Samenvatting McKay Nieuwe Tijd
Nieuwe Tijd periode 3
Hoofdstuk 12 De Europese samenleving in de tijd van de
Renaissance (1350-1550)
Paragraaf 1 rijkdom en macht in de Renaissance in Italië
De Renaissance leunt op economische en politieke ontwikkelingen in de steden van Noord-
Italië. De economische groei legde de basis en ambitieuze handelaren verkregen politieke
macht om toe te voegen aan de economische macht. Ze kochten luxe goederen en huurde
talenten in met het systeem van mecenaat, wat financiële steun was aan schrijvers,
kunstenaars, groepen of individuelen die bepaalde producten maakte of werkte in specifieke
stijlen.
Handel en welvaart
In het midden van de twaalfde eeuw groeide Venetië, gesupporterd door handel marine, tot
een enorme handelsstad met veel rijkdom, samen met Milaan en Genova. Deze steden
wisten hun schepen zou te bouwen dat ze het hele jaar konden scheilen en meer
handelswaar konden vervoeren. Ook Florence werd steeds groter, door de gunstige ligging
door een hoofdweg die in noordelijke richting naar Rome leidde. De stad werd rijk door
goederen te verkopen in Europa en tot de Mediterraan, graan, kleding, wol, wapens,
harnassen, kruiden en specerijen, glas en wijn. De handelaren leende en investeerde ook
geld en in het einde van de dertiende eeuw kregen ze de controle van de pauselijke banken.
De families begonnen de Europese banken te domineren aan beide kanten van de Alpen. De
winsten van de banken ging naar publieke investeringen zoals het maken van kleding, wat
zorgde dat de families controle kregen over de politiek en de cultuur. In de eerste helft van
de veertiende eeuw was de stad zo sterk dat zelfs verschillende rampen ze niet naar
beneden konden krijgen:
In 1344 verstootte de Engelse koning Edward III zijn enorme schulden op de banken
dat sommige zelfs moesten sluiten.
Een korte tijd later leden ze zwaar onder de gevolgen van de Zwarte Dood.
Toch bleef het economische stelsel stabiel en groeide de stad opnieuw uit. Het rijkdom in de
steden zorgde voor betere materiaal voor mensen, een comfortabel leven, luxegoederen en
tijd om kunst te waarderen. Handelaren en bankieren lieten publieke en privé gebouwen
maken als opdracht voor architecten en huurde beeldhouwers en kunstenaren in om de
kerken en huizen te decoreren. De rijke steden, Venetië, Florence, Genova en Rome
begonnen het leven meer te zien als iets waar je van moest genieten in plaats van een
pijnlijke pelgrim op weg naar de stad van God.
Communé en republieken in het noorden van Italië
De steden van noord Italië waren communes, gemeenschappen van vrije mannen die in de
twaalfde eeuw zochten naar economische en politieke onafhankelijkheid. De handelaren die
de communes vormde bouwde en verzorgde de stadmuren en regelde de handel. De lokale
adel verhuisde naar de steden en trouwde met vrouwen van rijke families en stichtte met de
bruidsschat vaak hun eigen bedrijven. De adel en handelaren vormde een sterke oligarchie,
waarbij een kleine groep de stad leidde. Wel waren de communes vaak politiek onstabiel
vanwege rivaliteit. De handelsedel liet het burgerschap afhangen van eigendom, de jaren dat
je in de stad woonde en sociale connecties. Het gewone volk, gemaand popolo, kregen
zware belastingen en werden met veel nativiteit buitengesloten van de macht. In de
dertiende eeuw grepen veel van de popolo met gewapend geweld de macht van de stad.
Soms werd een republikeinse overheid in gesteld, waaronder in de steden Bologna, Siena,
Parma, Florence, Genova en andere steden. Deze overwinningen waren vaak tijdelijk, de
handelaren namen de macht weer over en stelde soms sterke militaire leiders in om de orde
, Samenvatting McKay Nieuwe Tijd
te houden. De leiders genaamd condottieri hadden hun eigen leger en namen vaak de macht
over in de steden. Veel van de steden werden signori, waarbij een man regeerde en de
macht om te regeren door gaf aan zijn zoon. Er was niet verschil met een oligarchie, waarbij
de republiek schijn bleef bestaan maar de uitvoering en de functies lagen bij een kleine
groep van rijke handelaren. In de vijftiende en zestiende eeuw veranderde de signori en de
rijke handelaren hun huizen in Hoffs. Deze culturen zorgden ervoor dat ze hun rijkdom aan
andere konden laten zien. Ze bouwde grote paleizen in het midden van de stad waar alle
politieke zaken gevoerd moesten worden.
Stadstaten en het balans van de macht
Italianen hadden een loyaliteit en gehechtheid aan de stadstaten. Deze loyaliteit creëerden
veel kleine stadstaten en ver kwam dat er een samengevoegde staat kwam. In de vijftiende
eeuw waren er vijf dominanten steden: Venetië, Milaan, Florence, de pauselijke staten en het
koninkrijk van Napels. Zij controleerde de kleinere steden en vochten veel om territoire.
Venetië was een enorm handel imperium, die de internationale macht vast hield. Het werd op
papier geregeerd door een republiek maar in werkelijkheid had een oligarchie van
handelaren de macht in handen. Milaan werd ook een republiek genoemd maar werd van
1447 tot 1535 gedomineerd door de Sforza familie. Het zelfde geld voor Florence die in feite
geregeerd werd door de Medici familie vanaf 1434. Achter de schermen regeerde Cosimo
(1389-1464), zijn zoon Piero en zijn kleinzoon Lorenzo (1449-1492) van 1434 tot 1492. Ze
hadden voor een tijdje niet de macht maar in 1569 was Florence geen republiek meer maar
een erfelijk hertogdom van Tuscania, met de Medici familie als hertogen tot 1737. De
families stelde vaak ook de paus in. In die groep van Italiaanse pausen was er een
Spanjaard, paus Alexander VI (pontificaat 1492-1503), was het meest meedogenloos. Hij
verkreeg militaire en politieke macht met zijn onechte zoon Cesare Borgie en verkreeg zo
weer de macht in de pauselijke gebieden.
De stadstaten zorgde voor een verwachte relatie met concurrenten van de Europese steden
na 1500. Wanneer een Italiaanse stad te veel macht wilde verkrijgen stopte de andere
steden die stad om het balans van de macht te behouden. Zo vormde ze een moderne
diplomatie: permanente burgerlijke ambassadeurs die de handel in de gaten hielden. Aan het
eind van de vijftiende eeuw verkregen Venetië, Milaan, Florence en het pausdom grote
rijkdom en een hoge culturele prestatie. Ondanks deze rijkdom was er wel een gevaar op
invasies. Toen Florence en Napels een afspraak maakte om het gebied van Milaan binnen te
vallen vroeg Milaan hulp aan Frankrijk en in 1494 viel de Franse koning Charles VIII (r. 1483-
1498) Italië binnen. Voor deze invasie was er een profetie van de broeder Girolamo
Savonarola (1452-1498) die zei dat God Italië zou straffen voor de corruptie in het
leiderschap. De bevolking van Florence zag het binnen vallen van de Fransen als de straf en
verbande de Medici familie. Er kwam een nieuwe politiek en religieuze leider Savonarola, die
de bevolking nog meer glorie beloofde. Hij hervormde de regering en haalde het over wetten
tegen relaties tussen het zelfde geslacht, overspel en dronkenschap. Hij vormde groepen
van jonge mannen om rond te lopen op straat zoekend voor immorele kleding en gedrag. Hij
hield religieuze processie, genaamd ‘vuur van de ijdelheden’. Grote vuren op het plein waar
chic kleding, make-up, ketter boeken, instrumenten, schilderijen en dichtkunst die de
menselijke schoonheid vierde verbrandde. Aan het begin was hij populair maar uiteindelijk
werd hij geëxcommuniceerd door de paus en verbrand op de plek waar de vuren waren
geweest. De Medici kwamen terug. Na de inval werd Italië de focus van internationale
ambities en een slagveld voor buitenlandse leger, waar van vaak die van het Heilige
Romeinse Rijk en Frankrijk in een serie conflicten genaamd Habsburg-Valois oorlogen. De
Italiaanse steden leden en een schok was de inname van Rome in 1527 door het leger van
Keizer Charles V. vanwege deze vernoemde factoren was er geen samenvoeging van Italië
tot 1870.