Omk samenvatting
Lesweek 1:
OMK= Het onderwerp Operations Management gaat over de manier waarop organisaties
diensten en producten ontwerpen, leveren en verbeteren, rekening houdend met financiële,
logistieke, sociale en ecologische randvoorwaarden en / of beperkingen.
1 Meer uitleg per rode pijl?
Op blz 11.
Transformed resources en transforming resources vormen samen de input in een
operationeel proces. Bij beide blokjes zitten mensen in die het mogelijk maken.
Transformed resources=
- Deze worden getransformeerd, dit zijn grondstoffen (zoals graan, mout, gist)
(materialen, informatie, klanten)
- Dit gaat wel naar output toe want een grondstof wordt uiteindelijk gemaakt tot een
product en wordt gekocht.
- Ook met mensen (bijv. een kapper knipt mij, in dit geval ben ik de transformed
recources. Als ik geknipt en klaar ben kom ik bij de output terecht dus ook mensen
komen hierbij te pas)
Transforming resources=
- Uitvoerende
- Hulpmiddelen de machines die zorg dragen voor de transformatie
- dit zijn alle mensen die aanwezig zijn in een bedrijf, die zorgen dat het bedrijf blijft
draaien, mensen die inkopen doen etc.,
- het zijn alle faciliteiten om een product of dienst te maken.
- Dit zijn medewerkers, die binnen het proces blijven en komen dus nu bij de output
kant.
- (faciliteiten en personeel)
Output= als het getransformeerde deel af is ontstaat er output. Dit houdt in dat het naar de
gebruikers gaat omdat de product of dienst klaar is.
Achter note 1 staat deze tabel over de
activiteiten van een operations functie in de
sectoren: internet provider, fast food,
ziekenhuizen shit, meubels:
,Alle operations zijn input, transformation en output products and service processen.
2.
Level 1: samenleving. MVO (people, planet, profit)
(Organisaties moeten zichzelf meten aan beide: De traditionele economische winst en de
impact van hun activiteiten op de samenleving en hun ecologische impact op het milieu
Level 2: strategic impact level
- Welk risico zou ik willen nemen?
- Learning= welke kennis en vaardigheden heb ik nodig? Welke mensen ga je
inzetten? Mensen die al opgeleid zijn of werkervaring hebben of ga je ze zelf
opleiden?
- Capital= Kapitaal behoefte= (het kapitaal dat een bedrijf nodig heeft om te kunnen
starten)
(kosten, omzet, risico op mislukking, mogelijkheden voor innovaties)
Level 3: prestatiedoelen moet je hebben. Deze 5 woorden zijn de doelen, je performance
- (Kwaliteit,
- Snelheid,
- Afhankelijkheid (met name van leveranciers),
- Flexibiliteit (bijv. kan ik makkelijk met verschillende vraag om gaan)
- Kosten (wordt ook bepaald door de andere vier factoren maar is ook een doel
opzich)
3.
,Dit gaat over de externe effecten die samenhangen met die doelen.
- Bijv. als je een hoge snelheid hebt kan je snel leveren dan je concurrenten
- Kwaliteit. Als je precies kan leveren wat de klanten willen dan win je want dat is het
doel.
- Dependend. Zorg dat je niet 1 leverancier hebt maar 2 of 3. Dat je niet afhankelijk
bent van 1 leverancier.
4. de lijntjes gaan over het verschil
tussen een skivakantie hotel
waarbij de gasten 1 week verwend
moeten worden bij het ontbijt en in
de avond en een formule 1 hotel
waarbij het gaat om mensen die 1
nachtje slapen in het hotel.
De 4 v’s zijn dus volume, variety, variation, visibility
Volume= is het veel of weinig
Variety= verscheidenheid. Hoeveel verschillende producten kan je leveren als bedrijf.
Variation= variatie door de tijd heen. In de winter rustig en in de zomer druk (of spitsuur of
juist niet)
Visibility= zichtbaarheid tussen klant en de mensen in het operationele proces
Variability= veranderlijkheid (deze v hoort er niet bij maar wordt gebruikt bij processen die
niet stabiel zijn)
Belangrijke vragen miss op tentamen: (zie antwoorden blz 32 en 33)
1. Wat is operations management?
2. Wat is de input en output transformatie proces?
3. Waarom is operations management belangrijk voor een organsiations performance
(speed, kwaliteit etc.)
4. Wat is de proces hiërarchie?
5. Hoe verschillen operations en proces?
6. Wat doet een operations manager?
Lesweek 2:
Strategy=
Je lange termijn doel. Dus wat je wilt behalen in de toekomst. Dit zijn je missie en je visie.
Operations strategy
Het patroon van strategische beslissingen en acties die de rol, doelstellingen en activiteiten
van de operatie bepalen.
Operationele strategie heeft inhoud en proces:
Inhoud: (content)
Specifieke beslissingen die worden genomen om specifieke doelstellingen te bereiken
Werkwijze: (proces)
De procedure die binnen een bedrijf wordt gebruikt om zijn strategie te formuleren
, 5.
Operations strategy
(four-stage model)
1. Corrigeer de ergste
problemen (intern neutraal)
2. Kijk naar andere
organisaties, wat kun je
leren (extern neutraal)
3. Strategie koppelen aan
operaties (intern
ondersteunend)
4. Operations is innovatief, creatief, proactief en voorspelt toekomstige verbeteringen (extern
ondersteunend)
- De x-as is de ontwikkeling, deze wordt steeds beter, je performance worden steeds
beter
- De y-as hoe belangrijk het is voor de strategie. Dit wordt steeds hoger.
- Stapsgewijs ga je steeds meer impact hebben op je strategie. Hoe lager je zit hoe
minder ze met operations bezig zijn.
- Stage 4 is dan bijv. Intercontinental hotels. Andere bedrijven proberen jou te kopiëren
alles zit goed en je bent heel goed bezig. Operations wordt dan een heel belangrijk
probleem omdat het er voor zorgt dat je de beste bent en dat moet je zo houden.
- Je kunt stapje voor stapje omhoog gaan. Betere operations leidt tot meer
invloed op de strategie in een organisatie.
Vier perspectieven waaruit je kan kijken naar operations:
6.