100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Reflectie op Gezondheidswetenschappen + bijbehorende literatuur €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Reflectie op Gezondheidswetenschappen + bijbehorende literatuur

 51 keer bekeken  3 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van het vak Reflectie op Gezondheidswetenschappen met bijbehorende literatuur (boek van Edwin Koster: Wat is wetenschap? en artikelen die horen bij de hoorcolleges)

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • Nee
  • H1, h2, h4, h6 t/m h10
  • 21 mei 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (30)
avatar-seller
noagodwaldt
Reflectie op gezondheidswetenschappen
Wetenschapsfilosofie en wetenschapsgeschiedenis
Tentamen: 21 mei 2021

WETENSCHAPSFILOSOFIE

HC 1: standaardbeeld en empirisme
Bijbehorende literatuur:
o Hoofdstuk 1. Wat is Wetenschap? – Koster
o Hoofdstuk 6. Het standaardbeeld van wetenschap – Koster

Twee verschillende manieren om naar wetenschap te kijken: descriptief en normatief
 Descriptief: Wat is er gebeurd? Hoe is iets tot stand gekomen? Hoe is theorie Q uit theorie P
voortgekomen? Strookt een element met hoe het in het echt gaat?
 Normatief: Wat is een goede theorie? Hoe is wetenschappelijke kennis te rechtvaardigen?
Onderscheid echte kennis vs pseudo kennis? Wat is een adequate wetenschappelijke verklaring? Is het
element een goed en bruikbaar ideaal?

Common sense visie
Het ontwikkelen van ware kennis over de ons omringende wereld
 Logische afleidingen
 Empirisch vastgestelde feiten
 Theorie gebaseerd op feiten
 Repliceerbaarheid
 Falsifieerbaarheid
 Normen en waarden doen er niet toe
 Geen externe invloeden (de wetenschappers is autonoom)
 Neutraal bij vraagstelling
 Onafhankelijk bij de acceptatie
 Maatschappelijk waardevrij
 Niet normatief

Darwin en de evolutietheorie
Darwin bezocht in 1835 de Galapagoseilanden en volgens de mythe ontstond het idee over de evolutietheorie
op de Galapagoseilanden dat de snavel van de vinken zich over de tijd aanpast aan de hand van het
beschikbare voedsel. Pas een halfjaar na terugkomst, begon hij na te denken over de evolutietheorie en zag in
dat de vinken wel als bewijsmateriaal konden dienen voor deze evolutietheorie. De evolutietheorie is hierbij
met ‘terugwerkende’ kracht ontwikkeld.

De grenzen van wetenschap
Sciëntistische visie: er is maar één vorm van kennis, namelijk wetenschappelijke kennis
 Edward Wilson
 Alle andere vormen van kennis kunnen herleid worden naar de wetenschap ofwel het label kennis niet
waard zijn
 Alles is wetenschappelijk te onderzoeken en wat wetenschappelijk niet vast te stellen is, kan niet
bestaan

Traditionele visie: er bestaan vele vormen van kennis
 Freeman Dyson
 Er is kennis van de menselijke natuur die niet is afgeleid van wetenschappelijke resultaten maar van
geschiedenis en literatuur en van intieme omgang met vrienden en familie
 Naast wetenschappelijke kennis bestaat er kennis van goed en kwaad, van genade en schoonheid, van
ethische en artistieke waarden. Er is ook kennis door meditatie of religie


Ander onderscheid: gedrag van wetenschappers en theorieën/studies

,  Theorieën/studies: normen kunnen betrekking hebben op wetenschappelijk werk (bv. theorie of
bepaalde situatie)
 Gedrag van de wetenschappers: feiten netjes opgeschreven, resultaten netjes gedeeld, onafhankelijk
opgesteld en niet dogmatisch geweest?  Ethiek in de wetenschap

Ethiek in de wetenschap
Robert Merton (socioloog) schreef The normative structure of science (1942): beschrijft het ethos van
wetenschap met de CUDOS-normen

CUDOS-normen:
 Communism: wetenschap is een gemeenschappelijk bezit
o Wetenschap is een product van een collectief van onderzoekers en wordt mogelijk gemaakt
door gemeenschapsgeld
o Resultaten moeten openbaar worden gemaakt
 Universalism: onpersoonlijke criteria is belangrijk
o De beoordeling van resultaten moet onafhankelijk zijn van ras, geslacht, sociale positie,
nationaliteit, religieuze identiteit en andere ‘irrelevante criteria’
o Het gaat uitsluitend om ‘universele geldigheid en objectiviteit’
 Disinterestedness: persoonlijkheid van onderzoeker mag geen invloed hebben op de resultaten
o Bijvoorbeeld eergevoel en belangen
o Voorkomen van fraude en bedrog in de wetenschap
o Interne kwaliteitsbewaking door georganiseerde wederzijdse kritiek
 Organized scepticism: basishouding van wantrouwen tegenover wetenschappelijke resultaten
o Peer review

Kritiek op CUDOS-normen
John Ziman (theoretisch natuurkundige)
 Descriptieve kritiek op de normen van Merton
 CUDOS slaat niet op industriële en overheids- research labs

CUDOS-normen kunnen ook normatief worden opgevat: zo is het misschien niet, maar zo zou het moeten zijn
 gedragscodes VSNU

VSNU-gedragscode: hoe wetenschappers zich moeten gedragen
1. Eerlijkheid en zorgvuldigheid
2. Betrouwbaarheid
3. Controleerbaarheid
4. Onpartijdigheid
5. Verantwoordelijkheid

EMPIRISME
Normatieve theorie
 Kennis is gebaseerd op waarnemingen (empirie) en experiment
 Inductieve methode

Inductie: als X zeer vaak en onder veel verschillende omstandigheden waargenomen is en als X steeds samen
met Y optrad, dan is de conclusie: altijd als X, dan Y (bv. aantal zwarte raven waargenomen, dus alle raven zijn
zwart)  geen logisch geldige redenering

Deductie: wet  hypothese  conclusie
 Deductie is waarheidsbehoudend, de conclusie wordt afgedwongen
 Logische geldigheid is niet hetzelfde als waarheid
 Bv. alle zoogdieren hebben longen, dolfijnen zijn zoogdieren dus alle dolfijnen hebben longen


Inductie en deductie komen bij elkaar in de empirische cyclus

,Empirische basis bestaat uit waargenomen feiten en die worden uitgedrukt in singuliere
waarnemingsuitspraken: hierin wordt iets gezegd over een eindig aantal dingen

Universele uitspraken zeggen iets over een oneindige verzameling dingen (bv. alle dingen vallen als zij boven
de grond worden losgelaten)

Empirische wetten
 Empirische wetten ontstaan uit de verzamelde feiten door inductie
 Aan empirische wetten kan nooit met zekerheid een waarheid worden toegekend
 De eis van verifieerbaarheid wordt vervangen door de eis van confirmeerbaarheid: de feiten verlenen
aan de empirische wet geen absolute zekerheid maar wel een mate van waarschijnlijkheid 
praktische zekerheid, maar geen absolute zekerheid

Logisch positivisme
 Bakermat moderne wetenschapsfilosofie
 Gezelschap geleerden die de wereld wilden verbeteren
 Wars van hoogdravende speculatieve ideeën en theorieën  ze vonden dat ze hiermee het verkeerde
pad opgingen, ze wilden terug naar echte kennis gebaseerd op empirie (logica)
 Variant van empirisme
 Belangrijke invloed in psychiatrie en psychologie: patronen in gedrag waarnemen, mentale processen
konden niet waargenomen worden

Verificatie-criterium van betekenis: een uitspraak heeft alleen betekenis als er omstandigheden kunnen
worden gespecificeerd waaronder die uitspraak waar is, daar ontleent ze haar betekenis aan.

Wetenschappelijke rationaliteit
 Een theorie moet logisch consistent zijn: er geen mag contradictie in voorkomen, zo wel dan is de
theorie onacceptabel
 Gebaseerd op feiten
 Onderzoeker doet waarnemingen zonder gekleurde bril

HC 2: Popper en Kuhn
Bijbehorende literatuur:
o Hoofdstuk 7. De kritiek van Popper op het standaardbeeld – Koster
o Hoofdstuk 8. De paradigmatheorie van Kuhn – Koster

Positivisme: de visie dat kennis alleen gebaseerd kan zijn op de direct zintuigelijke waarneming en dat
andersoortige claims luchtfietserij zijn. Er is een verwantschap met naturalisme maar de twee visies zijn niet
identiek

Logisch positivisme: positivisme gecombineerd met inzichten uit de logica
 Inductie gebruiken om waarnemingen  theorie
 Predikaatlogica als strenge grammatica (onzin wordt dan weggehaald)

Kritiek op logisch positivisme
 Inductieprobleem
 Geen theorievrije waarneming (voorbeeld ontdekking Uranus, Herschel): de theorie die je al kent of
waaruit je denkt, heeft invloed op nieuwe waarnemingen en ontdekkingen
 Inductie vooronderstelt een gelijkenissen-metriek, een idee van uniformiteit

Aanleiding voor Popper
 De kritiekpunten vormen aanleiding voor ideeën van Karl Popper
 Plus: het idee dat deductie wel logisch geldig is
 Popper vertrekt vanuit deductie
Demarcatiecriterium Popper: een theorie (of uitspraak) is wetenschappelijk als zij weerlegbaar, falsifieerbaar
of testbaar is. Al kan een theorie door nog zoveel feiten bevestigd worden en al gebeurt dat de facto ook, als zij
nooit door enig feit weerlegd kan worden, dan kan zij geen aanspraak maken op de titel wetenschappelijk. Een

, theorie moet bekritiseerbaar zijn op grond van feiten. Het logisch-positivistische criterium werkt dus een
wetenschappelijke theorievorming in de hand die zich immuniseert tegen kritiek, die dus dogmatisch wordt
(wetenschap is juist anti-dogmatisch).

Popper zet zich af tegen het fundamentalisme en relativisme. Tussen het fundamentalisme, dat waarheid als
absolute zekerheid definieert, en relativisme dat stelt dat die waarheid niet bestaat en dat alles relatief is, wil
Popper nu vasthouden aan het standaardbeeld: namelijk dat wetenschap een rationele onderneming is, geleid
door de ideeën van waarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid. De theorie moet in botsing komen met de
feiten en daarmee weerlegbaar zijn.

Volgens Popper wordt elk mens met bepaalde verwachtingspatronen geboren en die patronen vormen een
soort startpunt, een eerste aangeboren zoeklicht.

Consensus vormt de hoeksteen van Poppers begrip van wetenschappelijke rationaliteit. Een rationele
consensus wordt bereikt wanneer een groep mensen het op grond van de kracht van hun wederzijdse
argumenten eens is over een bepaalde kwestie.

Modus Ponens




Modus Tollens
Belangrijk bij Popper, logische vorm




Toepassing Modus Tollens:




Cruciaal experiment: 1919 Eddington expeditie
Echter de 2.7 graden verschuiving werd wel aangenomen. De theorie is niet bevestigd, maar gecorroboreerd
(theorie heeft falsificatie poging ondergaan). De theorie werd niet gefalsifieerd, maar was wel falsifieerbaar 
de theorie blijft (voorlopig) overeind


Falsifieerbaar
 ‘Alle metalen geleiden stroom’: falsifieerbaar, omdat er maar één metaal gevonden hoeft te worden
die geen stroom geleid om aan te tonen dat niet alle metalen stroom geleiden

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noagodwaldt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  3x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd