Volgens de oude druk van het boek, waardoor ongeveer de helft niet meer overeen komt met de nieuwe druk. De hoofdstukken die wel overeenkomen zijn concreet geschreven en echt een goede vervanging van het boek!
Effectiveness measured on: Het produceren van langdurige retentie en begrip
DOELTREFFENDHEID bij een verscheidenheid aan:
̵ Materialen (stof om te leren, i.e. vocabulaire, sommen, etc.)
̵ Omstandigheden waaronder het leren plaatsvind (frequentie van blootstelling, lezen vs.
luisteren, klassikaal versus individueel)
̵ Kenmerken van de student (leeftijd, motivatie, voorkennis)
̵ Taak criteria (herkenning, essay schrijven, klassikale quizzen, multiple choice)
IMPLEMENTATIE (is het makkelijk uit te voeren of vergt het veel oefening/uitleg)
Hoog effectieve leer technieken
1. SELF-TESTING / Practice testing / toetsing als leer- en oefenstrategie (jezelf toetsen)
a. Stimuleert retrieval practice en connectie met al bestaande kennis
b. Meer effect als frequentie van tests omhoog gaat en er langere periodes tussen tests zitten
2. DISTRIBUTED PRACTICE / spreid oefening met de leerstof in de tijd (let op dit betreft het spreiden
van de oefening met de leerstof, niet alleen het spreiden van de leerstof zelf!)
a. Bij massed / elkaar opvolgende sessies hoeven studenten niet hard te werken om informatie te
onthouden en kan er een verkeerd beeld ontstaan van de daadwerkelijke kennis door het gemak
waarmee deze teruggehaald kan worden
b. Langere intervallen zorgen voor slechtere prestaties tussen oefensessies maar betere long term
retention en summatieve test resultaten, deze verbetering wordt toegeschreven aan de stimulatie
van retrieval practice
c. Kan een combinatie van verschillende leertechnieken zijn in verschillende oefensessies
d. Studieboeken en leerstof is niet altijd ingedeeld op een manier die distributed practice bevordert.
Ook hebben studenten de neiging meer te gaan studeren naarmate het examenmoment nadert en
beide zijn voorbeelden van massed i.p.v. distributed practice
Medium effectieve leer technieken
1. ELABORATIVE INTERROGATION / elaboratieve ondervraging (waarom vragen over leerstof)
a. Vooral nuttig voor feitelijke informatie helemaal als er al voorkennis aanwezig is, minder effectief
zonder voorkennis
b. Student moet een verklaring genereren voor een feit. Dit zorgt ervoor dat nieuwe informatie wordt
verbonden met bestaande voorkennis
c. Belangrijk is hier de discriminatie waarom is dit feit waar over X maar niet waar over een andere X
2. SELF-EXPLANATION / zelfverklarend (uitleg aan zelf hoe leerstof verwerkt wordt)
a. Helpt nieuwe informatie te verbinden met bestaande voorkennis
b. Vragen zoals welke nieuwe informatie bevat de zin en hoe relateert dat zich aan wat je al weet
c. Meest effectief als het plaatsvind gedurende het bestuderen / maken van de leerstof
d. Bruikbaar voor veel verschillende materialen maar kan veel tijd in beslag nemen
3. INTERLEAVED PRACTICE / variatie in vraagtype
a. Variatie in vraagtypes gedurende oefensessies leidt tot slechtere uitkomsten dan blocking, maar
tot betere summatieve test resultaten
b. Variatie zorgt ervoor dat studenten verschillen herkennen en dan beter begrijpen welke methode
ze specifiek moeten toepassen voor een bepaald problemen – discriminative thinking
(onderscheidend denken)
c. Stimuleert het terughalen van informatie uit het lange termijn geheugen i.p.v. het werkgeheugen
d. Vooral effectief gebleken bij wiskundige leerstof
e. Werkt alleen wanneer soortgelijke stof gebruikt wordt (i.e. afwisseling van de berekening voor
volumes van verschillende vormen, niet eerst taal dan rekenen)
Laag effectieve leer technieken
1. SUMMARIZATION / samenvatten
a. Afhankelijk van de kwaliteit van de samenvatting
b. Literatuur moeilijk te vergelijken omdat er zoveel verschillende typen/soorten samenvattingen zijn
c. Kan nuttig zijn maar alleen voor studenten die al weten hoe ze een kwalitatief goede samenvatting
moeten schrijven anders is er eerst veel training nodig
d. Niet duidelijk uit studies in de praktijk of het ook helpt bij het leren, begrijpen en opslaan van
informatie
,e. Karakteristieken van leerstof ook van invloed. Voorbeeld korte vs. langere tekst om samen te
vatten
2. HIGHLIGHTING / markeren
a. Kan soms een negatieve impact hebben op het leggen van verbanden in de leerstof, door een
focus op alleen dat wat gearceerd/onderstreept is
b. Kan gebruikt worden om zelf-testen te creëren (flashcards)
c. Kwaliteit van markeren is van invloed, gemarkeerde stof wordt geïsoleerd, teveel markeren doet
dit effect te niet
3. KEYWORD MNEMONICS / Kernwoorden genereren (ezelsbruggetjes)
a. Gebruik van mentale beelden. Voorbeeld ‘la dent’ (Frans voor tand) combineren met een mentaal
beeld van een tandarts (dentist) die en tang met een tand vasthoudt
b. Goed toepasbaar en bewezen effectief bij het bestuderen van vreemde talen, woord definities,
medische terminologie, hoofdsteden en landen, maar beperking van toepassing voor woorden
waar het moeilijk is een mentaal beeld bij te bedenken
c. Mogelijk moeilijk op de lange termijn om het mentale beeld te decoderen en om te zetten naar de
gewenste informatie. Niet duurzaam leren.
d. Kost tijd om mentaal beeld te creëren
4. IMAGERY USE FOR TEXT LEARNING / Visualiseren (creëer een mentaal beeld voor elke
paragraaf die je leest)
a. Voornamelijk toepasbaar op tekst die beeld vriendelijk is
b. Werkt beter als studenten een tekst horen i.p.v. die zelf te moeten lezen
c. Groter effect bij het terughalen van feitelijke kennis. Geen effect bij het leggen van verbanden en
het toepassen van kennis
5. REREADING / her bestuderen
a. Waarom het zou werken: meer informatie wordt opgeslagen (kwantitatief) of meer focus op de
conceptuele organisatie en verschil tussen high en low level informatie bij het her bestuderen
(kwalitatief)
b. Twee keer bestuderen leeft de grootste voordelen op (alleen getest bij massed rereading)
c. Groter effect bij terughalen van feitelijke kennis. Niet duidelijk of het ook helpt bij het leggen van
verbanden
Virtuele klas 1
DUNNING - KRUGER EFFECT
Als je nog geen expertise hebt is je vertrouwen vaak hoog (je kan niet goed
inschatten/overschatten). Naarmate je meer expertise hebt/krijgt neemt je vertrouwen vaak af (meer
realistisch beeld van je eigen kunnen/onderschatten).
, Leertechnieken - Techniekbeschrijving
1. Uitgebreide ondervraging Het genereren van een verklaring waarom een expliciet vermeld feit of concept waar is
2. Zelfverklaring Uitleggen hoe nieuwe informatie verband houdt met bekende informatie, of de genomen stappen uitleggen tijdens
het oplossen van problemen
3. Samenvatting Het schrijven van samenvattingen (van verschillende lengtes) van te leren teksten
4. Markeren / onderstrepen Tijdens het lezen potentieel belangrijke delen van te leren materiaal markeren
5. Sleutelwoord geheugensteuntje Gebruik van sleutelwoorden en mentale beelden om verbaal materiaal te associëren
6. Afbeeldingen voor tekst Poging om mentale afbeeldingen te vormen van tekstmateriaal tijdens het lezen of luisteren
7. Herlezen Tekstmateriaal opnieuw bestuderen na een eerste lezing
8. Oefentesten Zelftesten of het maken van oefentoetsen over te leren materiaal
9. Verspreidend oefening Het implementeren van een oefenschema dat de studieactiviteiten over de tijd spreidt
10. Afwisselend oefenen Een oefenschema implementeren dat verschillende soorten problemen combineert, of een schema van
studie die verschillende soorten materiaal mengt, binnen één studiesessie
Tabel 2. Voorbeelden van de vier categorieën variabelen voor generaliseerbaarheid
Materialen Leervoorwaarden Leerlingkenmerken Criteriumtaken
Woordenschat Hoeveelheid oefening (dosering) Leeftijd Cued recall (verwacht)
Vertaalequivalenten Open- vs. gesloten boek Voorgeschiedenis van domeinkennis Free recall (onverwacht)
Inhoud hoorcollege Lezen vs. luisteren Capaciteit werkgeheugen Erkenning
Wetenschappelijke definities Incidenteel versus opzettelijk leren Verbaal vermogen Probleemoplossing
Narratieve teksten Directe instructie Interesses Argumentontwikkeling
Verklarende teksten Ontdekken leren Vloeiende intelligentie Essay schrijven
Wiskundige concepten Herlezen Motivatie Creëren van portfolio's
Kaarten Soort oefentests Voorafgaande prestatie Prestatietests
Diagrammen Groeps- vs. individueel leren Zelfeffectiviteit Klasquizzen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnnaLetta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.