Business 2 week 1
Businessmodellen
Een businessmodel beschrijft de grondgedachte van hoe een organisatie waarde creëert,
levert en behoudt. De basis is bij iedereen hetzelfde. Het model is bij iedere organisatie
uniek.
Input, wat hebben we nodig – throughput (uitvoering), wat maken wij- output, wat levert
het op.
VB; School: docenten, geld, kennis – het overbrengen van kennis aan studenten –
gediplomeerde studenten.
Business model moet onderscheidend zijn. Waarom komt een klant specifiek bij mij en niet
een ander?
Red ocean strategy: organisaties die hetzelfde leveren aan producten en diensten. VB:
supermarkten.
Blue ocean strategy: bedrijf ontdekt een nieuwe markt of een nieuwe vraag creëert waar
weinig aanbod in is. Dienst of product is uniek.
,Het business model canvas
De 9 bouwstenen
Beschrijving van de werking van een organisatie. Je kan de belangrijke onderdelen
onderzoeken. Wat is je waarde, voor wie doe je dat, hoe verdien je je geld, waar geef je het
aan uit. <- dit soort vragen kan je dan beantwoorden.
Waardepropositie: kloppende hart. Belangrijkste onderdeel. Hoe lever je waarde aan de
klant?
Klantsegmenten: wie zijn onze klanten? Waar bestaat de klantengroep uit? onderverdeling
in de klanten.
Klantrelaties: ben je veel in overleg met de klant.
Kanalen: iets moois bedacht, maar hoe maak je dit kenbaar aan je klanten. Dit communiceer
je door bijvoorbeeld email, tv reclames, verkoper.
Resources (bezittingen): infrastructuur, gebouw.
Kernactiviteiten: wat doen wij nu eigenlijk? School: lesgeven.
Samenwerkingspartners: wie heb je nodig om je organisatie tot succes te maken?
Verdienmodel: kostenstructuur, wat voor kosten brengt dit mee?
Inkomstenstromen, hoe komen we aan ons geld?
Linkerkant input
Midden throughput
Rechts output
Doe dit voor ikea:
Waardepropositie: Eenvoudig te monteren bouwpakketten, breed en betaalbaar aanbod.
Klantensegmenten: uithuisgaande mensen, gezinnen met kinderen, zakelijk.
Klantrelaties: social media, membership card, adviseurs
Kanalen: catalogus, social media, nieuwsbrieven
Kernactiviteiten: meubels verkopen, ontwerpen van meubels, marketing
Resources: meubels, personeel, grote locatie, groot parkeerterrein
Samenwerkingspartners: lokale fabrikanten, designers, transportbedrijven
Kostenstructuur: marketingkosten, personeelskosten, hypotheekkosten, productiekosten
Inkomstenstromen: verkoop van meubels, restaurant verkopen, service kosten
, Business to consumer (B2C): Bol.com, center parcs, albert heijn.
Business to business (B2B): Bol.com, sligro, facilicom.
Consumer to consumer (C2C): airb&b, deelauto.nl, marktplaats.
De diverse businessmodellen, patronen
- Transactiemodel: Klassieke verkoop van producten en diensten aan klanten via
winkel, webshop, telefoon of aan de deur.
- Long tail businessmodellen: groot en breed verschillend aanbod. Bol.com.
- Multi-sided businessmodellen: Waarde creëren door interacties, samenbrengen van
twee partijen -> Google, Uber, Marktplaats, Werkspot.nl, Playstation, Airbnb
- Abbonementsmodel: De consument betaalt op herhaaldelijke basis (vaak per
maand) voor een product of dienst -> Netflix, Ziggo, swapfiets, sportschool
- Free businessmodellen: Freemium, deels profiteren van gratis aanbod -> Skype,
spotify, strava, fortnite, in app aankopen.
- Bait and hook: Klanten ‘lokken’ met een relatief goedkoop basisproduct (bait)
waarna de winst gemaakt wordt met relatief dure onderdelen die je nodig hebt
(hook)
- Social entreprises: duurzaamheid.
“as they say, if something online is free, you’re not the customer – you’re the product”.
Nieuwe businessmodellen in opkomst die te maken hebben met duurzaamheid.
De infrastructuur van een organisatie is het geheel van voorzieningen dat nodig is om een
organisatie te laten draaien.