Management & Organisatie
Hoofdstuk 2 Strategisch management
2.6 Samenwerkingsverbanden
De beslissing voor het aangaan van enige vorm van samenwerking vloeit voort uit het proces
van strategisch management. Samenwerkingsverbanden kunnen betrekking hebben op
onder meer de uitwisseling van knowhow, het opzetten van gezamenlijke researchprojecten,
productlicenties, leveringsovereenkomsten, gezamenlijke in- en verkooppolitiek en het
ontwikkelen van winkelformules. De beslissing om een samenwerkingsverband aan te gaan
is van strategische aard. Enkele strategische doelen die door middel van een
samenwerkingsverband worden nagestreefd zijn:
- Ondernemingen trachten de concurrentie in hun bedrijfstak te verminderen door
samenwerking aan te gaan. Dit is een horizontale vorm van samenwerking.
- Ondernemingen trachten het risico te verspreiden over verschillende bedrijven.
- Het bij elkaar brengen van specifieke ondernemingsgebieden.
- Het wegnemen van specifieke barrières.
Vormen van samenwerking:
Strategische alliantie:
Van een strategische alliantie is sprake wanneer twee of meer verschillende ondernemingen
op basis van een overeenkomst samenwerken. Op bepaalde deelterreinen gaan de
ondernemingen dan samenwerken, waarbij kernmiddelen, kennis en capaciteit met elkaar
worden gedeeld. Doelen van strategische alliantie kunnen zijn:
- het realiseren van een groeistrategie, zoals marktontwikkeling en marktpenetrantie;
- het behalen van schaalvoordelen in bijvoorbeeld de productie of dienstverlening;
- het behalen van kostenvoordelen;
- het ontwikkelen van nieuwe producten;
- het verhogen van het concurrentievermogen (zowel landelijk, als internationaal).
Strategische allianties kunnen ingedeeld worden in de volgende drie categorieën:
- Horizontaal of verticaal: bij een horizontale alliantie wordt samengewerkt in dezelfde
schakel van de bedrijfskolom of sector; bij een verticale alliantie wordt samengewerkt
tussen verschillende schakels van een bederijfskolom of sector. Naast een horizontale en
verticale alliantie kennen we ook nog een diagonale alliantie. Hierbij wordt samengewerkt
tussen verschillende sectoren.
- Offensief of defensief: bij een offensieve alliantie wordt gewerkt vanuit de sterke kanten
van een organisatie, zoals technologie of distributie. Bij een defensieve alliantie ligt de
nadruk op het verdedigen van een bepaalde markt- of concurrentiepositie.
- Product- of proces georiënteerd: bij een product georiënteerde alliantie wordt
samengewerkt om een bepaald product of dienst te vervaardigen. Bij een proces
georiënteerde alliantie gaat het niet om een product, maar om een proces.
Organisatorisch netwerk
Een organisatorisch netwerk is een cluster van afhankelijke organisaties die zich op enigerlei
wijze gebundeld hebben om als collectiviteit een bepaald doel te bereiken. Een netwerk is
dus een actieve interactie tussen organisaties of delen daarvan, waarbij het doel is dat een
synergetisch effect optreedt. Een netwerk heeft een hoge mate van flexibiliteit en heeft
hierdoor de mogelijkheid snel in te springen op ontwikkelingen op markten en sectoren.
,De aandacht voor netwerken is toegenomen door twee soorten verschijnselen:
1) strategisch gedrag
2) technologie, veranderingen in technologie hebben tot gevolg dat tevens de
productieorganisatie mee verandert. Een veranderende technologie betekent dat de wijze
waarop goederen en diensten worden geproduceerd, verandert. Hierdoor veranderen
tevens de eisen die gesteld kunnen en moeten worden aan de fysieke omgeving.
Door mondialisering van kennis en een sterke ontwikkeling in de informatietechnologie is
een flexibele uitwisseling van bedrijfsactiviteiten mogelijk. Doordat enerzijds organisaties
zich steeds meer terugtrekken op hun kernactiviteiten en anderzijds technologie in steeds
meer alternatieve combinaties is toe te passen, is deelnemen in netwerken een noodzaak
om te overleven.
Voordelen van deelnemen in netwerken
Het aangaan van netwerken kan voor een individuele organisatie een toegevoegde waarde
hebben. Het deelnemen in een netwerk heeft echter wel consequenties voor de organisatie
en de zeggenschap over bepaalde bedrijfsprocessen. Het deelnemen in een netwerk kan
voor de betrokken organisaties de volgende voordelen met zich meebrengen:
- meer technologische mogelijkheden;
- meer producten of varianten;
- betere producten;
- bereikbaarheid van meer markten;
- betere marktpositie;
- beter productieproces.
Er is een achttal basistypen van netwerken te onderscheiden, waaruit de verschillende
doelen van samenwerking duidelijk blijken. Deze netwerken zijn hierna in opklimmende
mate van intensiteit opgesomd:
1) Gezamenlijke verbetering van secundaire processen op bijvoorbeeld de gebieden
logistiek en kwaliteitszorg. Het gaat hierbij om het bereiken van een goede
afstemming met betrekking tot informatie, organisatie, planning en control.
2) Gezamenlijke projecten met betrekking tot de primaire processen, als produceren,
verkopen en research en ontwikkeling.
3) Samenwerking op het gebied van afzet, zoals marktonderzoek, prijszetting en
promotie.
4) Gezamenlijke verwerving van kennis, mensen en middelen.
5) Verticale samenwerking in productie. In deze vorm worden productieactiviteiten
afgestemd op opeenvolgende schakels in de bedrijfskolom.
6) Horizontale samenwerking in productie. Hier is het doel gericht op het gezamenlijk
produceren van goederen.
7) Comakership, een samenwerkingsvorm waarbij in tegenstelling tot de vorige
samenwerkingsvorm ook het research- en ontwikkelingsproces in de samenwerking
wordt betrokken. De samenwerking is verticaal gericht.
8) Horizontale samenwerking, waarbij tevens vanaf het research- en
ontwikkelingsproces wordt samenwerkt, maar nu in horizontaal verband. De partners
hebben beide een taak in het ontwikkelen van een product en ook de
productieprocessen worden op elkaar afgestemd.
Afsluitend kunnen we stellen dat netwerken een aantal fasen doorlopen. In eerste
instantie worden organisaties zich ervan bewust dat er mogelijkheden zijn voor
samenwerking. Dit wordt de awarenessfase genoemd. In de explorationfase wordt het
, netwerk opgebouwd. In de expansionfase vindt een verdere uitbouw van het netwerk
plaats. In de commitmentfase heeft het netwerk zijn sterkste fase. Echter, de meeste
netwerken zijn tijdelijk van aard. De bestaansgrond verdwijnt, en daarom wordt het
netwerk ontbonden. Dit wordt de dissolutionfase genoemd.
Joint venture
Van een joint venture is sprake indien twee of meer verschillende ondernemingen op
basis van een zekere gelijkwaardigheid en inbreng van management een gezamenlijke
dochteronderneming oprichten om gezamenlijk bepaalde activiteiten te ontplooien.
Ondernemingen hebben hierdoor toegang tot elkaars kennis, de vereiste middelen zijn
voor beide ondernemingen beperkter en het risico wordt gedeeld.
Overname en fusie
Een fusie is de meest vergaande vorm van samenwerking. Bij een fusie gaan twee
gelijkwaardige ondernemingen samen. Van een overname of acquisitie is sprake indien
een onderneming zich volledig en eenzijdig moet schikken naar de doelstellingen en
plannen van de partner.
Outsourcing
Outsourcing of uitbesteding is een speciale vorm van samenwerken. Het resultaat
hiervan is dat organisaties bepaalde activiteiten afstoten naar andere ondernemingen.
Licentievorm en franchising
Bij een licentie geeft een andere onderneming het recht om tegen een bepaalde
vergoeding haar producten te maken. Franchising is een specifieke vorm van licentie. Bij
een samenwerking in franchisevorm is de franchisenemer strikt gebonden aan de
uniforme richtlijnen van de franchisegever, die betrekking hebben op winkelinrichting,
inkoop, verkoopbevordering en marketing, prijspolitiek en assortiment politiek.
De franchisenemers zijn zelfstandige ondernemers. Voor beide partijen heeft het
franchisesysteem grote voordelen.
Voordelen voor een franchisenemer zijn:
- hij maakt gebruik van een (landelijk) imago van de keten;
- hij maakt gebruik van diensten van de franchisegever;
- hij heeft minder risico doordat het succes van de winkelformule bewezen is;
- hij legt zich toe op een bepaalde functie: de verkoop.
Voordelen voor een franchisegever zijn:
- voor uitbreiding van de winkelketen zijn weinig investeringen nodig, hierdoor is snelle
uitbreiding mogelijk;
- doordat franchisenemers zelfstandige ondernemers zijn, is de motivatie hoog.