).
- Managers zijn mensen die verantwoordelijk zijn voor plaatsen, zoals hotels, winkels,
appartementsgebouwen en huizen. Ze stellen regels op en beheren de plaatsen. De feitelijke
regels, hoe ze worden gehandhaafd en de fysieke omgeving van de plaats hebben allemaal
invloed op de kansen op criminaliteit. Plaatsmanagers (bijv. De manager van een
winkelcentrum of school) zijn buitengewoon belangrijk bij het onderzoeken van kansen op
criminaliteit, omdat ze normaal gesproken een controlebereik hebben dat een groot aantal
mensen treft.
- Handlers zijn mensen die de potentiële overtreders kennen en zich in een positie bevinden
waarin ze toezicht kunnen houden en / of de acties van potentiële overtreders controleren
Een belangrijk aspect van het effect van de bovenste drie, is dat ze zowel anderen kunnen
ontmoedigen als aanmoedigen tot criminaliteit.
4
,Terug naar het voorbeeld> Jane Doe’s stolen wallet: Jane, as a guardian of herself and her property,
has left her purse unprotected by leaving it in her vehicle. The place is the parking lot, and the place
manager is the gym owner who controls the lighting in the parking lot, the number of security guards,
and the location of the parking spaces (e.g., in front of the gym vs. behind the gym where no one can
see them). Finally, the offender is someone who may be alone or with a friend (a handler) who
evaluates the situation and decides to steal the purse.
Rationele keuze theorie
Volgens deze theorie maken daders hun keuzes wat betreft criminaliteit gebaseerd op kosten en
baten. Dit suggereert dat als de juiste kans is, iedereen criminaliteit zal plegen. Dit suggereert ook dat
als de kosten te hoog zijn, dat individuen geen criminaliteit zullen plegen.
De rationele-keuzetheorie is nuttig voor misdaadanalyse en policing vanwege het belang van het
bepalen waarom groepen daders ervoor kiezen om bepaalde misdrijven systematisch te plegen. Voor
misdaadanalyse en policing is het belangrijker om gedragspatronen te begrijpen in plaats van slechts
een of twee individuele gebeurtenissen om een bredere impact op misdaad te hebben. Als daders
ervoor kiezen om criminaliteit te plegen op basis van de waargenomen risico's en de verwachte
beloningen van hun daden, kan een goed begrip van de percepties van daders politiebureaus en
gemeenschappen helpen maatregelen te nemen die de kansen op criminaliteit kunnen veranderen
en misdrijven kunnen ontmoedigen.
Crime pattern theorie
Deze theorie probeert te verklaren hoe mensen samenkomen in tijd en ruimte binnen crime settings.
Volgens deze theorie zullen criminele gebeurtenissen zich waarschijnlijk voordoen in gebieden waar
de activiteitsruimte (waar dagelijkse activiteiten plaatsvinden) van potentiële daders overlapt met de
activiteitsruimte van potentiële slachtoffers / doelwitten.
Routine activiteiten theorie
De theorie richt zich op hoe kansen voor criminaliteit veranderen op basis van gedragsveranderingen
op een maatschappelijk niveau.
Bijvoorbeeld> mensen gaan vaker weg van huis naar hun werk> minder guardians, meer
mogelijkheid voor inbraak.
Terug naar het voorbeeld:
Looking again at the example of Jane Doe’s stolen wallet, routine activities theory would argue that
new opportunity for crime was created when working out at a gym became popular in Jane’s
community and when many gym patrons developed the habit of leaving their wallets and/or purses in
their cars while they worked out for several hours. What is also important about the gym setting is
that offenders gain knowledge about victims’ behaviors because going to the gym is also part of their
own routine activities.
De opkomst van smartphones heeft ook veel meer mogelijkheden gecreëerd voor bepaalde vormen
van criminaliteit.
Law of crime concentration
Een belangrijk aspect van de environmental criminology is de ‘plaats’ uit de driehoek. Onderzoek laat
zien dat strategieën gericht op plaats effectiever zijn dan wanneer ze gericht zijn op mensen.
5
,Repeat victimization> dit is de herhaling van criminaliteit op dezelfde plaats of tegen dezelfde
mensen. Plaatsen en mensen die eerder door criminaliteit zijn beïnvloedt hebben een grotere kans
op herhaling daarvan.
Er zijn 4 vormen van repeat victimization
1. True repeat victims> dit zijn exact dezelfde personen of plaatsen die eerder het slachtoffer
zijn geworden. Bv. dezelfde bewoners wonen in hetzelfde huis, waar tweemaal is
ingebroken.
2. Near victims> dit zijn slachtoffers of doelen die fysiek dicht bij het oorspronkelijke slachtoffer
staan en kenmerken delen met het oorspronkelijke slachtoffer. Inbraak van meerdere
appartementen in dezelfde gemeenschap is een voorbeeld, niet alleen omdat ze zijn fysiek
dichtbij, maar ook omdat ze dezelfde deursloten en hetzelfde fysieke ontwerp kunnen
hebben.
3. Virtual repeats> dit zijn slachtoffers of doelwitten die vrijwel identiek zijn aan het
oorspronkelijke slachtoffer en enkele van dezelfde kenmerken delen. Elektronicawinkels met
dezelfde naam die het slachtoffer zijn in verschillende steden of staten, worden bijvoorbeeld
beschouwd als virtuele herhalingen omdat ze vergelijkbare, zo niet identieke winkellay-outs,
beleid en soorten eigendommen hebben.
4. Chronic victims> dit zijn personen die in de loop van de tijd herhaaldelijk het slachtoffer zijn
geworden van verschillende daders voor verschillende soorten misdrijven (bijv.
Mishandeling, beroving, diefstal). Dit wordt ook wel multiple victimization genoemd.
Er is ook nog near repeat victimization. Dit is een zeer specifiek type repeat victimization dat vooral
belangrijk is voor misdaadanalyse en valt onder het concept van herhaald slachtofferschap en de wet
van misdaadconcentratie. Near repeats worden gedefinieerd als niet-victimized plaatsen vlakbij
plaatsen die wel victimized zijn geworden.
Implicaties hierdoor bij misdaadanalyse zijn:
1. Misdaadanalisten moeten op zoek gaan naar aanvullende incidenten in hetzelfde gebied kort
nadat een inbraak heeft plaatsgevonden
2. Misdaadanalisten moeten clusters van kortdurende criminaliteit zoeken binnen
langetermijnclusters, maar ook in de rest van het rechtsgebied.
3. Criminaliteitsanalisten moeten bedenken dat dezelfde dader de misdaden pleegt binnen een
cluster van bijna herhalingen
De 80/20 regel (Pareto principe)>
Over het algemeen komt dit concept voort uit de observatie dat 80% van sommige soorten
uitkomsten het resultaat zijn van slechts 20% van de gerelateerde oorzaken.
Een groot deel van de overtreders richt zich herhaaldelijk op een klein deel van de mensen en
plaatsen, een klein aantal locaties is verantwoordelijk voor een groot aantal misdaadgebeurtenissen
en een klein deel van de overtreders is verantwoordelijk voor een groot deel van de overtredingen.
Situationele crime preventie
Situationele criminaliteitspreventie biedt specifieke maatregelen die de politie kan nemen om
criminaliteitsproblemen in lokale omgevingen aan te pakken op basis van de criminaliteitsanalyse van
die problemen.
In de volgende afbeelding zijn de technieken van situationele criminaliteitspreventie terug te vinden.
6
, Displacement> wanneer een criminaliteitsfenomeen verplaatst naar een andere plek of tijd of in een
andere vorm. Hiervan zijn 4 vormen:
1. Spatial displacement> De verschuiving van een activiteit van doelen in het ene gebied naar
die in een ander gebied. (waterbedeffect)
2. Temporal displacement> De verschuiving van een activiteit van het ene tijdstip naar een
ander tijdstip.
3. Target displacement> De verschuiving van de keuze van een slachtoffer/target naar een
kwetsbaarder slachtoffer/target.
4. Tactical displacement> De verschuiving van tactiek van de dader.
Diffusion of benefits> wanneer een vorm van criminaliteit volledig wordt geëlimineerd, heeft dat
effect op andere vormen van criminaliteit.
7