Toets gezondheid en leefstijl:
Boek Healthy ageing:
Hoofdstuk: 1.1– 1.3 – 1.4
Healthy ageing = proces waarin de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid worden
geoptimaliseerd
Ziekte= uit balans zijn
Gezondheid= het welbevinden van de mens
WHO over gezondheid= gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts afwezigheid van zieke.
Cultuur= persoonlijke referentiekamer
Zes dimensies gezondheid: (model van Huber)
1. Lichaamsfuncties gezond voelen, slapen etc
2. Mentaal welbevinden gevoel van controle, onthouden
3. Zingeving levenslust, accepteren
4. Kwaliteit van leven genieten, gelukkig zijn
5. Meedoen sociaal, erbij horen
6. Dagelijks functioneren grenzen kennen, zorgen voor jezelf
BIG FIVE:
1. Voeding lichaamsfuncties
2. Beweging lichaamsfuncties
3. Slaap lichaamsfuncties
4. Stress/ontspanning dagelijks functioneren/ mentaal welbevinden
5. Sociale interactie meedoen
Thema’s voor een gezonde leefstijl:
Bewegen
Roken
Alcohol
Voeding
Ontspanning
SES = sociaal economische status
- Inkomen, opleiding, status, beroep
Mensen met een lage ses zijn ongezonder
,Hoofstuk 1.4
Boek Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering:
Hoofdstuk 1.1-1.2
Preventies ingedeeld:
Primaire preventie= voorkomen van gezondheidsproblemen, voor diagnose
Bijvoorbeeld vaccinatie. Primaire preventie is alleen
mogelijk als de oorzaken van het probleem voldoende bekend zijn en deze oorzaken te beïnvloeden
zijn
Secundaire preventie= mensen met een voorstadium van een aandoening te identificeren zodat
vroeg behandeling mogelijk is, voor diagnose
Tertiaire preventie= richt op mensen met een ziekte of handicap, na diagnose
Universele preventie= totale bevolking zonder aandoening of verhoogd risico
Selectieve preventie= bevolkingsgroepen met een verhoogd risico
Geïndiceerde preventie= individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben maar wel
klachten
Zorg gerelateerde preventie= individuen met ziekte
Doel= ziektelast reduceren, complicaties voorkomen
,Vijf niveaus doelgroepen:
1. Individueel niveau: personen die risico lopen, risico gedrag of patenten
2. Interpersoonlijk of groepsniveau: ouders vrienden etc
3. Organisatieniveau: zoals directeuren, managers
4. Lokaal niveau: opinieleiders inwijken, redacteuren krant
5. Samenlevingsniveau: landelijke politici, ambtenaren
, Boek Gezondheidsbevordering en leefstijl:
Hedonisme= het loskomen van ouders en de start van een eigen leven
Morbiditeit= ziekelijkheid of vatbaarheid voor bepaalde ziekten (ziekte)
Moraliteit= het geheel van de handelingen en gedragingen die in een maatschappelijke context als
correct en wenselijk worden gezien (sterfte)
Gezondheidsvoorlichting: (GVO)
Epidemiologie= cijfers van ziekte en factoren die de frequentie bepalen
Prevalentie= aantal ziekte gevallen op een specifiek moment
Incidentie= hoeveel nieuwe patienten in een bepaalde periode
= leeftijdsafhankelijk wegwerken (standaardiseren) doormiddel van reken methode
DALY’S ( disability adjusted life years ) = aantal gezonde levensjaren dat een populatie verliest door
een ziekte
YLD ( years lived with disability’s ) = gezonde levensjaren verloren door ziekte
YLL years of life lost = vroegtijdig sterven
RV = risico verschil
Berekening DALY:
YLL + YLD