Dit is een volledige samenvatting van het vak celbiologie in het blok Cel 2 in het eerste jaar geneeskunde aan de Ugent. Het vak werd gegeven door J. Van Hengel.
- Morfologische wetenschap
- Normale structuren cellen en weefsels
= zichtbaar met specifieke kleurtechnieken + detectiemethoden ---> = verband leggen tussen
monoculaire + biomedische kenmerken
Hoofdstuk 1
Celcultuur historisch:
- 3D tissue culture ---> 1e analyseerbaar weefsel = zenuw uit kikkerembryo in lymfe op
glasplaatje
- 2D monolaagcultuur ---> simuleren 3D cultuur = lichaam nabootsen
- Oorspronkelijk = monolaagculturen uit orgaanexplanten (= primaire cultuur) in EMEM (=
earle’s minimum essential medium)
---> later = stabiele lijnen maken met onbeperkte levensduur (= v tumorale oorsprong) --->
crisis = afsterven
Stadia cel cultivering:
1. Weefsel enzymatisch behandelen (= losmaken)
2. Cellen = nr boden centrifugeren
3. Cellen = uitgeplaat in groeirecipient (bv petridish)
4. Cellen groeien uit
5. Volledige laag = cellen losmaken en splitsen ---> verdelen over andere recipiënt
---> situatie in vivo nabootsen = cellen hebben ondergrond nodig om op te groeien
---> recipiënten: - gesloten flessen (CO2 toevoegen voor sluiting
- open platen
- rollerflessen = groot opp + weinig medium
- CO2 oven met platen
Type celculturen:
- Monocultuur = 1 laag
- Kolonies op elkaar ---> bv tumorcellen
Cultuur condities:
Bv. MEM (minimum essential medium) = atmoseef v 5% CO2 ---> zo goede pH bereiken (7,6 = bloed)
1
,Groeisubstraten:
= beschermt tg anoïkis (= vorm van apoptose ---> = geen ondergrond meer) ---> essentieel +
proberen in vivo situaties na te bootsen
- Medium v moedercultuur gebruiken
- Cellen op feeder collaag te groeien (dr verschillende coatings)
Doel:
- Aspecifieke fysische interacties = toelaten cellulaire adhesie + cel spreiding
- Specifieke adhesie = functionele interactie met onderliggende cellen (bv. Andere cellen of
basaal membraan)
Oorsprong cellijnen:
Cellen afkomstig van:
- Andere laboratoria
- Eigen isolatie (= primaire celculturen)
- Celbanken:
- ATCC = amerika
- ECACC = europa
Procedure v cel transfer:
---> dr eenvoudige verdunning bij suspensiecultures (= op monolaag)
Bij adherente cellen = bij confluentie v cellaag ---> behandelen met:
- Trypsine: maagprotease ---> opp-eiwitten v cellen degraderen
- EDTA: cheleert Ca + Mg ---> interfereert met intercellulaire adhesie + cel-substraat-binding
---> cellen komen los v substraat + van elkaar ---> vormen suspensie v cellen = optimaal monocellulair
---> 1/3 (= normale cellen) + 1/30 (= tumorcellen) overbrengen nr nieuwe cultuur
---> resterende trypsine = inhiberen
Bv. 1 over 3 met 10 ml cellen = 3,33 ml
overbrengen nr nieuwe celcultuur
---> celculturen lang bewaren = in vloeibaar stikstof
---> steriele omgeving = laminaire flowbench
2
,Stappen bij celadhesie en -spreiding:
= na losmaken + uitplaten vd cellen:
1. Zakken o.i.v Fz
2. Initieel contact met substraat (cellen = nog opgebold = min opp)
3. Proces van progressieve spreiding over substraat (= vraagt E + cytoskeletwijziging --->
vergroten celopp + versterking cel-substraatadhesie)
4. Sterk binden aan subst met eigen ECM moleculen
---> cel kan nog steeds traag migreren over celoppervlak = tijdelijke inhibitie v adhesie + ergens
anders opbouwen
Stamcel:
= cel die vermogen heeft zich voortdurend te delen +
differentiëren in verschillende soorten weefsels + cellen
Totipotent =
- Vermogen tot zelfvernieuwing = zichzelf delen + kopiëren
- Vermogen tot differentiëren = ontstaan volwassen celtypen ---> vormen organen + weefsels
---> in eerste uren na bevruchting = eicel delen in 2 ---> 1 of beide = potentieel om foetus te worden
Pluripotent =
140 totipotente cellen = blastocyt = holle bal met binnenste laag = binnenste celmassa ---> naar
baarmoeder ---> buitenste = placenta + binnenste = foetus ---> = pluripotent want kan geen volledig
organisme uit groeien (want geen placenta) maar wel veel andere celtypes
Multipotent =
Individuele cellen binnen binnenste celmassa + worden gespecialiseerd naar mate van plaats van
voorkomen ---> bv. Hemopoëtische cellen = kunnen ontwikkelen tot verschillende soorten
gespecialiseerde cellen
Celcultuur bij muizen =
Embryonale cellen nemen uit muis (= isoleren) ---> in cultuur brengen = dubbel cultuur ( = stamcellen
hebben veel info nodig + veel componenten ---> laag met virus maken = bevat eiwitten = dubbele
laag) = zorgt voor blijven van stamcellen
===> kan volledig nieuwe muis maken (= pluripotente stamcellen)
3
, Humane embryonale stamcellen =
Uit embryo’s halen + in cultuur brengen ---> lukt niet om volledig nieuw embryo te maken ---> wel
allerlei andere organen ---> zo humane ontwikkeling volgen tot 12 dagen oud
= cel isoleren ---> in cultuur nemen ---> met mix v eiwitten
pluripotente stamcellen maken ===> alle mogelijke cellen
maken/ verkeerd-werkende cellen aanpassen---> cellen
terugbrengen nr patiënt
Bv. Gezonde organen maken
kwaliteitscontrole:
- Contaminatie met micro-organismen:
Probleem dr snelle groei + rijke groei milieus ---> veel bacteriën + gisten + schimmels +
antibiotica-resistente plasma’s omvatten ---> parasitair = verstoren cellulair metabolisme +
moeilijk detecteerbaar + elimineerbaar
- Contaminatie met vreemde cellen:
---> bv HeLa = in erg veel celculturen gekropen + afkomstig van muis/rat ---> detectie =
fingerprinting + karyotypering
Zuiverheid, homogeniteit en stabiliteit:
= gemeten worden dr karyotypering = aantal chromosomen bepalen
---> Instabiliteit =
Genotype = van kwaad nr erger bv. Te veel/weinig chromosomen
---> niet te vermijden maar beperken dr terug gaan nr stock-cultures = ingevroren in
vloeibaar stikstof
Prepareren en observeren v cellen + weefsel
Doel =
Cellen + weefsels observeerbaar maken voor EM en LM ---> te weinig licht/elektron doorlatend +
weinig contrast met bio materiaal door dikte v materiaal
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geneeskundesamenvattingen53. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R135,26. You're not tied to anything after your purchase.